De in razend tempo toenemende hoeveelheid technologie in auto’s leidt tot nieuwe kansen voor verzekeraars. Door de opmars van technologie in voertuigen ontstaan nieuwe risico’s en uitdagingen op het terrein van aansprakelijkheid en verkeersveiligheid. De autoverzekeringsmarkt zal nieuwe verzekeringsproducten moeten ontwikkelen. Het Verbond van Verzekeraars wil deze ontwikkelingen faciliteren en start een onderzoek naar de kansen en valkuilen van een directe verzekering, een totaal ander verzekeringssysteem.
In de visie ‘Onderweg naar morgen’ constateert het Verbond dat motorrijtuigenverzekeraars opereren in een sterk concurrerende markt, die door nieuwe technologieën ook nog eens sterk verandert. Deze ‘megatrend’ zal grote invloed hebben op de te verzekeren risico’s én op de wensen van de klant. De verschuiving van bezit naar gebruik vraagt om andere verzekeringsproducten. De (toe)komst van de zelfsturende auto zorgt ervoor dat de klant ook als bestuurder van een voertuig volledig verzekerd wil zijn voor personenschade: zijn positie wordt gelijk aan die van een inzittende.
Ook zal, bij het ongewijzigd laten van het huidige verzekeringssysteem, veel meer discussie ontstaan over aansprakelijkheid als de oorzaak van ongevallen niet langer ligt aan het rijgedrag van de bestuurder, maar opschuift naar eventueel falende techniek in het voertuig. Anders gezegd: een zelfsturende auto die door falende techniek een voetganger aanrijdt is qua aansprakelijkheid – in welke van de tientallen softwareproducten zat de ‘bug’? – veel lastiger dan wanneer iemand zoals nu met zijn handen aan het stuur zit.
Een mogelijke oplossing voor deze vraagstukken ziet het Verbond in de directe verzekering, ofwel een verkeersverzekering. In een dergelijke ‘first party’-verzekering handelt de verzekeraar de schade af voor zijn of haar eigen verzekerde. De directe verzekering is voordelig voor slachtoffers: (letsel)schade kan veel sneller en efficiënter worden afgewikkeld. Dat voorkomt langslepende aansprakelijkheidsdiscussies, zeker nu de hoeveelheid techniek in auto’s toeneemt. Ook is bij deze verzekering de schade van de bestuurder van het voertuig meeverzekerd. Om de verzekering betaalbaar te houden, zullen beperkingen in de te vergoeden schadeposten en een maximering van de omvang noodzakelijk zijn.
Het Verbond begint een onderzoek naar de haalbaarheid van een directe verzekering, wat een ingewikkeld en complex (wetgevings)proces is, en waarbij informatie en opinies van stakeholders zullen worden betrokken. Niet langer is het de dader die het slachtoffer een schadevergoeding moet betalen, maar het slachtoffer zelf die aanspraak maakt op zijn eigen verzekering. Bij de afwikkeling van de kettingbotsing in Zeeland in september 2014 – één van de grootste ooit met 150 betrokken voertuigen en veel slachtoffers – is hier goede ervaring mee opgedaan. Bij de schadeafhandeling werd geen onderscheid gemaakt tussen casco- en WA-schades en konden ook betrokkenen met een WA-polis hun schade indienen bij hun eigen verzekeraar.
In de visie ‘Onderweg naar morgen’ zoomt het Verbond ook in op andere (technologische) ontwikkelingen die de verzekeringsbranche raken en kansen bieden. Zo kunnen verzekeraars samen met autoproducenten en de overheid een rol spelen in het vergroten van de verkeersveiligheid door rijtaakondersteunende systemen in auto’s te stimuleren. De toename van technologie betekent ook dat andere, nieuwe risico’s zullen ontstaan. Verzekeraars zien het informeren van klanten hierover als een belangrijke taak.
Verbond onderzoekt mogelijkheid directe verzekering
Bron:
Persbericht Verbond van Verzekeraars d.d. 23 november 2015