'A passenger has become sick – is there a lawyer on board?'

VR-kort
Artikel
14 maart 2014

Aansprakelijkheid op grond van de Conventie van Montreal bij medische incidenten van passagiers
D.P.C. de Rooy, MD, LLM
Een passagier ontwikkelt tijdens een trans-Atlantische vlucht hartklachten. De aan boord aanwezige automatisch externe defibrillator (AED) functioneert niet. De bemanning gaat af op de adviezen van een passagier-psychiater, en negeert daarbij de instructies van de ‘operations manual’.  Achteraf blijkt dat de passagier onherstelbare schade aan zijn hart heeft opgelopen. Hij spreekt de luchtvaartmaatschappij aan, waarbij hij stelt dat er een ‘accident’ in de zin van art. 17 Verdrag van Montreal heeft plaatsgevonden, en dat de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk is voor zijn schade. Had de bemanning op de adviezen van de psychiater mogen vertrouwen? Heeft de claim van de passagier enige kans van slagen? Maakt het daarbij uit of hij zijn vordering instelt bij een Amerikaanse of bij een Nederlandse rechtbank? Na een korte inleiding worden deze vragen door de auteur behandeld.
Hij concludeert dat wanneer een incident mede is veroorzaakt of is verergerd door (nalaten te) handelen van bemanningsleden, het in de rede ligt dat de luchtvaartmaatschappij daarvoor aansprakelijk kan zijn. Voor de rechtszekerheid van zowel maatschappijen als passagiers is essentieel dat eventuele aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij uitsluitend wordt beoordeeld aan de hand van het Verdrag van Montreal. Bij exclusiviteit van dit verdrag moet dan eigenlijk wel worden geaccepteerd dat ook een nalaten een ‘accident’ kan zijn, omdat anders passagiers die in de lucht schade lijden door een nalaten, rechteloos zouden zijn. Een nalaten kan heel wel ‘unusual, unexpected and external to the passenger’ zijn, en ook heel goed tot schade lijden, net zoals een ongeval dat kan doen. Wanneer art. 17 Montreal exclusief de aansprakelijkheid voor letselschade regelt, sluit een nalaten als ‘accident’ aanmerken het beste aan bij de realiteit, namelijk dat ook laksheid en slechte training van bemanningsleden tot schade kunnen leiden. Art. 17 Montreal en de hierop gebaseerde jurisprudentie van het Supreme Court bieden uitstekende mogelijkheden om op een rechtvaardige en praktische wijze eventuele aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij bij medische problemen van passagiers vast te stellen. Van aansprakelijkheid kan alleen sprake zijn als de reactie van (medewerkers van) de luchtvaartmaatschappij ‘unusual and unexpected’ is. Door het Supreme Court is naar oordeel van de auteur terecht bepaald dat ook een nalaten een 'art. 17'-accident kan zijn. Het is in het belang van zowel passagiers als luchtvaartmaatschappijen dat de in de Verenigde Staten ontwikkelde leer, vooral ook wat betreft de exclusiviteit, door rechters in andere landen wordt overgenomen, en niet dat via het criterium ‘voldoende verband met de vluchtuitvoering’, de plaats van art. 17 Montreal wordt ingenomen door het nationaal onrechtmatigedaadsrecht.
(VR 2014/12)
 

Bron: 
Tijdschrift Vervoer en Recht 2013, nr. 5, p. 121-126