Zoeken

246 resultaten gevonden

  1. VR 2018/158 Gebundelde krachten zijn nodig voor een zorgvuldige introductie van nieuwe Wet vergoeding affectieschade

    Column
    VR 2018/158 Gebundelde krachten zijn nodig voor een zorgvuldige introductie van nieuwe Wet vergoeding affectieschade Marjoleine van der Zwan MSc MBA * * Algemeen directeur van de Stichting PIV (Personenschade Instituut van Verzekeraars). De wijze waarop wij als verzekeraars de Wet vergoeding affectieschade in de praktijk ten uitvoer gaan brengen, vraagt behoorlijk wat energie. 1) De puzzels die de wet meebrengt en de ruimte die er is voor verschillende interpretaties van begrippen in de wet, maken immers dat de introductie geen sinecure is. Lindenbergh noemde het zelfs ‘de meest spectaculaire
  2. VR 2018/159 Dood door schuld? Aanmerkelijke schuld? Gevaar. Dode hoek.

    Jurisprudentie
    De verdachte is linksaf afgeslagen en heeft daarbij de weghelft van het tegemoetkomende verkeer gekruist. Hierbij heeft verdachte verzuimd slachtoffer S, motorrijder, voor te laten gaan. Daarmee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het niet verlenen van voorrang, zoals bedoeld in artikel 18.1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De verdachte heeft verklaard het slachtoffer niet te hebben gezien, mogelijk vanwege de (rechter) A-stijl, de voorste dakstijl tussen de voorruit en de voorportieren, in de auto.Er valt niet vast te stellen dat verdachte direct voorafgaand, of
  3. VR 2018/16 Opvragen van stukken. Termijn. Ambtsedig proces-verbaal.Onschuldpresumptie.

    Jurisprudentie
    De gemachtigde heeft verzocht om toezending van stukken als bedoeld in artikel 7:18, vierde lid, van de Awb. Gelet daarop had de officier van justitie ervoor dienen te zorgen dat de gemachtigde de beschikking kreeg over het zaakoverzicht en de foto van de gedraging teneinde binnen een nader te stellen termijn de gronden van het beroep te kunnen aanvoeren. In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. De enkele omstandigheid dat in de beschikking is vermeld dat een "overtreding" is begaan
  4. VR 2018/160 Shaken baby; uitleg opzetclausule in AVP; maatschappelijke
    functie.

    Jurisprudentie
    In januari 2008 heeft verweerder zijn destijds 5 maanden oude zoontje meermalen met kracht door elkaar geschud. Als gevolg daarvan is een zgn. 'shaken baby syndroom' ontstaan. In deze procedure staat de vraag centraal of Reaal (de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder) dekking voor de aansprakelijkheid van verweerder kan weigeren met een beroep op de zgn. opzetclausule. De Hoge Raad zet vooraf, in het belang van de rechtseenheid, uitgebreid uiteen hoe een beroep op de opzetclausule moet worden beoordeeld. Daarbij is met name van belang dat het Verbond van Verzekeraars de
  5. VR 2018/161 (Mede)aansprakelijkheid voor verkeersongeval.

    Jurisprudentie
    Op 7 april 2013 heeft omstreeks 18.20 uur een aanrijding plaatsgevonden waarbij appellant als bestuurder van een bestelwagen en geïntimeerde als bestuurder van een bromfiets betrokken waren. Geïntimeerde heeft daarbij letsel opgelopen. De weg waarop het ongeval plaatsvond is een fietsstraat met een bochtig verloop alwaar een adviessnelheid van 30 km/u geldt. De weg was verdeeld in twee weghelften door middel van een dubbele onderbroken stippellijn. Appellante is de aansprakelijkheidsverzekeraar van appellant. Met de grieven I tot en met II leggen appellant en appellante de vraag of appellant
  6. VR 2018/162 Aansprakelijkheid wegbeheerder; wegwerkzaamheden; voldoende
    maatregelen.

    Jurisprudentie
    In juli 2015 was in Rijswijk een gedeelte van de Haagweg opgebroken in verband met wegwerkzaamheden. Er was sprake van een gat in de weg van ca. 20 cm diep. Eiser is op de fiets met hoge snelheid dit gat ingereden, over het stuur van zijn fiets gelanceerd en met zijn hoofd tegen het uitgehakte deel van het asfalt aangekomen. Hij heeft daarbij onder meer ernstig hersenletsel opgelopen. Hij beschikt niet over een ziektekostenverzekering; in verband met zijn behandeling is ruim € 88.000,- in rekening gebracht. Eiser stelt de gemeente Rijswijk aansprakelijk op grond van art. 6:174 juncto 6:162 BW
  7. VR 2018/163 Verkeersongeval. Eigenaar wist dat bestuurder niet over
    geldig rijbewijs beschikte. Geslaagd beroep op uitsluitingsclausule
    polisvoorwaarden?

