Schadevergoeding anders dan in geld: cash is not always king

VR-kort
Artikel
15 januari 2020

S. de Rey
Naast schadevergoeding in geld, is ook schadevergoeding in natura een wettige vorm van schadeloosstelling (art. 6:103 BW). Anders dan schadevergoeding in geld biedt schadevergoeding in natura geen louter financiële compensatie voor de geleden schade. Met een materiële handeling of een rechtshandeling probeert het deze schade in werkelijkheid te vergoeden of ongedaan te maken. Tot voor kort bleven de toepassingen van schadevergoeding in natura in de Nederlandse rechtspraak eerder schaars. Er bestaan geen empirische onderzoeksresultaten die deze vaststelling steunen, maar uit een eerste consultatie van de rechtspraak bleek dat schadevergoeding in natura vrij weinig wordt toegekend. Ook in de rechtsleer geniet deze alternatieve vorm van schadevergoeding relatief beperkte aandacht. Met een belangwekkend arrest van 24 februari 2017 (Gemeente Heusden/verweerders) zet de Hoge Raad schadevergoeding in natura opnieuw op de kaart.
Zoals blijkt uit twee gepubliceerde beslissingen die dit arrest toepassen, zou deze rechtspraak er wel eens voor kunnen zorgen dat schadevergoeding in natura vaker wordt aangegrepen als een nuttig alternatief voor schadevergoeding. Op basis van de rechtsvergelijkende inzichten in zijn proefschrift dat aan schadevergoeding in natura is gewijd, wil de auteur aantonen dat art. 6:103 BW inderdaad ook in andere gevallen het juridisch aanknopingspunt kan zijn voor een minder rigide en een meer creatieve wijze van schadevergoeding, die soms meer op de aard van de schade en/of de behoeften van (een van de) partijen is afgestemd.
Eerst identificeert de auteur de prototypische toepassingsgevallen waarin schadevergoeding in natura voor partijen dienstig kan zijn. Daarna staat hij stil bij de codificatie van art. 6:103 BW. Aansluitend worden de keuzes van de wetgever in art. 6:103 BW in rechtsvergelijkend perspectief geplaatst. Vervolgens legt hij op basis van de buitenlandse rechtspraak toepassingsgevallen bloot die illustreren dat het potentieel van schadevergoeding in natura nog niet helemaal ontgonnen is, zowel voor schade uit onrechtmatige daad als voor schade uit wanprestatie.
De rechtsvergelijkende analyse toont aan dat er inderdaad toepassingsgevallen bestaan waarin schadevergoeding in natura voor de schuldeiser, de schuldenaar en soms voor beiden, een nuttig alternatief voor schadevergoeding in geld kan zijn. Hoewel geldelijke schadevergoeding kwantitatief wellicht de belangrijkste schadevergoedingsvorm blijft, is het duidelijk dat binnen een modern schadevergoedingsrecht ook schadevergoeding in natura een rol te vervullen heeft. Dat geldt niet alleen voor schade uit onrechtmatige daad, maar ook voor schade uit wanprestatie.

Bron: 
NTBR 2019, afl. 9/10, p. 201-208