Sinds 1 oktober 2014 wordt sneller actie ondernomen tegen beginnende bestuurders die zich gevaarlijk of roekeloos gedragen in het verkeer. De beginnersregeling wordt aangescherpt zodat bestuurders al bij 2 in plaats van 3 strafpunten binnen 5 jaar naar het CBR worden gestuurd voor een rijvaardigheidsonderzoek. De nieuwe norm moet de verkeersveiligheid vergroten.
Jaarlijks halen zo’n 250.000 mensen in Nederland een rijbewijs. Deze beginnende bestuurders begaan vaker verkeersovertredingen dan hun meer ervaren medeweggebruikers. Daarnaast zijn ze relatief vaak betrokken bij ongevallen. Door de aangescherpte norm kan eerder actie worden ondernomen in de vorm van een tijdelijke schorsing van het rijbewijs en een rijvaardigheidsonderzoek. Beginnende bestuurders krijgen strafpunten voor bumperkleven met een hoge snelheid, grote snelheidsovertredingen en het veroorzaken van ernstige ongevallen.
Iedereen van 18 jaar of ouder die voor het eerst zijn rijbewijs haalt, is de 1e 5 jaar beginnend bestuurder. Voor jongeren die op 16- of 17-jarige leeftijd hun 1e rijbewijs (bijvoorbeeld voor bromfiets of personenauto) hebben gehaald, geldt een termijn van 7 jaar. Bij 2 strafpunten binnen de 5 (of 7) jaar licht het Openbaar Ministerie (OM) het CBR in. Vervolgens legt de bestuurder een rijvaardigheidsonderzoek af bij het CBR. Wanneer de bestuurder hier niet voor slaagt, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en moet het rijbewijs opnieuw worden gehaald. Bestuurders die al 1 of 2 strafpunten hebben gekregen vóór 1 oktober 2014 vallen nog onder de oude regeling. In hun geval volgt pas na 3 strafpunten een rijvaardigheidsonderzoek bij het CBR.
Met deze aanpassing heeft minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) de beginnersregeling uit 2002 in lijn gebracht met het puntenrijbewijs voor alcoholgebruik in het verkeer dat voor álle rijbewijsbezitters geldt. De norm hiervoor lag al op 2 strafpunten waarna het rijbewijs ongeldig wordt.
Sneller ingrijpen bij gevaarlijk gedrag beginnende bestuurder
Bron:
Nieuwsbericht ministerie van Infrastructuur en Milieu 1 oktober 2014