Privacy: een groot goed?!

VR-kort
Artikel
15 oktober 2014

Mr. P.J. klein Gunnewiek
Privacy is een recht dat steeds belangrijker wordt in een snel veranderende (digitale) samenleving, waarin veel data worden vastgelegd. Ten aanzien van de digitalisering is voor de auteur met name relevant dat eenieder de mogelijkheid moet hebben om zelf te bepalen in hoeverre gegevens over de eigen persoon voor anderen beschikbaar komen. Ook in de letselschadepraktijk is privacy een issue. Vaak gaat het dan om de privacy van de benadeelde versus het recht van de aansprakelijke partij op een eerlijk proces. De schrijver geeft eerst een overzicht van de diverse nationale en internationale privacyregels, waarbij hij zich met name concentreert op de bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens. Daarna zet hij aan de hand van een analyse van (recente) rechtspraak over het inzagerecht en het persoonlijk onderzoek uiteen op welke wijze de belangenafweging wordt gemaakt.
De algemene beginselen voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens zijn te vinden in artikel 6 en 7 Wbp: per-soonsgegevens worden in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt en worden verzameld voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Voor de auteur is artikel 8 Wbp het belangrijkste artikel voor beantwoording van de vraag wanneer persoonsgegevens mogen worden verwerkt. Hierin staan namelijk de rechtvaardigingsgronden voor het verwerken van persoonsgegevens. Steeds moet worden nagegaan of er een rechtmatige grondslag bestaat voor de verwerking, zoals toestemming, uitvoering van de overeenkomst, een wettelijke verplichting of een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of een derde.
In letselschadezaken gaat het vrijwel altijd om medische gegevens. Ter beoordeling van de aansprakelijkheid en de omvang van de schade worden vaak medische gegevens opgevraagd bij de behandelende sector. In dergelijke situaties zal naast artikel 8 Wbp ook rekening worden gehouden met het verbod op het verwerken van dit soort gevoelige gegevens ex artikel 16 Wbp. Uitzonderingen op het verbod om gegevens omtrent gezondheid te verwerken staan in artikel 21 en 23 Wbp. De uitzonderingen zijn: uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene, spontane en duidelijke openbaarmaking door de betrokkene en de uitoefening of verdediging van een recht in rechte.
De wet geeft de betrokkene enkele specifieke rechten, zoals het inzagerecht. Dit inzagerecht kan worden geweigerd indien sprake is van een van de uitzonderingen in artikel 43 Wbp. Hierbij moeten de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht worden genomen. Aan de hand van rechtspraak wordt op het inzagerecht en de uitzonderingen nader ingegaan.
Privacy speelt ook een belangrijke rol als een verzekeraar besluit over te gaan tot het (laten) verrichten van een persoonlijk onderzoek. De verzekeraar en het mogelijk ingeschakelde onderzoeksbureau zal moeten handelen conform de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (GPO). De GPO sluit aan bij de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen en is opgesteld voor de situatie waarin (aanvullend) onderzoek nodig is die de persoonlijke levenssfeer van een betrokkene kan raken. Een verzekeraar zal voorafgaand aan het (laten) verrichten van een persoonlijk onderzoek moeten toetsen of het onderzoek een onevenredige inbreuk maakt op de privacybelangen van de betrokkene. Rechtspraak ter zake van het persoonlijk onderzoek wordt besproken.
De schrijver concludeert dat bij de toets of een inzageverzoek moet worden gehonoreerd, nagegaan moet worden of de opgevraagde stukken onder de reikwijdte van de Wbp vallen en zo ja, of de bescherming van een betrokkene of de rechten en vrijheden van anderen dienen voor te gaan op het recht van inzage. Ten aanzien van het persoonlijk onderzoek moet eerst worden bekeken of een onderzoek daadwerkelijk een inbreuk op de privacybelangen van de betrokkene oplevert. Als dat zo is, moet op basis van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit worden getoetst of de inbreuk gerechtvaardigd is, gegeven de concrete omstandigheden van het geval.
 

Bron: 
Letsel & Schade 2014, afl. 2, p. 32-40