Zoeken

246 resultaten gevonden

  1. VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen

    Artikel
    VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen Mr. C.J.R. van Binsbergen en mr. J.C. Hoogendoorn * * Rudolf van Binsbergen is advocaat-partner bij Wille Donker advocaten en gastdocent bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Hij was betrokken bij de procedure bij de Raad van State over de milieuzone Rotterdam als advocaat van de Stichting Klassiekers Rotterdam. Corina Hoogendoorn werkte eerder als senior juridisch medewerker bij de rechtbank Amsterdam, afdeling bestuursrecht, en is thans werkzaam als paralegal bij Wille Donker advocaten. Milieu is ‘hot’
  2. VR 2018/120 Aanmerkelijke schuld? Gevaar? Doorrijden na ongeval.

    Jurisprudentie
    Vrijspraak van zwaar lichamelijk letsel door schuld en het veroorzaken van gevaar voor verkeer op de weg. Het slachtoffer heeft op de fietsersoversteekplaats het eerste deel van de weg overgestoken en is vervolgens gestopt op de middenberm, dus voor de haaientanden die duidelijk maken dat de fietser aldaar voorrang dient te verlenen aan het autoverkeer. Vanaf de middenberm is hij het tweede deel van de weg overgestoken, alwaar tijdens het oversteken de Audi A6 tegen hem aan is gereden.Op basis van het strafdossier is niet vast te stellen dat de verdachte zich ervan bewust had moeten zijn dat
  3. VR 2018/121 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Dode hoek.

    Jurisprudentie
    De verdachte, bestuurder van een vrachtwagen, volgt een motoragent op diens aanwijzing. Op een gegeven moment raakt de motoragent uit verdachtes zicht in een dode hoek van de vrachtwagen. De verdachte heeft zich daarvan geen rekenschap gegeven door naar voren te kijken of op het beeldscherm van zijn dodehoekcamera te kijken. Hij rijdt de motoragent aan die hierdoor zwaar wordt verwond. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend.
  4. VR 2018/122 Geen voorrang verlenen. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaar.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft geen voorrang verleend aan een voor hem van rechts komende motorfiets. Er is sprake van een verkeersovertreding, te weten een voorrangsfout. Hoewel verdachte bekend was met de situatie ter plaatse en wist dat hij verkeer vanaf de Noord-Zuid voorrang moest verlenen, heeft hij dit niet gedaan omdat hij de motorrijder niet heeft gezien. Hiervoor is geen verklaarbare reden aan te wijzen. Er is niet gebleken dat verdachte was afgeleid of andere voor deelname aan het verkeer geldende wettelijke gedragsregels heeft overtreden. Naar het oordeel van de rechtbank is de gemaakte
  5. VR 2018/123 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam rijden.

    Jurisprudentie
    Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Verdachte heeft als bestuurder van een bromfiets en terwijl hij onder invloed van alcohol was een fietser aangereden. De fietser heeft letsel opgelopen door de aanrijding. Verdachte heeft aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam gereden. Het ongeval is dan ook aan verdachtes schuld te wijten. Hij is in aanmerkelijke mate tekort geschoten in de zorgvuldigheid die van hem als bestuurder mocht worden verwacht.De klachten, ontstaan door het (niet aangeboren) hersenletsel ten gevolge van het ongeval, zijn nog steeds aanwezig en hebben een grote
  6. VR 2018/124 Geslotenverklaring milieuzone. Bevoegdheid buitengewoon
    opsporingsambtenaar. Geautomatiseerde constatering overtreding. Bewijs.

    Jurisprudentie
    De betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990," welke gedraging zou zijn verricht op 15 juli 2016 om 14.31 uur op de Erasmusbrug te Rotterdam.Op grond van de ten tijde van de gedraging geldende Beleidsregels boa is en boa bevoegd te handhaven op negatie van C borden (RVV 1990) in relatie tot de openbare orde. Het criterium openbare orde dient zo te worden verstaan, dat daaronder tevens valt het verbeteren van de leefbaarheid, bijvoorbeeld door
  7. VR 2018/125 Milieuzone Utrecht. Verkeersbesluit. Rechtmatigheidbebording. Rechterlijke taakverdeling. Sanctie.

    Jurisprudentie
    Volgens vaste jurisprudentie van het hof staat het niet ter beoordeling van de weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de voorschriften en terecht is geplaatst. Dat is slechts anders in geval de situatie klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop het verkeersteken betrekking heeft dat bij gevolg geven aan dat teken de veiligheid op de weg in gevaar zou worden gebracht.Inhoudelijke bezwaren tegen een verkeersbesluit dienen in de daarvoor openstaande bestuursrechtelijke procedure, die met voldoende rechtswaarborgen is omgeven, te worden aangevoerd.Indien de bestuursrechter in de hem
  8. VR 2018/126 Bekeuring op kenteken. Fietsendrager.

