De directe verkeersverzekering in het Nederlandse systeem van schadeafwikkeling: waarom nu wel?

VR-kort
Artikel
16 november 2021

Mr. dr. R. Rijnhout
In de afgelopen jaren is de discussie over de directe verkeersverzekering opnieuw opgelaaid door de komst van de zelfrijdende, autonome auto en de kritiek op afwikkeling van langlopende letselschadedossiers. Het Verbond van Verzekeraars zet nu zelf een stap naar de directe afwikkeling door de eigen aansprakelijkheidsverzekeraar van zaakschade veroorzaakt in het verkeer. De roep van verzekeringszijde blijft echter om van overheidswege over te gaan tot een verplichte directe verkeersverzekering, waarvoor interventie door de overheid nodig is.
Het dilemma is en blijft welk vergoedingssysteem of welke combinatie van systemen het meest geschikt is om een vergoeding aan gedupeerden te bieden en waarom. Het doel van dit artikel is niet om die omvangrijke en abstracte vraag te beantwoorden, maar om daaraan een bijdrage te leveren door de ‘oude’ argumenten voor een directe verzekering te plaatsen in de context van nieuwe inzichten uit wetenschap en praktijk. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de rechtvaardiging en doelstelling van schadeafwikkeling.
Allereerst wordt kort ingegaan op de verschillende modaliteiten van een directe verzekering en hoe die zich verhouden tot de huidige systematiek van schadeafwikkeling in Nederland. Daarna wordt ingegaan op het vroegere debat over de invoering van een directe verkeersverzekering. Vervolgens wordt ingegaan op het actuele debat over een directe verkeersverzekering, waarna de auteur nader ingaat op de verschillen in context tussen toen en nu.
De auteur concludeert dat de discussie op dit moment een andere is dan die van toen. Waar toen vooral de nadruk lag op de bredere beschermingsreikwijdte, ligt die nu op de behoefte aan een systeemverandering. Tegelijkertijd leert het debat over de afwikkeling van letselschadezaken dat niet te licht moet worden gedacht over de uitvoering van een transitie naar een verplichte directe verkeersverzekering. In die zin is een directe verkeersverzekering geen betere uitkomst per se. De vraag is echter of nietsdoen beter is op de lange termijn. Zoals Hartlief terecht opmerkt, is alles bij het oude laten op de lange termijn niet meer mogelijk. De stap naar een andere modaliteit lijkt haast onvermijdbaar, waarbij een no-faultsysteem dat van overheidswege wordt gecreëerd door de auteur wordt geprefereerd boven een privaat verzekeringsproduct. De creatie van zo’n nieuwe route zou gecontroleerd kunnen plaatsvinden, met monitoring door wetenschappers vanuit verschillende disciplines. De pilot van het Verbond van Verzekeraars biedt daarvoor de eerste kansen. Voor sommige argumenten geldt immers: ‘the proof of the pudding is in the eating’.
 

 

Bron: 
AV&S 2021, afl. 5, p. 156-166