VR 2024/92 Als bestuurder van een wielrenfiets zich zodanig gedragen dat gevaar en hinder op de weg is veroorzaakt.

Jurisprudentie

De verdachte fietste samen met drie andere wielrenners achter elkaar. De groep van de verdachte naderde twee andere groepen wielrenners die in dezelfde rijrichting reden. Op het moment dat de groep van de verdachte een inhaalmanoeuvre inzette, kwam een tegemoetkomende wielrenner aanrijden. De eerste twee groepsgenoten wisten op tijd terug in te voegen op de eigen weghelft, maar de verdachte kwam, als derde rijder in zijn groep, frontaal in botsing met de tegemoetkomende wielrenner. Als gevolg hiervan kwamen ook andere wielrenners ten val.