    Jurisprudentie
    Het kenteken op de op de auto bevestigde fietsendrager verschilt van dat op de auto. Doorgaans zal de sanctie in zaken als de onderhavige kunnen worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken op de fietsendrager in het kentekenregister is ingeschreven, nu dat kenteken overeen dient te komen met het kenteken van het voertuig waarop die fietsendrager is bevestigd. In de onderhavige zaak is echter gebleken dat het kenteken van het voertuig waarmee de gedraging is verricht niet overeenkomt met het kenteken op de fietsendrager. Het hof stelt dan ook vast dat de gedraging niet met het
  9. VR 2018/128 Milieuzone.

    Jurisprudentie
    Ter plaatse was sprake van een milieuzone, inhoudende dat de geslotenverklaring gold ten aanzien van dieselvoertuigen van voor 1 januari 2001. De onderhavige gedraging houdt in dat de betrokkene in strijd met een geslotenverklaring met een voertuig van voor 1 januari 2001 een milieuzone is ingereden. Er kan niet worden vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene een dieselvoertuig betreft van voor 1 januari 2001. Derhalve is niet komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
  10. VR 2018/129 Beschikking. Kentekenhouder. Bekeuring op kenteken.

    Jurisprudentie
    De betrokkene, bestuurder van het voertuig, bevond zich in het voertuig op het moment dat de verbalisant hem aansprak. Zowel uit de verklaring van de betrokkene als uit die van de verbalisant blijkt dat de betrokkene, nadat de verbalisant hem een aankondiging van beschikking heeft aangezegd, onmiddellijk is weggereden zodat de verbalisant geen gelegenheid meer heeft gehad de daarvoor vereiste gegevens van de betrokkene te noteren. Onder die omstandigheden kan niet worden gezegd dat de verbalisant een reële mogelijkheid heeft gehad de aankondiging van beschikking aan de betrokkene als
  11. VR 2018/13 Civiel gebruik van drones

    Artikel
    VR 2018/13 Civiel gebruik van drones Mr. A.M. Verbrugge* *Advocaat bij Van Diepen Van der Kroef te Haarlem. Er wordt veel gepubliceerd over het vliegen met drones. De voortdurende en snelle ontwikkelingen in de techniek, waaronder de informatie- en communicatietechnologie, brengen de meest fantasievolle toekomstbeelden over de toepasselijkheid van drones steeds dichter bij de werkelijkheid. Door deze snelle technische ontwikkelingen is er een roep ontstaan om vrij gebruik van drones in het luchtruim. Maar zowel voor hobbyisten als voor zakelijke gebruikers van drones bestaan er strenge
  12. VR 2018/130 Joyriding.

    Jurisprudentie
    Geïntimeerde heeft in een auto die toebehoorde aan appellante gereden zonder haar toestemming. Hij heeft daarbij een verkeersongeval veroorzaakt waarbij schade is ontstaan aan de auto. Appellante heeft hem aangesproken tot vergoeding van deze schade ad € 7.849,67. De vorderingen zijn in eerste aanleg afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft appellante voldoende aannemelijk gemaakt dat de auto haar eigendom was. Niet in geschil is dat geïntimeerde zonder haar toestemming in de auto heeft gereden en dat hij daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarvoor niemand anders
  13. VR 2018/131 Vordering handhaving fietsverkeersregels Amsterdam afgewezen.

    Jurisprudentie
    Een bewoner van de Amsterdamse binnenstad stelt zich op het standpunt dat de Minister van Justitie en Veiligheid onrechtmatig handelt, omdat de Regio Politie Amstelland tekortschiet in de handhaving van (fiets)verkeersregels. De bewoner vordert dat de voorzieningenrechter de minister veroordeelt tot het geven van opdracht aan de hoofdofficier van het Parket Amsterdam om de Regio Politie Amstelland directieven te geven om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de verkeersregels te handhaven. De voorzieningenrechter stelt voorop dat fietsers in Amsterdam geregeld verkeersregels overtreden en
  14. VR 2018/132 Dodelijk verkeersongeval; shockschade? Vergoeding voor
    affectieschade?

