Zoeken

15 resultaten gevonden

  1. VR 2022/35 Telefoon vasthouden. Fietser.

    Jurisprudentie
    Op basis van deze verklaring van de ambtenaar kan niet worden vastgesteld dat de betrokkene tijdens het fietsen een mobiel elektronisch apparaat vasthield. De verklaring van de ambtenaar dat hij zag dat de betrokkene met een mobiel aan het bellen was, geeft daaromtrent onvoldoende uitsluitsel, nu bellen ook mogelijk is zonder de telefoon, althans een elektronisch apparaat, vast te houden. Derhalve kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.
  2. VR 2022/36 Dood door schuld. Bedieningsfout.

    Jurisprudentie
    De verdachte, buschauffeur, trapt op het gaspedaal in plaats van op de rem. Daardoor botst hij met de bus tegen een bakfiets. De bestuurster van de bakfiets en haar ongeboren kind komen om het leven, haar tweejarige zoon overleeft het ongeval. Het intrappen van het gaspedaal in plaats van de rem en vervolgens het ingetrapt houden van het gaspedaal is een bedieningsfout die niet elke chauffeur wel eens overkomt, laat staan een beroepschauffeur als verdachte. Als beroepschauffeur mag van verdachte worden verwacht dat hij altijd oplet, dat hij het juiste pedaal intrapt en dat hij, als hij het
  3. VR 2022/37 Letselschadezaak; deskundigenrapporten; causaal verband.

    Jurisprudentie
    A heeft in 1999 een motorongeval gehad. De verzekeraar van de betrokken auto (B) heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Bij het ongeval heeft A fracturen in de rechterenkel, een fractuur in het linker kuitbeen en diverse vleeswonden en kneuzingen opgelopen. A ervaart nadien ernstige pijnklachten en leidt een leven van iemand die invalide is: ze draagt speciaal schoeisel, kan nauwelijks lopen, maakt buitenshuis gebruik van een rolstoel en scootmobiel, binnenhuis van een trippelstoel en ze moet veel liggen. Tussen A en B is in geschil of een causaal verband bestaat
  4. VR 2022/38 Waarborgfonds aansprakelijk? Onbekend gebleven bestuurder betrokken bij ongeval? Bewijslast.

    Jurisprudentie
    Op 6 november 2019 heeft een ongeval op de snelweg plaatsgevonden. X stelt dat zijn auto van linksachter is geraakt door een vrachtwagen, zijn auto als gevolg hiervan is gaan draaien, op een andere rijbaan is beland, waarna hij door een tweede vrachtwagen is aangereden. X en de bestuurder van de tweede vrachtwagen hebben een aanrijdingsformulier ingevuld. X doet aangifte bij de politie dat een onbekend gebleven bestuurder (van de eerste vrachtwagen) na betrokken te zijn geweest bij het verkeersongeval is weggereden zonder zijn gegevens achter te laten. Hij doet aanspraak op schadevergoeding
  5. VR 2022/39 Soliste valt op podium. Heeft concertgebouw gevaarzettende situatie gecreëerd? Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

    Jurisprudentie
    X is professioneel musicus en zangeres. Op 12 januari 2019 komt zij na afloop van de generale repetitie voor een concert ten val. Zij struikelt over een schriklat die technici op het podium hadden laten liggen, waarbij ze letsel oploopt aan haar linkerarm en -schouder. X vordert een verklaring voor recht dat De Doelen, exploitant van het concertgebouw, aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Ze stelt dat De Doelen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, omdat De Doelen een gevaarzettende situatie zou hebben gecreëerd. De Doelen ontkent dit, stelt dat sprake is van een ongelukkige
  6. VR 2022/40 Botsing auto's; voorrangsregels WVV Curaçao 2000.

