Het CBR heeft het rijbewijs van appellant geschorst en bepaald dat hij een medisch onderzoek moet ondergaan, omdat er vermoedens bestaan dat hij door overmatig lachgasgebruik niet meer voldoet aan de vereiste rijvaardigheid. Dit vermoeden is gebaseerd op politieregistraties waaruit onder meer blijkt dat appellant met hoge snelheid vreemd rijgedrag vertoonde, terwijl hij een auto bestuurde met een ballon in zijn mond. Daarnaast blijkt uit andere politieregistraties dat appellant met anderen werd aangetroffen in een auto, terwijl daar lachgas werd gebruikt.