Op 4 oktober 2021 kwam A (gedaagde) met haar fiets ten val op een woonerf. Zij stelt dat de val het gevolg was van het gedrag van X (eiser) die op dat moment op zijn elektrische step reed. In het tussenvonnis van 26 juni 2024 kreeg A van de kantonrechter de opdracht om dit te bewijzen. Daartoe diende zij verklaringen van buurtbewoners in en verzocht zij om getuigenverhoren, waarop X bij akte op heeft gereageerd. Op 6 december 2024 werden partijen geïnformeerd dat de zaak werd overgenomen door een andere kantonrechter.