werkgeversaansprakelijkheid

VR 2020/67 Aansprakelijkheid werkgever voor val werkneemster in supermarkt die privéboodschappen doet na werktijd.

Jurisprudentie
Op 7 september 2010 verrichtte appellante als caissière werkzaamheden bij de Aldi. Tijdens het doen van privéboodschappen in de supermarkt na werktijd/sluitingstijd is appellante ten val gekomen waarbij zij letsel heeft opgelopen. Bij wijze van deelgeschil heeft appellante de kantonrechter verzocht om te bepalen dat Aldi aansprakelijk is voor de schade ten gevolge van het ongeval. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen en daartoe overwogen dat het ongeval appellante niet is overkomen in de uitoefening van haar werkzaamheden, dat evenmin sprake is van een schending van de zorgplicht ex

VR 2020/40 Eenzijdig ongeval pizzabezorger; werkgever aansprakelijk ex art. 7:658 BW.

Jurisprudentie
A was in dienst bij B als pizzabezorger. In 2014 is A tijdens het bezorgen van pizza's met de scooter gevallen. De toedracht van het ongeval staat niet vast: A zegt dat zij onderuit is gegaan doordat de scooter gladde banden had en het wegdek nat was. B beweert dat A tegen een paaltje is gereden en daardoor is gevallen. A verzoekt dat de kantonrechter voor recht verklaart dat B aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval en beroept zich op art. 7:658 BW. De kantonrechter overweegt dat vaststaat dat het ongeval is gebeurd toen A voor B aan het werk was. Ook staat vast dat het ongeval niet

VR 2019/141 Ongeluk tijdens bedrijfsfeest.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 1 januari 2009 in dienst getreden van Ziggo. Op vrijdagavond 20 september 2013 heeft verzoeker het jubileumfeest van Ziggo bezocht met zijn eigen auto. Omdat de bij de evenementenlocatie behorende verharde parkeerplaats (voor de ingang) onvoldoende ruimte bood, heeft verzoeker zijn auto geparkeerd op een daarachter gelegen onverhard terrein. Het was op dat moment nog licht buiten. Na afloop van het feest is hij ongeveer twintig meter voor de auto gestruikeld en ten val gekomen. Daarbij is zijn hand diep opengereten door een stuk glas dat daar op de grond lag. Een slagaderlijke

VR 2019/4 Bedrijfsongeval; aanrijding tussen pompwagen en
orderpicktruck; aansprakelijkheid werkgever ex art. 7:658 BW.

Jurisprudentie
Op 15 april 2010 is appellant een bedrijfsongeval overkomen in een magazijn. Toen appellant in een pompwagen wilde wegrijden van een sealapparaat, is hij geraakt door een vork/de vorken van de orderpicktruck van een collega. Als gevolg van dit ongeval moesten twee tenen van de rechtervoet van appellant worden geamputeerd. Appellant stelt zijn werkgeefster aansprakelijk voor deze schade op grond van art. 7:658 BW. Het hof stelt voorop dat de werkgeefster op grond van art. 7:658 lid 1 BW de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee zij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze

VR 2018/153 Deelgeschil; val trappenhuis; zorgplicht werkgever.

Jurisprudentie
Verzoekster overkwam een ongeval toen zij via het trappenhuis van de 17e naar de 16e etage liep voor een overleg met collega's. Zij was op dat moment in loondienst van financieel dienstverlener Robidus die ten tijde van het ongeval de 16e en 17e etage van het kantoorpand huurde. Verzoekster is door de val met haar hoofd tegen een betonnen muur geslagen en heeft hierdoor hersenletsel opgelopen. Partijen twisten over de vraag of de zorgplicht van de werkgever (Robidus) zich uitstrekt tot de trap en het trappenhuis in het kantoorpand. De kantonrechter overweegt dat de centrale toegang van het

VR 2018/152 Verkeersongeval; verzekeringsplicht goed werkgever; bewuste
roekeloosheid.

Jurisprudentie
Verzoeker was op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam als koerier, waarbij hij met een bestelbusje maaltijden bezorgde. Bij het passeren van een spoorwegovergang is hij aangereden door een goederentrein, waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen. In deze procedure gaat het om de vraag of het uitzendbureau als formele werkgever op grond van art. 7:611 BW aansprakelijk is wegens het niet afsluiten van een behoorlijke verzekering. Het uitzendbureau betwist dat en stelt (1) dat deze verzekeringsplicht zich niet zou uitstrekken tot gevallen van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde

VR 2018/136 Deelgeschil; ongeval op bouwplaats, geen aansprakelijkheid
opdrachtgever.

Jurisprudentie
Verzoeker was in opdracht van Vink Systemen aan het werk op een bouwplaats toen hij in een vloersparing is gevallen. Hij heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. De vloersparing kon worden afgesloten met een mandragende houten plaat. De plaat had vastgezeten met spijkerpluggen, maar bleek voor het ongeval (kennelijk: met geweld) te zijn verwijderd. Het is onbekend gebleven wie de plaat heeft verwijderd. Vink Systemen heeft geweigerd aansprakelijkheid te erkennen. In dit deelgeschil vordert verzoeker alsnog een daartoe strekkende verklaring voor recht. De deelgeschilrechter stelt

VR 2017/161 Deelgeschil; hoger beroep deelgeschil; bindende
eindbeslissing?

Jurisprudentie
Appellant verrichte als zzp'er vanuit zijn eigen eenmanszaak opdrachten voor de onderneming van zijn ouders (X). Op enig moment is hem een ernstig eenzijdig verkeersongeval overkomen, terwijl hij reed in een bedrijfsauto van X. In deelgeschil heeft hij een verklaring voor recht gevorderd dat zowel X als Reaal (de AVB-verzekeraar van X) jegens hem aansprakelijk zijn, nu X niet heeft zorggedragen voor een adequate verzekering. De rechtbank heeft, veronderstellenderwijs aannemend dat het ongeval appellant is overkomen tijdens het uitvoeren van een opdracht voor X, allereerst overwogen dat er

VR 2017/145 Aansprakelijkheid werkgever; verkeersongeval tijdens
woon-werkverkeer.

Jurisprudentie
Appellant was in dienst van een tankstation. In 2007 is hem een ongeval overkomen toen hij naar huis fietste. De WAM-verzekeraar van de wederpartij heeft hem in verband daarmee ruim € 100.000,- betaald. De werkgever had tevens ten behoeve van de werknemers een ongevallenverzekering afgesloten, op grond waarvan appellant bij blijvende invaliditeit nog eens ruim € 113.000,- zou krijgen. De werkgever heeft het ongeval gemeld bij de ongevallenverzekeraar, die na onderzoek heeft geweigerd tot uitkering over te gaan. Appellant is daartegen opgekomen, maar is zowel in eerste aanleg als in hoger

VR 2017/116 Arbeidsongeval; duiken met haaien; schending zorgplicht.

Jurisprudentie
B is een onderneming waarvan C directeur is. Een van de activiteiten is haaienduiken met toeristen. A is een ervaren duikster, die al verschillende keren op dergelijke trips is mee geweest en daarvoor betaald kreeg door B. Op 31 oktober 2014 vond een duik plaats onder leiding van C. A is daarbij in haar onderbeen gebeten door een verpleegsterhaai en heeft fors letsel opgelopen. Zij vordert schadevergoeding van zowel B als C, jegens B op grond van art. 7A:1614x (vergelijkbaar met art. 7:658 BW). Er is een video beschikbaar van de hele situatie, die aan het gerecht ter beschikking is gesteld