Causaal verband in whiplashzaken: een beschouwing vanuit juridisch en medisch perspectief

VR-kort
Artikel
13 januari 2015

Mr. P. Oskam en drs. A.M. Reitsma

In december 2013 is een nieuwe editie van de richtlijnen voor de bepaling van het functieverlies en beperkingen bij neurologische aandoeningen verschenen. Nu op grond van de richtlijnen een percentage functieverlies niet meer kan worden vastgesteld, is het voor letselschadejuristen de vraag hoe moet worden omgegaan met het vaststellen van juridisch causaal verband in whiplashzaken. Indien de neuroloog 'niets' kan vaststellen en medisch substraat ontbreekt, kan de rechter dan wel aannemen dat er sprake is van ‘juridisch substraat’ en dus van ongevalgerelateerde beperkingen en schade? Kijkend naar de door Kolder in 2011 besproken uitspraken lijkt het erop dat de rechter aan de NVN-richtlijnen en de AMA-guides geen beslissende betekenis toekent. Het ontbreken van een medische objectivering van klachten betekent niet automatisch dat er geen sprake is van causaal verband in juridische zin tussen de geuite klachten enerzijds en het ongeval anderzijds. Maar hoe stelt de rechter deze juridische causaliteit vast? En is de huidige lijn in de rechtspraak, die in deze bijdrage aan de orde wordt gesteld, wel een gewenste ontwikkeling? Gaat de rechter niet te veel zijn eigen (niet medisch onderbouwde) weg in whiplashzaken? In deze bijdrage worden deze vragen vanuit juridisch en medisch perspectief besproken.

Naar mening van de auteurs is de basis voor het aannemen van juridisch causaal verband in sommige gevallen te mager, wanneer de rechter ondanks het ontbreken van objectiveerbare beperkingen en zonder onderzoek naar de ‘realiteit’ van de klachten, deze juridisch toerekent aan een ongeval. Het systeem zoals dat nu bestaat, is bovendien niet per se goed voor een benadeelde; het zou sommige personen ten onrechte in een ‘chronisch hokje’ kunnen stoppen, met alle nadelige gevolgen van dien.

In de juridische discussie rond whiplash moeten, meer dan in de recente rechtspraak het geval is, op medische gronden beslissingen worden gemaakt, en niet alleen op juridische afwegingen. De medische invalshoek is een meer daartoe geëigende manier van het beoordelen van dergelijke letselschadeclaims. In potentie zou dat een gunstig effect kunnen hebben, niet alleen op de kosten voor de maatschappij in de breedste zin van het woord, maar ook op het welbevinden van slachtoffers van whiplash op de langere termijn. Schadelastbeperking is daarbij niet alleen op financieel, maar ook op persoonlijk vlak het doel.

Oplossingen zoals de auteurs die zien voor een meer redelijke afwikkeling van whiplashzaken, moeten in de eerste plaats worden gezocht in het meer centraal stellen van de medische invalshoek. Dit betekent praktisch dat er voldoende en eenduidige medische documentatie moet bestaan waarin de geuite klachten en beperkingen en de objectieve bevindingen bij lichamelijk onderzoek zijn vastgelegd door een medicus, zoals een huisarts, een SEH-arts of een andere clinicus, en dit binnen korte tijd (enkele dagen) na het ongeval. Daarbij mag er vanzelfsprekend geen sprake zijn van relevante pre-existentie. Ten tweede zal er eenduidigheid moeten bestaan over de impact van de aanrijding, bijvoorbeeld door middel van een ongevalsanalyse, waarbij relevante maten als aanrijdingssnelheid, delta-v en g-krachten als standaard kunnen worden beschouwd. Als het gaat om aanrijdingen waarbij een begrijpelijke geweldinwerking heeft plaatsgevonden, zouden (voortdurende) causale beperkingen en schade moeten kunnen worden aangenomen.

Ten derde zal er bij het ontbreken van een medische verklaring voor de klachten die het slachtoffer uit, moeten worden uitgegaan van een tot maximaal enkele jaren beperkte looptijd, aangezien het niet aannemelijk is dat iemand tot eindleeftijd ongevalsgebonden beperkingen zal blijven ondervinden. Anders gezegd: het bestaan van een relatie tussen de geuite klachten en het ongeval kan niet een-op-een tot de conclusie leiden dat er ook sprake is van ongevalgerelateerde beperkingen en voortdurende causale schade. Dit neemt niet weg dat het bestaan van whiplashklachten zonder medisch substraat voor een aantal personen een vervelende realiteit is.

Wanneer volgens deze stappen wordt gewerkt, zou dat kunnen resulteren in een meer evenwichtige situatie, waarin juist die slachtoffers van whiplash die inderdaad voldoen aan de uiteengezette voorwaarden, redelijk en passend zullen worden gecompenseerd, voor een bepaalde en medisch gezien aanvaardbare periode.

Bron: 
TVP 2014, afl. 4, p. 111-122