Zoeken

15 resultaten gevonden

  1. VR 2022/02 Mobiele telefoon. Vasthouden. Bewijs.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”.De bestuurder hield het voertuig niet strak op de rijstrook, maar slingerde licht. Dit gaf de ambtenaar aanleiding om links naast de personenauto te gaan rijden om erin te kunnen kijken. Vanuit deze positie keek de ambtenaar in de personenauto en zag dat de bestuurder een geactiveerde mobiele telefoon in zijn rechterhand vasthield. Vervolgens is de bestuurder
  2. VR 2022/03 Verkeerde feitcode.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 186,- voor: “VF021 - overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 21 km/h”. Deze gedraging zou zijn verricht op 3 oktober 2017 om 11.55 uur op de Hoofdweg in Zegveld.Het hof kan niet vaststellen dat de gedraging is verricht. De verweten gedraging die hoort bij feitcode VF021 betreft namelijk een overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van het RVV 1990, dat luidt als volgt: “Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden: a. voor motorvoertuigen op
  3. VR 2022/04 Parkeren. Parkeervak.

    Jurisprudentie
    Van bestuurders die gebruik willen maken van een parkeerplaats mag worden verwacht dat zij de nodige moeite doen om zich ervan te vergewissen dat het parkeren op de gekozen parkeerplaats op de voorgeschreven wijze geschiedt. Dit geldt ook indien sneeuw de tekens op het wegdek tijdelijk onzichtbaar maakt. Een bestuurder dient in dat geval de sneeuw te verwijderen teneinde zich ervan te vergewissen of hij zijn voertuig op de juiste wijze heeft geparkeerd. Indien vervolgens blijkt dat dit niet het geval is, zal een andere parkeerplaats gezocht moeten worden. Hetzelfde geldt indien een ander
  4. VR 2022/05 Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats. Voor het openbaar verkeer openstaande weg. Omstandigheid die het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkt?

    Jurisprudentie
    De betrokkene heeft geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats van het Groene Hart Ziekenhuis. De omstandigheid dat het bord waarop wordt vermeld dat op het parkeerterrein van het Groene Hart Ziekenhuis de regels van de WVW 1994 gelden niet leesbaar is, omdat dit bord gedeeltelijk aan het zicht is onttrokken door een heg, geeft geen aanleiding om de sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Geen rechtsregel schrijft immers voor dat men hierop moet worden gewezen. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van de geldende verkeersregels
  5. VR 2022/06 Mobiel elektronisch apparaat. Mobiele telefoon. Vasthouden. Legaliteitsbeginsel.

    Jurisprudentie
    In dit geval - telefoon ligt op het bovenbeen - is geen sprake van een aan de bestuurder bevestigd hulpmiddel. Ten tijde van de constatering werd niet gebruik gemaakt van de telefoon. Bij bijvoorbeeld een zijwaartse beweging of plotseling remmen is er een gerede kans dat de telefoon valt. Dat kan een gevaarlijke situatie opleveren. Het los op een been of op de schoot laten liggen van een telefoon vormt dan ook een risico voor de verkeersveiligheid. Deze gevaarzetting is niet doorslaggevend bij de vraag of sprake is van ‘vasthouden’ in de zin van artikel 61a RVV 1990. Het gaat een redelijke
  6. VR 2022/07 Mobiel elektronisch apparaat. Mobiele telefoon. Vasthouden. Legaliteitsbeginsel.

    Jurisprudentie
    Hetgeen op grond van artikel 61a RVV 1990 “mag” en “niet mag” is bepaald diffuus en weinig inzichtelijk en voorspelbaar. Dat is nu echter precies wat het legaliteitsbeginsel wil voorkomen: het moet voor (in dit geval) de bestuurder duidelijk zijn wat mag en wat niet mag, alvorens aan dat laatste door het CVOM een sanctie kan worden verbonden. Loslaten kan filosofisch beschouwd wellicht een vorm van vasthouden zijn, maar naar de gebruikelijke, taalkundige betekenis is het dat niet. Het heeft de betrokkene niet duidelijk moeten zijn dat het los op het been of op schoot hebben liggen van een
  7. VR 2022/08 Dood door schuld. Aanmerkelijke schuld. Maximumsnelheid. Verkeersfout van het slachtoffer.

    Jurisprudentie
    De verdachte reed in de nacht van 15 juli 2016 als zogenaamde ‘zwarte taxi’ enkele jongens naar huis, waarbij hij met een snelheid heeft gereden van minimaal 110 en maximaal 132 kilometer per uur. Op de Ringbaan Zuid, de plaats waar het ongeval heeft plaatsgevonden, gold een maximumsnelheid van 70 kilometer per uur. Doordat de verdachte zo hard reed, heeft hij niet kunnen anticiperen op het slachtoffer dat op haar fiets overstak. Het slachtoffer liep ten gevolge van de aanrijding met het door de verdachte bestuurde motorrijtuig zwaar lichamelijk letsel op.Het hof acht derhalve wettig en
  8. VR 2022/09 Bestuurder. Bromfiets.

    Jurisprudentie
    De bestuurder van een motorrijtuig is diegene die de bedieningsorganen van een motorrijtuig hanteert en door middel daarvan de voortbeweging en rijrichting van het motorrijtuig beïnvloedt. Deze beïnvloeding hoeft niet noodzakelijkerwijs via het gebruik van het motorvermogen te gaan. Als besturen van een motorrijtuig kan onder andere worden aangemerkt het duwen of aan de hand meevoeren van een motorrijtuig.De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat de V-snaar van zijn bromfiets was gebroken en dat hij daarom op zijn bromfiets ‘stepte’. Op het moment dat hij vaart maakte
  9. VR 2022/10 Dood door schuld. Aanmerkelijke schuld?

