sanctie

VR 2020/094 Hoger beroep in verkeerszaken

Artikel
VR 2020/094 Hoger beroep in verkeerszaken Resultaten van het instellen van hoger beroep door het OM 1) Mr. J.C.M. de Haas * * Junior juridisch medewerker Rechtbank Zeeland-West-Brabant. 1. Inleiding Te hard rijden, met een paar drankjes op achter het stuur gaan zitten en rijden zonder een rijbewijs. Het zijn enkele van de vele verkeersovertredingen die dagelijks worden begaan. Het lijken kleine vergrijpen, maar ze kunnen ernstige gevolgen hebben, met in het ergste geval een dodelijke afloop, groot verdriet voor nabestaanden en een geschokte maatschappij. Het blijft belangrijk om de plegers van

VR 2020/114 Dood door schuld? Gevaar. Schuldigverklaring zonder toepassing van straf.

Jurisprudentie
Bij de inhaalmanoeuvre met de door de verdachte bestuurde bus is de rechterbuitenspiegelsteun in aanraking gekomen met het linker handvat van de fiets van de fietsster die op dat moment op de fietsstrook fietste. De verdachte heeft dus een inschattingsfout gemaakt ten aanzien van de ruimte die op dat moment beschikbaar was om veilig langs de fietssters te rijden. Bij nader inzien bleek dat met name door de uitstekende rechterbuitenspiegelsteun, de ruimte om de twee naast elkaar rijdende fietssters in te halen, op die plaats en op dat moment te krap was. Hoewel de gevolgen van deze

VR 2020/100 Mobiele telefoon vasthouden. Bewijs.

Jurisprudentie
Anders dan de betrokkene kennelijk meent, is het niet zo dat de ambtenaar altijd in het gelijk wordt gesteld en op zijn woord wordt geloofd. Als de verklaring van de ambtenaar voor juist wordt gehouden, is diens verklaring een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Of de verklaring van de ambtenaar voor juist wordt gehouden is ervan afhankelijk of er specifieke feiten en omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van die verklaring dan wel uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. Er

VR 2020/77 Mobiele telefoon. Handscanner.

Jurisprudentie
Ook als de betrokkene als bestuurder een scanner vasthield, is artikel 61a van het RVV 1990 geschonden. Het door de betrokkenen vastgehouden toestel van Panasonic is namelijk, zo volgt uit de overgelegde folder, te beschouwen als een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare telecommunicatie. Het begrip “mobiele openbare telecommunicatie’’ is ruimer dan ermee kunnen bellen, het gaat erom dat er data uitgewisseld kan worden via een openbaar netwerk. Uit de folder blijkt dat het toestel dit kan. Ook al kan er niet met een dergelijk toestel worden gebeld, het vasthouden

VR 2020/76 Mobiele telefoon. Vasthouden. Omstandigheid die het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkt?

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”. De omstandigheid dat de betrokkene de mobiele telefoon maar heel even heeft vastgehouden om deze op te pakken, is geen omstandigheid die aanleiding geeft af te wijken van de vastgestelde tarieven.

VR 2020/01 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving

Artikel
VR2020-1_illu
VR 2020/1 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving Wetgeving en beleid 2016-2019 Mr. A.H.J.M. Damen * * Officier van justitie bij het parket CVOM van het Openbaar Ministerie. Inleiding Het terrein van de verkeershandhaving is volop in beweging. Na de beide alcoholslot-uitspraken in 2015 van de Hoge Raad 1) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2) zijn er verschillende beleidsbrieven door de beide verkeersministers aan de Kamer geschreven, is er een regeerakkoord met een verkeersparagraaf en ligt een wetsvoorstel voor voor wijziging van de Wegenverkeerswet. In deze bijdrage

VR 2020/14 TOM-zitting. Ontvankelijkheid. Vertrouwen.

Jurisprudentie
De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat het Openbaar Ministerie partieel niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Aan dit verweer is ten grondslag gelegd dat tijdens de zitting in het kader van een op te leggen Transactie door het Openbaar Ministerie (TOM-zitting) enkel het verwijt aan verdachte voorlag dat hij een ongeval had veroorzaakt waardoor letsel aan het slachtoffer (slachtoffer 1 - bestuurder) was toegebracht en niet aan slachtoffer 2 (tevens passagier). Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel in dit geval is allereerst vereist

VR 2019/206 Rijden onder invloed. Drugs. Strafmaat.

Jurisprudentie
Met betrekking tot de straftoemeting ter zake van het rijden onder invloed van cocaïne in een geval als het onderhavige, waarin louter sprake is van de constatering dat de grenswaarde van die stof, genoemd in artikel 3 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer is overschreden, acht het hof als uitgangspunt een geldboete van € 850,-, subsidiair 17 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden passend en geboden. In strafmatigende zin houdt het hof rekening met de omstandigheid dat het rijbewijs van de verdachte

VR 2019/118 Rijden onder invloed. Ne bis in idem. Straf. Onderzoek naar
de rijvaardigheid of geschiktheid.

Jurisprudentie
Evenmin als de ongeldigverklaring van het rijbewijs, wordt de verplichting tot deelname aan het daaraan voorafgaande onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid derhalve opgelegd op grond van het plegen van een strafbaar feit, ook al kan de verdenking van zo een feit wel de aanleiding vormen voor dat onderzoek. Mede gelet daarop betreft het onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen - ook in aanmerking genomen dat de met dit onderzoek verbonden kosten ten laste komen van degene aan wie de verplichting tot deelname aan het onderzoek is opgelegd -

VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten

Artikel
VR 2019/20 Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten Prof. mr. W.H. Vellinga * * Oud A-G bij de Hoge Raad, tevens oud-redacteur van Verkeersrecht. Bestraffing van verkeersdelicten kan bijzonder lastig zijn. Dat komt onder meer doordat bij verkeersongevallen de mate van schuld en de ernst van de gevolgen niet steeds gelijk op lopen. Soms leidt een enkele aanmerkelijke onoplettendheid tot dood of zwaar lichamelijk letsel 1) en pleegt de bestuurder een misdrijf (art. 6 WVW 1994), soms blijven zeer ernstige misdragingen in het verkeer zonder gevolgen en