    Jurisprudentie
    Op 29 april 2008 vond een verkeersongeval plaats. Bestuurder van de auto was de toenmalig echtgenoot (gedaagde in vrijwaring) van gedaagde. De bestuurder beschikte op dat moment niet over een geldig in Aruba uitgegeven rijbewijs. Ten tijde van het ongeval was de auto op naam van gedaagde verzekerd bij Citizens. Door het ongeval veroorzaakte schade aan de auto van een derde is door Citizens aan die persoon vergoed. In art. 12 van de polisvoorwaarden van Citizens wordt schade die is veroorzaakt door een bestuurder die niet in het bezit is van een geldig rijbewijs uitgesloten van
  8. VR 2018/164 Deelgeschil. Ongeval na U-turn auto zonder voorrang te
    verlenen, maar bestuurder motorfiets heeft geen rijbewijs en anticipeert
    onvoldoende op verkeer. Omvang aansprakelijkheid?

    Jurisprudentie
    De bestuurder van een auto maakte een U-turn met de intentie om op de andere weghelft terug te rijden. Hierbij verleende hij geen voorrang aan verzoeker die achter hem op een motorfiets reed en vervolgens tegen de linkerkant van de Golf reed en ten val kwam. Verzoeker (de bestuurder van de motorfiets) heeft de rechtbank verzocht om de omvang van de aansprakelijkheid van Achmea (waar de auto WAM-verzekerd was) als gevolg van het ongeval vast te stellen. Vaststaat dat de bestuurder van de auto in strijd met art. 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) heeft
  9. VR 2018/165 Deelgeschil; internationale verkeersaansprakelijkheid; eigen
    schuld.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is eigenaar van een garagebedrijf voor motoren. Op 22 april 2015 is hij tijdens een proefrit met een motor van een klant in botsing gekomen met een door Y bestuurde auto met aanhangwagen. Volgens verzoeker was de toedracht als volgt: - hij wilde uit een uitrit linksaf de weg oprijden en zag ca. 60-70 meter links van hem de door Y bestuurde auto met aanhangwagen stilstaan op de (voor verzoeker) linker rijbaan;- hij is daarop de weg opgereden en heeft tijdens het optrekken naar de tellers van zijn motor gekeken;- zodra hij opkeek, zag hij plotseling de auto met aanhanger keren en
  10. VR 2018/167 Het recht op een tegenonderzoek na ademonderzoek als (strikte?) waarborg

    Artikel
    VR 2018/167 Het recht op een tegenonderzoek na ademonderzoek als (strikte?) waarborg Mr. J.W. van der Hulst * * Docent straf(proces)recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met ingang van 1 juli 2017 is er een recht op een tegenonderzoek na het bekend worden van het resultaat van het ademonderzoek naar rijden onder invloed. Dit recht op een tegenonderzoek is toegekend in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Opsporingsambtenaren dienen de verdachte te wijzen op dit recht, wat verder gaat dan tot 1 juli 2017 gebruikelijk was. In deze bijdrage zal worden ingegaan op de
  11. VR 2018/168 De strijd tegen de smartphone in het verkeer

    Artikel
    VR 2018/168 De strijd tegen de smartphone in het verkeer Dr. Gerard Tertoolen * * Verkeerspsycholoog. 1. Inleiding De smartphone is niet meer weg te denken uit ons leven. Kijk eens rond op een station, een terrasje of een willekeurig plein waar mensen lopen; vrijwel iedereen is ‘connected.’ Dit heeft voor- en nadelen. Enerzijds beleven we er veel plezier aan en ontdekken we continu nieuwe ‘werelden’ dankzij onze kleine zakcomputer. Anderzijds kunnen we steeds minder ‘zonder’ en verhoogt het ons algemene stressniveau. De afhankelijkheid van de smartphone leidt er toe dat (te) veel mensen ook
  12. VR 2018/169 Weigering ademanalyse. EMA. Dubbele vervolging?

    Jurisprudentie
    Het oordeel van het hof dat erop neerkomt dat het Openbaar Ministerie het recht tot strafvervolging van de verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat in verband met hetzelfde feit - de bewezenverklaarde weigering mee te werken aan de ademanalyse - een EMA is opgelegd, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin ontoereikend gemotiveerd.
  13. VR 2018/17 Proceskosten. Wegingsfactoren.