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met een door hem bestuurd motorrijtuig op de weg zittende personen aangereden, waardoor een van deze personen werd gedood en drie anderen zwaar lichamelijk letsel opliepen. Aan de verdachte is primair overtreding van artikel 6 WVW 1994 tenlastegelegd, waarbij het bestanddeel “schuld” nader is omschreven als “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend”. Verdachte reed in zijn bestelauto ten tijde van het ongeval naar schatting rond de 50 km per uur. Op dat moment was het festival Pinkpop reeds enkele uren afgelopen. Wel waren er nog mensen op straat aanwezig
  10. VR 2022/11 Aanrijding vrachtwagen tegen overhangend pand; op terrein gevestigde financiële holding niet aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    Een werknemer van onderneming A levert goederen af op het bedrijfsterrein van Baggermaatschappij Boskalis (B). B is een dochtermaatschappij van KBW. Eén van de kantoorpanden op het bedrijfsterrein hangt gedeeltelijk over de x-straat, op een hoogte van 3.60 meter. Bij het verlaten van het bedrijfsterrein rijdt de werknemer met de vrachtauto tegen het overhangende pand. De vrachtwagen is 4 meter hoog en kan niet onder het overhangende pand doorrijden. A stelt KBW aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden en beroept zich op art. 6:174 BW, art. 6:181 BW en art
  11. VR 2022/12 Aanrijding tegen overhangend pand; gemeente niet aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    Een werknemer (W) van onderneming A levert goederen af op het bedrijfsterrein van Baggermaatschappij Boskalis (B). W rijdt het terrein op bij de leveranciersingang. Op de beoogde losplaats wordt W doorgestuurd naar een andere losplaats vanwege de grootte van zijn lading. W rijdt via een openstaand schuifhek het achtergelegen personeelsparkeerterrein op. Dat hek staat toevallig open, omdat daar bestratingswerkzaamheden plaatsvinden. W meldt zich vervolgens op de losplaats. Na het lossen rijdt W naar de dichtstbijzijnde uitrit van het parkeerterrein. Die uitrit komt op de x-straat uit. In de x
  12. VR 2022/13 Letselschade zelfstandige; verlies aan verdienvermogen; smartengeld.

    Jurisprudentie
    In 2012 rijdt een vrachtauto automobilist A aan. De WAM-verzekeraar van de vrachtauto (B) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. Ten tijde van het ongeval werkt A als zelfstandige. Hij houdt zich bezig met het verkopen en plaatsen van raamshutters. Ook is A eigenaar van vier bedrijfspanden die hij verhuurt. In 2016 en 2017 verkoopt A de panden aan derden. In juli 2018 verkoopt A zijn woning en verhuist hij met zijn gezin naar Spanje. In juni 2020 verhuizen zij terug naar Nederland. Om inzicht te krijgen in de klachten van A als gevolg van het ongeval, schakelen A en B orthopedisch chirurg
  13. VR 2022/14 Busje rijdt tegen dranghek; wegbeheerder aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    In 2019 vonden snoeiwerkzaamheden plaats in de gemeente Berg en Dal. Een medewerker van de gemeente had in verband met de snoeiwerkzaamheden een dranghek van 2,5 meter breed op straat X geplaatst. Straat X is 4,5 meter breed. Aan weerszijden zijn fietssuggestiestroken aangebracht. Het hek stond dwars op de weg, met één poot in de berm en de andere poot op ongeveer 20/30 cm van het midden van de weg, op de eigen weghelft. Het hek had aan één zijde reflectoren en een verkeersbord. Die waren zichtbaar voor bestuurders die vanaf straat Y straat X wilden oprijden. A reed met zijn busje vanaf zijn
  14. VR 2022/15 Kind beschadigt andermans auto; risicoaansprakelijkheid ouder; 100% eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 16 februari 2018 heeft A aan haar aansprakelijkheidsverzekeraar (B) gemeld dat haar driejarige zoon (X) het panoramadak en de motorkap van de Volkswagen van een vriend (C) heeft vernield. X was met C mee in de auto. Toen C ging tanken, zou X zijn veiligheidsgordel hebben opengemaakt, het panoramadak hebben geopend en daaraan zijn gaan hangen. Ook zou hij een blikje frisdrank door het dak naar buiten hebben gegooid op de motorkap. Het panoramadak kon open, omdat C het contact had "aangelaten". A heeft haar vordering op B overgedragen aan C. C stelt dat A op grond van art. 6:169 lid 1 BW
  15. VR 2022/16 Aanrijding fietser en Birò. Causaliteitsverdeling/eigen schuld. Birò mocht in voetgangerszone rijden. Geen gelijkwaardig kruispunt, maar uitrit.

    Jurisprudentie
    Fietser X wordt op 8 augustus 2018 in een voetgangerszone waar fietsen is toegestaan aangereden door Y, bestuurder van een Birò. De fiets van X is beschadigd en zij loopt letsel op, waardoor zij geopereerd moet worden. X vordert een verklaring voor recht dat de schadevergoedingsplicht niet moet worden verminderd als gevolg van eigen schuld van X, dan wel (subsidiair) dat dit eigen schuldpercentage op minder dan 50% wordt vastgesteld. Zij stelt dat geen sprake is van eigen schuld, omdat de Birò niet in de voetgangerszone mocht rijden, Y te hard reed en X van rechts kwam en dus geen

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!