inhouding rijbewijs

VR 2024/29 Oplegging bestuursrechtelijke maatregel. Eigen beoordeling bestuursrechter van niet inachtneming 20-minutenregel bij ademonderzoek.

Jurisprudentie

Besluit tot oplegging onderzoek naar alcoholgebruik naar aanleiding van resultaat van bij scooterbestuurder afgenomen ademonderzoek. Betekenis van onduidelijkheid over begintijdstip van bij ademonderzoek in acht te nemen 20-minutentermijn voor de bevoegdheid deze maatregel op te leggen. Afdeling herhaalt eerdere rechtspraak dat voor het opleggen van een bestuursrechtelijke maatregel onder bepaalde omstandigheden mag worden afgeweken van de 20-minutentermijn en beoordeelt alle relevante omstandigheden van dit geval.

VR 2023/68 Handhaving van rijbewijssancties

Column 13 juni 2023
Meer en minder ernstig wangedrag in het verkeer leidt ertoe dat jaarlijks veel rijbewijshouders worden getroffen door een sanctie die ingrijpt op de rijbevoegdheid. Strafrechters veroordelen ieder jaar weer duizenden verkeerszondaars tot een ontzegging van de rijbevoegdheid. Door het CBR worden in het kader van de 'maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid' (art. 130 e.v. WVW 1994) jaarlijks duizenden rijbewijzen ongeldig verklaard. In 2022 verloren zo 12.105 rijbewijzen hun geldigheid (Jaarverslag CBR 2022, p. 36).

VR 2021/29 Bestraffing van zware verkeersmisdrijven in België

Artikel
VR 2021/29 Bestraffing van zware verkeersmisdrijven in België Luc Brewaeys * * Rechter in de politierechtbank te Vilvoorde. 1. Inleiding De straffen die in België van toepassing zijn voor verkeersmisdrijven, staan opgenomen in de Wet betreffende de politie over het wegverkeer, afgekort WPW. 1) Met de bedoeling de verkeersveiligheid te verbeteren en het aantal verkeersdoden terug te dringen, werden de straffen op zware verkeersmisdrijven aanzienlijk verzwaard. Dit gebeurde door de wetten van 9 maart 2014 2) en 6 maart 2018 3). In deze bijdrage zullen de belangrijkste onderdelen van deze twee

VR 2017/18 Ontzegging recht gebruikmaking rijbewijs op grondgebiedandere lidstaat.

Jurisprudentie
Oostenrijkse betrokkene (gewone verblijfplaats in Oostenrijk) rijdt onder invloed van verdovende middelen op Duits grondgebied. Duitse autoriteiten hebben jegens betrokkene een maatregel genomen strekkende tot intrekking van haar Oostenrijkse rijbewijs op het Duitse grondgebied. De artikelen 2, lid 1, en 11, lid 4, tweede alinea, van richtlijn 2006/126 moeten aldus worden uitgelegd dat zij er zich niet tegen verzetten dat een lidstaat op wiens grondgebied de houder van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs tijdelijk verblijft, weigert de geldigheid van dit rijbewijs te erkennen