haaientanden

VR 2024/63 Over spanning tussen goede bedoelingen en juridische techniek

Column 19 juni 2024
De harde kern van de verkeersvoorschriften in het RVV 1990 is al oud. Die harde kern bestaat uit de indeling van de weg in rijbanen, rijstroken, fiets- en voetpaden, de regeling van de plaats waar de verschillende categorieën verkeersdeelnemers zich op de weg geacht worden te bevinden en de regeling van het voorrangsrecht op kruisingen van wegen en bij het afslaan. Het RVV uit 1966 en het oude Wegenverkeersreglement kenden vergelijkbare regelingen. In standaard verkeerssituaties zijn de regelingen harmonieus en geven zij aan de weggebruikers duidelijke instructies hoe zij zich dienen te gedragen. Bij conflicterende verkeersstromen moet aan van rechts komende bestuurders voorrang worden verleend, geven de borden B6, B7 en haaientanden op het wegdek aan dat aan andere bestuurders voorrang moet worden verleend en moet afslaand verkeer rechtdoor gaand verkeer voor laten gaan. De basismodellen zijn duidelijk. De regeling van de voorrang geeft een rangorde voor het verkeer dat over verschillende wegen een kruising of splitsing nadert. De regeling van het afslaan geeft een rangorde voor het verkeer dat gebruik maakt van dezelfde weg.

VR 2021/146 Aanrijding scooter en fiets; voorrang; fietser aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2018 is een scooterrijder (A) aangereden door een fietser (B). A reed op een voorrangsweg/fietspad in een stoet van fietsers met zijn scooter de Erasmusbrug op. Twee fietsers reden voor A. B kwam van rechts vanaf een fietspad met haaientanden aangefietst. Uit getuigenverklaringen blijkt dat B geen vaart minderde, maar de bocht (naar rechts) is ingedraaid in de richting van de Erasmusbrug. B is toen in aanraking gekomen met A, waardoor A is gevallen. B vordert een verklaring voor recht dat A aansprakelijk is voor de schade van B als gevolg van het ongeval. De kantonrechter oordeelt (kort

VR 2021/094 Verkeerslichten, haaientanden. Voorrang.

Jurisprudentie
Een redelijke uitleg van artikel 64 van het RVV 1990 brengt mee dat verkeerslichten slechts gaan boven verkeerstekens die direct bij de betreffende verkeerslichten zijn gelegen. Bij verder weg gelegen verkeerstekens is de kans namelijk groot dat het verkeerlicht dat groen licht uitstraalde op het moment dat het werd gepasseerd inmiddels rood licht uitstraalt op het moment dat die verkeerstekens zijn genaderd. Wanneer men deze verkeerstekens dan zou mogen negeren, zou dit de verkeersveiligheid ernstig in gevaar kunnen brengen.