A.P. Biard en prof. mr. dr. L.T. Visscher
In deze bijdrage, die in het Engels is geschreven omdat één van de auteurs niet Nederlandstalig is, bespreken de auteurs de belangrijke rol die bij de afwikkeling van massavorderingen aan rechters is toegekend. Zij betogen dat de hooggespannen verwachtingen over de wijze waarop rechters deze rol zouden moeten vervullen, op gespannen voet staan met inzichten uit de sociale wetenschappen.
In paragraaf 2 schetsen de auteurs die uiteenlopende rollen aan de hand van een pastorale metafoor. De rechter is allereerst te vergelijken met een ‘herdershond’ wanneer hij bijvoorbeeld de representativiteit van de belangenorganisatie, de samenstelling van de groep en de mogelijkheden voor opt-in of opt-out bewaakt. Hij beschermt als het ware de kudde tegen externe factoren. De tweede rol is die van ‘veedrijver’, waarbij de rechter erop moet toezien dat de vordering voldoende voortgang maakt (‘case management’). De derde rol is die van ‘goede herder’, waarbij de rechter de belangen van de bij de massavordering betrokken personen moet waarborgen, bijvoorbeeld door te beoordelen of toegekende bedragen redelijk zijn. Rechters in massavorderingen worden geacht al deze rollen te kunnen vervullen, dus er wordt veel van ze verwacht.
In paragraaf 3 bespreken de auteurs inzichten uit de rechtseconomie die suggereren dat rechters niet altijd als neutrale arbiters kunnen worden gezien die steeds de beslissingen nemen die het beste zijn voor alle betrokkenen. Rechters hebben, net als iedereen, voorkeuren en ze reageren op prikkels. In de context van massavorderingen kan gedacht worden aan de invloed die het afbakenen van de groep belanghebbenden heeft op de werkdruk, de manier waarop een rechter de publieke aandacht voor een grote zaak ervaart, de mogelijke effecten die een grote zaak op het carrièreperspectief heeft, et cetera. Afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren kan een rechter zich meer of minder actief opstellen en meer of minder invloed op de zaak uitoefenen. Beide strategieën kunnen echter afwijken van wat er van rechters verwacht wordt.
In paragraaf 4 komen inzichten uit de gedragseconomie aan bod. Het enkele feit dat er in een massavordering meerdere personen betrokken zijn, kan de wijze waarop rechters een zaak bezien, beïnvloeden. De grotere emotionele lading als er meer slachtoffers zijn, het feit dat er een groep in plaats van een individu in de procedure betrokken is, en de omstandigheid dat er in die groep ‘uitschieters’ kunnen zijn, kunnen allemaal effect hebben op de wijze waarop de rechter handelt. Het is dus zeer de vraag of rechters wel de volledig neutrale beslisser kunnen zijn die ze geacht worden te zijn.
In paragraaf 5 geven de auteurs aan dat de taken van WCAM-rechters in de metafoor van herdershond, veedrijver en goede herder passen en dat er ook in deze procedure veel van de rechters wordt verwacht. Ook bespreken zij de vraag of het werken met meervoudige kamers de genoemde problemen kan oplossen.
Geconcludeerd wordt in paragraaf 6 dat de visie dat rechters louter neutrale beslissers zijn, niet overeenkomt met inzichten uit de sociale wetenschappen. Het zou dus goed zijn om, bij het beoordelen van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe procedures voor het afhandelen van massavorderingen, met deze inzichten rekening te houden, om zo te voorkomen dat er te veel nadruk wordt gelegd op de bevoegdheden en houding van rechters.
Judges and Mass Litigation: Revisiting the Judicial Cathedral through Rational Choice Theory and Behavioural Economics
Bron:
AV&S 2014/7, afl. 2