Terug op de agenda: het verlangen de verzekeraar te ‘straffen’ voor het verloop van de schadeafhandeling

VR-kort
Artikel
18 september 2019

Prof. mr. N. van Tiggele-van der Velde
Met het op 26 maart 2019 aan minister van Justitie en Veiligheid stellen van de vraag wat hij vindt van het voorstel om ‘bij onnodig rekken van een letselschadezaak de verzekeraar te kunnen veroordelen tot een hoger schadebedrag’ is het verlangen om de verzekeraar ‘te straffen’ terug op de agenda gekomen. In de beantwoording van de bedoelde Kamervraag verwijst de minister naar het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 11 december 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:10759).
In dit artikel bespreekt de auteur het palet van mogelijke schadeplichtigheid van een verzekeraar in de situatie waarin deze zich schuldig maakt aan een ‘onverkwikkelijke afwikkeling van de schade’. Centraal staat de mogelijk onzorgvuldige schadeafwikkeling door de verzekeraar in diens relatie tot het slachtoffer. In haar bespreking plaatst en bespreekt de auteur ook de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden.
Naar huidig recht kan de rechter de verzekeraar veroordelen tot het vergoeden van schade als de schadeafhandeling verwijtbaar traag is gelopen en de gekwetste daardoor schade heeft opgelopen. De auteur concludeert echter dat het arrest waar door de minister naar wordt verwezen, daarvoor niet illustratief mag worden geacht.
 

Bron: 
AV&S 2019, afl. 3, p. 77-82