    Jurisprudentie
    Bepaling hoogte proceskostenvergoeding. Het antwoord op de vraag welke wegingsfactor moet worden toegepast, is afhankelijk van het gewicht van de zaak. Het begrip 'gewicht van de zaak' dient te worden opgevat als het belang en de ingewikkeldheid van de in administratief beroep of in de (hoger) beroepsfase als geheel voorliggende geschilpunten, zonder verdere differentiatie naar de ontwikkeling van het geschil in de betreffende fase van de procedure. De tekst van (de bijlage bij) het Besluit proceskosten bestuursrecht noch de toelichting ervan biedt een aanknopingspunt om binnen een fase in de
  14. VR 2018/170 Rijden onder invloed. Ademonderzoek. Recht op tegenonderzoek.

    Jurisprudentie
    In strijd met het bepaalde in artikel 11 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer is de verdachte niet gewezen op zijn recht op tegenonderzoek. Nu het proces-verbaal van politie geen verklaring of uitlating van de verdachte inhoudt waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte tegenover de politie het resultaat van het ademonderzoek heeft betwist en de verdachte ook in eerste aanleg en in hoger beroep de uitkomst van het ademonderzoek niet heeft bestreden, ziet het hof aanleiding te oordelen dat, hoewel de verdachte niet is gewezen op het recht op tegenonderzoek, sprake
  15. VR 2018/171 Ontvankelijkheid. Vervolging. Gevaar veroorzaken. Richting voorsorteerstrook
    niet volgen. Mobiele telefoon.

    Jurisprudentie
    De omstandigheid dat de verbalisanten de verdachte hadden aangezegd dat zij proces-verbaal zouden opmaken ter zake van enige verkeersovertredingen neemt niet weg dat zij later, na raadpleging van de registraties van de verdachte waarin diverse registraties ter zake van verkeersovertredingen en verkeersonveilig gedrag stonden, proces-verbaal ter zake van art. 5 WVW 1994 mochten opmaken.De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gevaarlijk rijgedrag. Hij heeft als bestuurder van een auto onder andere door een rood verkeerslicht gereden, tijdens het rijden een mobiele telefoon vastgehouden,
  16. VR 2018/172 Ademonderzoek. Tegenonderzoek. Mededeling.

    Jurisprudentie
    De verplichting om de verdachte op zijn recht op tegenonderzoek te wijzen is opgenomen om de verdachte in staat te stellen tijdig zijn verdediging tegen het resultaat van het ademonderzoek voor te bereiden. Dat kan met het oog op de betrouwbaarheid van de gemeten resultaten op geen ander moment dan direct na het uitvoeren van het ademonderzoek. Daarom raakt de verplichting tot mededeling van dat recht naar het oordeel van het hof direct aan de juistheid en betrouwbaarheid van het onderzoek. Gelet hierop moet deze verplichting worden gerekend tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als
  17. VR 2018/174 Dood door schuld. Fietser. Smartphone.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft zich tijdens het fietsen op de (fietsstrook van de) Arnhemsestraatweg in Velp, naar algemeen bekend een drukke verkeersweg, langere tijd laten afleiden door haar mobiele telefoon, waardoor zij de voetgangster vóór haar op de fietsstrook niet heeft gezien, haar snelheid onvoldoende heeft gematigd en onvoldoende afstand heeft gehouden. Door zich aldus te gedragen, heeft verdachte zich in een situatie gebracht waar een ongeval, zoals dat heeft plaatsgevonden, voorzienbaar was. Het gedrag van verdachte is dan ook verwijtbaar omdat de verkeersfout vermijdbaar was. Verdachte had als
  18. VR 2018/175 Dood door schuld. Whatsapp-bericht sturen. Gebruik
    smartphone.

    Jurisprudentie
    Verdachte heeft direct voorafgaand aan het ongeval aanzienlijk harder gereden dan toegestaan en was bezig een app-bericht te sturen. De verdachte heeft aldus zeer onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam gereden. Het ongeval is dan ook aan verdachtes schuld te wijten. Roekeloos verkeersgedrag is niet ten laste gelegd. Verdachte is echter ernstig tekort geschoten in de zorgvuldigheid die van hem als bestuurder mocht worden verwacht.
  19. VR 2018/176 Dood door schuld. Alcoholgebruik.

    Jurisprudentie
    De verdachte is, na het drinken van een flinke hoeveelheid alcohol, met een vriend in zijn auto gestapt en gaan rijden. Onderweg heeft de verdachte een ongeval veroorzaakt. Hij heeft te hard gereden en is de macht over het stuur verloren, waardoor de auto via de berm over een sloot is gevlogen en tegen de slootkant is gebotst, als gevolg waarvan zijn vriend is overleden. Volgt oplegging van een taakstraf van 180 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid van zes maanden.

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!