Een groep hardlopers traint in groepsverband in de buitenlucht. Zij zetten een circuitje aan oefeningen uit over de gehele breedte van een geasfalteerde rijweg. Naast de rijweg bevindt zich een grasberm. Een fietser rijdt over de rijweg, ziet dat de hardlopers de rijweg (grotendeels) blokkeren en besluit om hen rechts via de berm te passeren. Als de fietser over de berm rijdt, komt hij in aanrijding met één van de hardlopers, die aan de rechterzijde van de rijweg hardloopoefeningen aan het doen was en zich op dat moment omkeerde om via de berm terug te lopen naar het begin van het circuit. De hardloper loopt als gevolg van de aanrijding schade op. Hij spreekt de fietser aan tot schadevergoeding. De fietser beroept zich op eigen schuld en voert daartoe aan dat hij genoodzaakt was om over de berm te rijden, omdat de hardlopers de rijweg blokkeerden. De vraag die daarmee rijst, is of het gedrag van andere personen uit de hardloopgroep aan de benadeelde kan worden toegerekend. De rechtbank Midden-Nederland achtte dit in een uitspraak in deelgeschil mogelijk, maar motiveerde die beslissing niet uitvoerig. In dit artikel bespreken wij in meer algemene zin wanneer, en waarom, gedrag van andere groepsgenoten eigen schuld van de benadeelde groepsgenoot kan opleveren.
De volledige uitspraken en artikelen uit Verkeersrecht zijn alleen beschikbaar voor abonnees.