voordeelsverrekening

VR 2025/27 Over de onkenbaarheid van de toekomst en de begroting van schade

Column 18 maart 2025
Een jonge kunstenares die met hele fijne potloodtekeningen haar brood verdient, wordt het slachtoffer van een ongeval waarvoor iemand anders aansprakelijk is. Door dit ongeval raakt de fijne motoriek in haar rechterhand, waarmee zij tekent, beschadigd. Zij ondergaat twee operaties, maar het komt niet meer goed met de fijne motoriek. Die is zij definitief kwijt. Zij ondervindt hiervan geen enkele last bij het verrichten van alledaagse handelingen, maar kan alleen niet meer goed tekenen. Dit betekent het einde van haar carrière als kunstenares.

VR 2022/138 Uitleg polisvoorwaarden AOV. Geen zuivere schade- of sommenverzekering, maar gemengd karakter. Voordeelsverrekening niet redelijk.

Jurisprudentie

In 2017 is X en Y een ongeval overkomen. De door Y bestuurde auto, met X als passagier, is van achter aangereden door een door A bestuurde auto. X heeft hier meerdere klachten aan overgehouden. De auto van A is verzekerd bij Baloise, die aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkent. X en Y hebben zich voor afwikkeling van de schade eerst gewend tot hun SVI-verzekeraar ZLM. ZLM wikkelt de schade af met een slotuitkering, waarbij ze haar uitkering aan X deels met de door hem ontvangen AOV-uitkering verrekent. X en Y wenden zich tot Baloise voor de verdere afwikkeling van de schade

VR 2022/137 Noodzakelijke verhuizing naar duurder huis na ongeval. Sprake van voordeel? Voordeelsverrekening redelijk?

Jurisprudentie

Op 2 februari 2015 heeft een ongeval plaatsgevonden. Door een tegenligger moest de auto waarin X op de passagiersstoel zat, uitwijken. Door gladheid op de weg is de auto vervolgens ter hoogte van X tegen een boom gebotst. Hierbij heeft zij een volledige dwarslaesie opgelopen, als gevolg waarvan zij blijvend rolstoelgebonden en zorgafhankelijk is. ASR erkent als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid voor de schade van X. De nieuwe woning die X en haar echtgenoot voor € 157.000,- hadden gekocht, kan niet rolstoeltoegankelijk en -doorgankelijk gemaakt worden. X en ASR zijn het erover eens dat een

VR 2021/106 Eenzijdig auto-ongeluk; verlies verdienvermogen; voordeelstoerekening.

Jurisprudentie
In 2013 overkomt A (50 jaar oud) een eenzijdig verkeersongeval. Tijdens het autorijden verliest hij tijdelijk zijn bewustzijn, waardoor hij van de weg raakt en over de kop vliegt. A rijdt dan in een leaseauto van zijn werkgever B. B heeft voor de auto een ongevallen-inzittenden-verzekering (OIV) afgesloten bij X en een schadeverzekering inzittenden (SVI)/werkgeversaansprakelijkheid bestuurders van motorrijtuigen verzekering (WEGAS) bij Y. A ontvangt van X na het ongeval onder de OIV € 9.300. Op 1 april 2015 beëindigen A en B met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst van A. A ontvangt

VR 2020/140 Letselschade; noodzakelijke verhuizing; verzekeraar moet aangepaste woning financieren.

Jurisprudentie
In 2007 is fietser A aangereden door fietser B. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (C) heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. A heeft als gevolg van de aanrijding letsel aan zijn knie opgelopen, waardoor hij binnenshuis gebruik moet maken van krukken en een rollator. De krukken en de rollator zijn voor A fysiek belastend. Een door partijen ingeschakelde deskundige (X) heeft geconstateerd dat de huidige woning van A niet rolstoel toe- en doorgankelijk kan worden gemaakt. X heeft een overzicht opgesteld van woningen die passend (te maken) zijn met daarbij een indicatie van de