    Jurisprudentie
    In 2017 rijdt automobilist A vanuit laan X linksaf laan Y op. A komt daarbij in botsing met automobilist B die op laan Y rijdt (en voor A van links komt). De auto van B raakt hierbij beschadigd. B vordert dat de WAM-verzekeraar van A (VA) wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade die B door het ongeval heeft geleden (NAƒ 31.387,60). Het gerecht wijst de vordering af. Volgens art. 41 Wegenverkeersverordening Curaçao 2000 moeten bestuurders op kruispunten in beginsel voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen. Dit is anders bij een T-splitsing: "bestuurders die een kruispunt
  7. VR 2022/41 Schadeafwikkeling: som ineens of periodiek? Doorslaggevend is gewekte verwachting. Toepasselijke rekenrente volgens Aanbevelingen rechtspraak, niet 'spiegelmethode'.

    Jurisprudentie
    Op 8 augustus 2010 raakt X als bijrijder ernstig gewond door een verkeersongeval. Hij houdt hieraan een mate van blijvende functionele invaliditeit van 81% over, is blijvend aangewezen op begeleiding, verblijft in een zorgcentrum en is niet in staat om loonvormende arbeid te verrichten. Univé heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid erkend. A en B, de ouders en bewindvoerders van hun zoon X, regelen de schadeafwikkeling met Univé. Partijen kunnen geen overeenstemming bereiken over de schadepost verlies aan verdienvermogen. Ze zijn verdeeld over de te hanteren rekenrente en de vraag of de
  8. VR 2022/42 Letselschade na ongeval. Vergoeding toekomstige schade onder voorbehoud?

    Jurisprudentie
    Op 21 december 2011 wordt X aangereden door een verzekerde van (de rechtsvoorgangster van) Ansvar, waarbij X letsel aan zijn rechterbeen heeft opgelopen. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid erkend. X en Ansvar zijn het eens dat X uiteindelijk een knieprothese moet krijgen, maar vanwege de mogelijke gezondheidsrisico's van de operatie stelt X deze zo lang mogelijk uit. X vordert een verklaring voor recht dat zijn schade, voor zover reeds geleden en voor zover deze nog in de toekomst ligt na afweging van goede en kwade kansen, bij voorbaat begroot wordt en dat Ansvar deze schade vergoedt door
  9. VR 2022/43 X heeft verscheidene klachten na ongeval. Causaal verband klachten en ongeval? Partijen gebonden aan rapport gezamenlijk ingeschakelde deskundige.

    Jurisprudentie
    Op 9 december 2016 wordt rijinstructrice X tijdens een rijles aangereden door een verzekerde van Bovemij. Bovemij erkent aansprakelijkheid. X en Bovemij schakelen samen neuroloog A in, om een medische expertise over de klachten van X uit te brengen. Op 27 januari 2020 levert A zijn deskundigenbericht op. Hierin stelt hij vast dat X (nek)pijnklachten heeft die passen bij een whiplash, door pijn slecht slaapt, rijangst heeft en depressief is. Hij stelt vast dat X vóór het ongeval geen neurologische klachten had en dat het onwaarschijnlijk is dat haar overige klachten zich zonder het ongeval
  10. VR 2022/44 Fietser X wordt aangereden. Causaal verband tussen ongeval, klachten, beperkingen en verlies aan verdienvermogen?

