De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure

VR-kort
Artikel
15 januari 2020

Mr. R.D. Leen
De deelgeschilprocedure is niet meer weg te denken uit de wereld van de letselschade. Naast de vele voordelen die de deelgeschilprocedure biedt – zoals de snelle doorlooptijd – zijn de voordelige spelregels omtrent de proceskosten een belangrijke reden waarom benadeelden kiezen voor een deelgeschil. Een van de belangrijke voordelen van een deelgeschil ten opzichte van een bodemprocedure is dat de kosten die in een deelgeschil worden gemaakt, worden bestempeld als buitengerechtelijke kosten (BGK), waardoor zij voor volledige vergoeding in aanmerking komen.
In dit artikel staat de vraag centraal hoe de deelgeschilrechter aankijkt tegen het voorleggen van een BGK-geschil in de recente jurisprudentie. De auteur bespreekt de formele vereisten van de deelgeschilprocedure en hoe deze vereisten zich verhouden tot de BGK-vordering, hoe de deelgeschilrechter inhoudelijk de BGK-vordering beoordeelt en tot slot bespreekt zij een aantal onderwerpen die van invloed kunnen zijn op de BGK.
De auteur komt tot de slotsom dat rechters wisselend omgaan met de toepassing van de formele vereisten die gelden voor een deelgeschilprocedure indien een BGK-geschil wordt voorgelegd. Een harde grens wordt getrokken indien sprake is van misbruik van procesrecht. Een rechter zal echter niet snel tot dit oordeel komen. Van misbruik van de deelgeschilprocedure is sprake indien de BGK-vordering wordt ingesteld enkel met als doel de portemonnee van de gemachtigde van de verzoeker te vullen.
Indien de BGK-vordering aan de formele vereisten voldoet, is het aan de rechter om te beoordelen of de BGK inhoudelijk aan de dubbele redelijkheidstoets voldoen. Het feit dat sprake is van een BGK-geschil kan op de dubbele redelijkheidstoets van invloed zijn; een reductie van het aantal uren en/of van het uurtarief kan plaatsvinden indien sprake is van eenvoudige juridische werkzaamheden. Dit zal naar mening van de auteur vaak het geval zijn bij werkzaamheden die zien op het innen van de BGK.
Van invloed op de vraag of de BGK voor vergoeding in aanmerking komen, is het hebben van een rechtsbijstandverzekering. Er is geen recht op vergoeding indien de benadeelde een rechtsbijstandverzekering heeft en niet is aangetoond dat op de benadeelde de verplichting rust om de BGK te verhalen op de aansprakelijke partij. Over de vraag of eigen schuld tot een vermindering van de BGK moet leiden in de deelgeschilprocedure wordt wisselend gedacht. Ook een no cure-no pay-afspraak kan onder omstandigheden voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets.

Bron: 
TVP 2019, afl. 4, p. 136-142