Levensfaseplanning als toekomstbestendige ondersteuning

VR-kort
Artikel
19 februari 2020

Astrid Merkx en Jeroen Goeseije
Herstelgerichte dienstverlening is binnen de letselschadebranche geen nieuw begrip. Deze richt zich op het herstel van een persoon met letselschade door het verlenen van hulp en het organiseren van maatregelen voor slachtoffers. De afgelopen jaren is de nadruk steeds meer op maatregelen komen te liggen die nodig zijn om het slachtoffer weer een herstel van autonomie te geven. Hierbij wordt steeds vaker de vraag naar een concrete, meer planmatige aanpak centraal gesteld. Voor deze planmatige aanpak is al een goede basis in de Handreiking Zorgschade gelegd. Deze handreiking heeft als doel letselschadeslachtoffers en patiënten met een blijvende, intensieve en complexe bovengenoemde zorgvraag te faciliteren in de zorgsituatie die bij hun wensen en mogelijkheden past. Bovendien beoogt de handreiking ook bij te dragen aan een uniforme en professionele beoordeling van de noodzakelijke zorgbehoefte en de daarmee gepaard gaande kosten. Naast deze noodzakelijke zorgbehoefte kan er sprake zijn van een voortdurende zorgbehoefte.
Hoewel de voortdurende zorgbehoefte permanent van aard is, wil dit nog niet zeggen dat het beloop een stabiele ontwikkeling laat zien. Om een en ander aan deze zorgbehoefte in kaart te brengen is in maart 2019 een studie begonnen naar een meer concrete en planmatige aanpak in kwesties waarin sprake is van ernstig letsel met blijvende ernstige beperkingen. De belangrijkste uitkomst is de levensfaseplanning. De levensfaseplanning gaat verder dan de herstelgerichte dienstverlening.
In dit artikel leggen de auteurs uit welke theoretische kaders en methoden aan deze aanpak bij zorgschade ten grondslag liggen en wat dit eventueel voor onze Nederlandse situatie zou kunnen betekenen. Om dit goed over het voetlicht te brengen, is het eerst van belang uit te leggen wat levensfaseplanning is en hoe die in verband staat met de bestaande ‘lifecareplanning’ in de Verenigde Staten. Vervolgens is het de vraag wat wij van de Amerikaanse aanpak kunnen leren.
De auteurs concluderen dat levensfaseplanning na een ongeval een allesomvattend en concreet plan van aanpak is om met de uitdagingen om te gaan die als gevolg van letselschade optreden. Het is een middel waarmee aan een toekomstbestendige invulling van de zorgbehoefte wordt gewerkt. Door het inzetten van de juiste expertise en het samenbrengen van de hele zorgbehoefte in een compleet pakket kan een belanghebbende beter worden geholpen. In de beginfase wordt meer tijd geïnvesteerd, zodat in de toekomst minder onverwachte problemen de kop opsteken. Dit resulteert uiteindelijk in tijdwinst, maar leidt zeker ook tot een zo veel als mogelijk bestendige en toekomstgerichte oplossing. Bovendien biedt het plan meer duidelijkheid voor de belanghebbende, de belangenbehartiger en de verzekeraar.
Naar mening van de auteurs moet eraan worden gewerkt om de beroepsgroep die zich met dit belangrijke onderdeel van de behandeling van letselschade bezighoudt, verder te professionaliseren en te certificeren. Het is van belang een goed curriculum samen te stellen waarin de competenties en vaardigheden van de professional worden beschreven. In combinatie met levensfaseplanning zouden we dan tot een meer concrete aanpak kunnen komen, waardoor onverwachte situaties zo veel als mogelijk worden voorkomen.
 

Bron: 
PIV-Bulletin 2019, nr. 4, p. 11-15