    Jurisprudentie
    Op 11 maart 2014 wordt de vijftienjarige fietser X aangereden door een auto. ASR, de verzekeraar van de bestuurder, erkent aansprakelijkheid. Gedurende de hieropvolgende zes jaar vinden verscheidene gesprekken plaats tussen X en ASR, ondergaat X verscheidene neurologische en (neuro)psychologische onderzoeken en wordt X begeleid door een re-integratiedeskundige. De neuroloog, neuropsycholoog en verzekeringsarts van ASR stellen verscheidene klachten en beperkingen vast als gevolg van het ongeval. Op 23 augustus 2020 is bij beslissing van het UWV aan X een WIA-uitkering toegekend, waarbij de
  11. VR 2022/45 Ernstig letsel fietser na aanrijding met tractor. Hoogte smartengeld afhankelijk van aard en ernst letsel, aard aansprakelijkheid en bijzondere omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Op 7 juli 2016 worden fietsster X en haar man Y van achteren geschept door een tractor met een maaibak aan de voorzijde. Y overlijdt ter plaatse en X wordt in comateuze toestand naar het ziekenhuis gebracht. X is zwaargewond en wordt tot en met 15 juli 2016 op de intensive care beademd. Nadat X uit haar coma ontwaakt, blijkt dat zij fysiek letsel en hersenletsel heeft geleden, waardoor cognitieve stoornissen zijn ontstaan. Pas rond 10 augustus 2016 wordt zij geïnformeerd over het overlijden van Y, maar het is onduidelijk of dit is binnengekomen. Van 12 augustus 2016 tot en met 1 februari 2017
  12. VR 2022/46 Aanrijding auto en fietser; voorrang; rijrichting; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 3 december 2018 om 6:40 uur fietst V - tegen de rijrichting in - op het fietspad naast weg X. Automobilist A rijdt dan (in tegengestelde richting) op weg X en slaat rechtsaf weg Y in. Die afslag is gelegen op een brede drempel, waarover ook het fietspad loopt. Op de drempel staat op dat moment een bestelbus die vanuit weg Y weg X wil oprijden. A heeft hierdoor geen goed zicht op het fietspad aan zijn linkerzijde, waar V rijdt. A komt bij het inrijden van weg X in botsing met V, die voor A van links kwam, van achter de bestelbus. Als gevolg van het ongeval loopt V ernstig letsel op aan zijn
  13. VR 2022/47 Automobilist rijdt voetganger aan; zebrapad; rood licht; 50% aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie
    In december 2015 rond 16:40 uur steekt voetganger A de weg over (in de buurt van) een zebrapad, terwijl het voetgangerslicht op rood staat. Vlak voordat A de overkant van de straat bereikt, wordt hij aangereden door automobilist B. A loopt hierbij ernstig letsel op. A verzoekt een verklaring voor recht dat B voor 100% aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelt allereerst dat B geen beroep op overmacht toekomt. Niet kan worden gezegd dat B geen enkel verwijt treft. De rechtbank wijst erop dat B A met de rechter voorkant van zijn auto heeft geraakt
  14. VR 2022/48 Bewoner zorginstelling in elektrische rolstoel botst tegen zorgmedewerker; werkgeversaansprakelijkheid.

    Jurisprudentie
    A werkt bij zorgorganisatie B. Zij werkt als verzorgster van patiënten op de somatische afdeling. In 2013 is A in botsing gekomen met een bewoner in een elektrische rolstoel. Op het Melding Ongevallen Medewerker- formulier (MOM-formulier) heeft A aangegeven dat zij uit de slaapkamer van een bewoner kwam, toen is aangereden door een andere bewoner met een elektrische stoel, waardoor zij hard op haar knieën is terechtgekomen. A verzoekt een verklaring voor recht dat (i) B als werkgever op grond van art. 7:658 BW en (ii) C als WAM-verzekeraar van de elektrische stoel aansprakelijk is voor de
  15. VR 2022/49 Arbeidsongeval met heftruck en voetganger in loods.

    Jurisprudentie
    A (18 jaar oud) heeft een bijbaantje bij B. Op 3 april 2017 rijdt in de loods van B een heftruck (kooi-aap) over de voet van A. De bestuurder van de heftruck (X) werkt bij C. De eigenaar van de heftruck is D. C en D zijn WAM-verzekerd bij V. Het rapport van de Inspectie ZSW vermeldt dat het ongeval heeft plaatsgevonden tijdens het helpen lossen van een vrachtwagen van C met tapijtrollen. A liep samen met een collega naast de stapvoets rijdende heftruck (de een aan de linkerkant, de ander aan de rechterkant) mee naar de losplaats in het magazijn. Tijdens het meelopen naar de losplaats is de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!