    Jurisprudentie
    X is in februari 2015 op de fiets aangereden door een vrachtauto en ter plekke overleden. X was afkomstig uit Frankrijk en werkte sinds enkele maanden in Nederland als au pair. Eisers zijn respectievelijk de ouders en de broer van X. De betrokken vrachtauto was WAM-verzekerd bij ABN AMRO. ABN AMRO heeft aansprakelijkheid erkend en de uitvaartkosten vergoed. Eisers vorderen (1) een verklaring voor recht dat is voldaan aan het zgn. confrontatievereiste in het kader van de shockschadejurisprudentie en (2) een veroordeling van ABN AMRO tot betaling van € 17.500,- aan ieder van hen als
  15. VR 2018/133 Aansprakelijkheid wegbeheerder; botsing met wegbarricade;
    descente.

    Jurisprudentie
    Tussenuitspraak 22 februari 2017 (ECLI:NL:OGEAA:2017:115): ten behoeve van een festival heeft X toestemming gekregen van het Land Aruba (hierna: het Land) om een weg af te sluiten door middel van een mobiele wegbarricade, die onder toezicht van de politie is geplaatst. De barricade stond op enige afstand van een kruising met verkeerslichten. Ter plaatse gold een maximumsnelheid van 80 km/u. Op 5 september omstreeks 23.20 uur reed eiser in de richting van de kruising. De verkeerslichten stonden op groen, zodat hij met onverminderde snelheid is doorgereden. Daarbij is hij in botsing gekomen
  16. VR 2018/134 Verkeersongeval; inhalen; afslaan; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Op 16 november vond omstreeks 16.50 uur op de Lunterseweg een ongeval plaats tussen eiser (motorrijder) en gedaagde (automobilist). De ter plaatse toegestane maximumsnelheid is 80 km/u. Eiser reed met die snelheid en begon de langzamer rijdende gedaagde in te halen op de weghelft voor tegenoverliggend verkeer. Terwijl eiser zich volledig op die weghelft bevond, ongeveer 10 meter linksachter gedaagde, sloeg deze linksaf. Daarbij zijn eiser en gedaagde in botsing gekomen en heeft eiser ernstig (blijvend) letsel opgelopen. Nadat een voorlopig getuigenverhoor had plaatsgevonden, heeft eiser
  17. VR 2018/135 Deelgeschil; immateriële schade; discussie over verhoging smartengeldbedragen.

    Jurisprudentie
    Verzoekster is op 63-jarige leeftijd als racefietser aangereden door een tractorcombinatie. Zij heeft hierdoor een hoge dwarslaesie opgelopen, met alle ernstige gevolgen van dien. De WAM-verzekeraar van de tractorcombinatie (Univé) heeft aansprakelijkheid erkend. De vergoeding van de materiële schade verloopt zonder problemen, maar over de hoogte van het smartengeld bestaat discussie. Univé is uiteindelijk bereid om € 150.000 te betalen; verzoekster meent dat het smartengeld € 200.000 zou moeten bedragen. Verzoekster benoemt onder meer dat zij haar zelfstandigheid en de regie over haar leven
  18. VR 2018/136 Deelgeschil; ongeval op bouwplaats, geen aansprakelijkheid
    opdrachtgever.

    Jurisprudentie
    Verzoeker was in opdracht van Vink Systemen aan het werk op een bouwplaats toen hij in een vloersparing is gevallen. Hij heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. De vloersparing kon worden afgesloten met een mandragende houten plaat. De plaat had vastgezeten met spijkerpluggen, maar bleek voor het ongeval (kennelijk: met geweld) te zijn verwijderd. Het is onbekend gebleven wie de plaat heeft verwijderd. Vink Systemen heeft geweigerd aansprakelijkheid te erkennen. In dit deelgeschil vordert verzoeker alsnog een daartoe strekkende verklaring voor recht. De deelgeschilrechter stelt
  19. VR 2018/137 Deelgeschil; valpartij racefietser; sport en spel;
    ongelukkige samenloop van omstandigheden.

    Jurisprudentie
    Deelgeschil letselschade. Twee valpartijen van racefietser tijdens recreatieve tocht: eerst wordt verzoeker door een van zijn twee fietsmaten (verweerder 1) rechts ingehaald en daarbij met een schouder aangeraakt waarna hij valt, daarna wordt hij door zijn andere fietsmaat (verweerder 3) bemoedigend op de schouder aangeraakt waarna hij van het fietspad afraakt en ten val komt, met ernstig schouderletsel tot gevolg. De Rechtbank oordeelt dat de fietsmaten niet aansprakelijk zijn en overweegt daarbij als volgt: Ten aanzien van de eerste valpartij: de drie fietsers reden op de openbare weg, waar

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!