groepsaansprakelijkheid

VR 2016/177 Voetbalincident; letselschade; causaal verband; geen
onrechtmatigheid.

Jurisprudentie
Tijdens een voetbalwedstrijd in 2005 heeft A, belaagd door twee verdedigers van de tegenpartij, gescoord. Daarbij heeft hij echter een ernstige breuk van het linkerbeen opgelopen, als gevolg waarvan zijn onderbeen uiteindelijk is geamputeerd. A heeft B, een van de twee verdedigers, aansprakelijk gesteld. C, een oud-scheidsrechter betaald voetbal, heeft op verzoek van B een videofragment van de situatie bestudeerd en concludeert dat van een overtreding geen sprake is. Een drietal medici hebben het letsel van A en het videofragment bestudeerd om vast te stellen hoe het letsel precies is ontstaan

VR 2014/29, De psychische sfeer rondom de aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in groepsverband anno 2014

Artikel
29 De psychische sfeer ron dom de aansprakelijkheid voor onrechtmatige daa d in groepsverband anno 2014 Mr. R.J.B. Boonekamp * * Senior rechter in de Rechtbank Gelderland. Inleiding In 1990 promoveerde ik op de Onrechtmatige daad in groepsverband volgens NBW. Vier jaar eerder was ik met het proefschrift over dit onderwerp begonnen. Dat was in verschillende opzichten een avontuur. Het toen geldende BW bevatte geen bepaling waarin aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in groepsverband was geregeld. Er was welgeteld één arrest van de Hoge Raad, uit 1867, waarin aansprakelijkheid van de