Asscher: Turkse moet in beroep

VR-kort
Bericht
14 maart 2014

Minister Asscher vindt dat een Turkse vrouw in beroep moet gaan tegen een vonnis van een Haagse rechter. Die oordeelde dat de vrouw, die tien jaar geleden werd aangereden, recht heeft op minder letselschadevergoeding dan normaal vanwege haar geslacht en afkomst.
"Het zou mijns inziens goed zijn als de hoogste rechter in Nederland of het College voor de Rechten van de Mens zich over een dergelijke zaak zou uitlaten", schrijft hij in antwoord op vragen van het CDA-Kamerlid Heerma.
De 20-jarige Ezra Coskun werd tien jaar geleden door een motorrijder aangereden en is arbeidsongeschikt. Coskun liep ernstig hersenletsel op en is halfzijdig verlamd. Ze heeft, volgens haar advocaat, de vermogens van een kind van een jaar of vier.
Bij de vaststelling van het letselschadebedrag baseerde de rechter zich op statistische gegevens, rekening houdend met haar geslacht, culturele achtergrond en persoonlijke omstandigheden. In het vonnis benadrukt de rechter dat deze weging niets te maken heeft met discriminatie. Er is geen aanleiding om te denken dat de vrouw fulltime zou gaan werken als ze niet was aangereden, zo blijkt uit het vonnis.
Minister Asscher stelt dat hij zich niet wil uitlaten over het oordeel van de rechter. Maar hij vindt dat de ouders van de vrouw in beroep moeten gaan, als zij menen dat er sprake is van discriminatie. Overigens schrijft de minister van Sociale Zaken dat "steeds meer vrouwen evenveel uren blijven werken na de geboorte van het eerste kind". Hij denkt dat de statistische gegevens daardoor zullen veranderen.
"Maar nog steeds stopt 10 procent van de vrouwen met werken en 35 procent vermindert het aantal arbeidsuren. Het beleid van het kabinet is er op gericht om deze situatie te veranderen."
Arnoud Fuchs, de advocaat van de vrouw, noemt de steun van de minister een opsteker. "We hebben ook al veel media-aandacht gekregen waaruit blijkt dat veel mensen vinden dat dit niet van deze tijd is." De advocaat overweegt naar het College voor de Rechten van de Mens te stappen. Daarnaast start hij een bodemprocedure bij de rechter en gaat hij in hoger beroep tegen het vonnis. Ook wil de advocaat in gesprek gaan met de verzekeraar.
(VR 2014/53)
 

Bron: 
NOS 7 maart 2014