Verkeersrecht 2016-9

Editie
Datum uitgave: 

VR 2016/131 Immateriële schade na seksueel misbruik van minderjarigmeisje tijdens jarenlang verblijf in leefgemeenschap.

Jurisprudentie
Eiseres is vanaf haar dertiende jaar seksueel misbruikt door gedaagde tijdens jarenlang verblijf in leefgemeenschap, alsmede tweemaal van hem zwanger geraakt, ten gevolge waarvan zij beide keren een abortus heeft ondergaan. Eiseres vordert in onderhavige zaak immateriële en materiële schadevergoeding. Vooropgesteld wordt dat de hoogte van een immateriële schadevergoeding conform art. 6:106 BW naar billijkheid moet worden vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en ernst van de inbreuk en de gevolgen daarvan voor het

VR 2016/132 Regres; letselschade; (geen) eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2012 heeft er een ongeval plaatsgevonden waarbij Y met een auto voetganger X heeft aangereden. X had samen met een collega werkzaamheden verricht en stak met een stuk gipsplaat op aanwijzen van de collega (omdat hij door de gipslaat zelf links geen goed zicht had) de weg over. Halverwege stond hij stil omdat de collega (die Y zag aankomen) begon te schreeuwen. Y kwam uit een uitrit, vervolgde zijn weg en reed X (aan diens linkerkant) aan. A, de zorgverzekeraar van X, wil regres nemen op B, de WAM-verzekeraar van Y. Beide verzekeraars zijn aangesloten bij het convenant regres

VR 2016/133 Verkeersongeval; geen overmacht.

Jurisprudentie
Eiseres was buschauffeur. Een werknemer van gedaagde is in een vrachtwagen tegen haar bus aangereden, waarbij eiseres zeer ernstig letsel heeft opgelopen. Gedaagde verweert zich in de procedure met een beroep op overmacht, omdat de chauffeur gedwongen zou zijn geweest uit te wijken in verband met een verkeersfout van een derde. De rechtbank passeert dit verweer, nu deze stelling in het geheel niet is onderbouwd en uit het dossier blijkt dat het ongeval is ontstaan toen de remmen van de vrachtwagen blokkeerden. Onder die omstandigheden heeft gedaagde niet aan haar stelplicht voldaan. Voorts kan

VR 2016/134 Verkeersongeval; inhaalmanoeuvre; eigen schuld.

Jurisprudentie
X reed in een auto van gedaagde op een tweebaansweg. Nadat hij een weg aan de linkerzijde al bijna voorbij was, is hij plotseling linksaf geslagen. Daarbij is een ongeval ontstaan met eiser, die X op zijn motorfiets juist aan het inhalen was. Eiser heeft daarbij onder meer een geluxeerde enkelfractuur opgelopen. Gedaagde heeft aansprakelijkheid erkend, maar stelt dat eiser 65% eigen schuld heeft aan het ongeval. Daartoe wordt aangevoerd dat X weliswaar zonder richting aan te geven plotseling linksaf is geslagen, maar dat eiser heeft ingehaald op een kruising en niet in staat was zijn voertuig

VR 2016/135 Deelgeschil; verkeersongeval; eigen schuld; bewijslast;
omkeringsregel.

Jurisprudentie
Op 6 oktober 2013 vond een botsing plaats tussen X (motorrijder) en Y (automobilist) op de kruising van de Westpoortweg met de Abijanweg. De Westpoortweg is eerst een tweebaansweg en verbreedt zich kort voor de kruising tot een vierbaansweg, met twee banen voor rechtdoor en een uitvoegstrook aan beide zijden. Blijkens de VerkeersOngevallenAnalyse (VOA) kan niet precies worden vastgesteld wie op welke rijbaan reed. Het meest waarschijnlijk is dat Y op de rechterbaan voor rechtdoor reed en X op de linkerbaan. Terwijl X hem probeerde in te halen is Y linksaf gegaan, naar de uitvoegstrook aan de