Zoeken

25 resultaten gevonden

  1. A fistful of dollars: afscheid van het Wilde Westen ‘Tot hier en niet verder’

    VR-kort
    Artikel
    13 april 2021
    Henk van Katwijk en Coen de Koning In de personenschadebranche werken nogal wat belangenbehartigers die niet primair oog hebben voor het belang van het slachtoffer, geen verstand van zaken hebben, dubbel declareren etc. Volgens Van Nispen c.s. zijn elementen van noodzakelijke verbeteringen 1. meer en beter gekwalificeerde behandelaars aan verzekeraarskant, 2. een strakke regulering aan de zijde van de belangenbehartigers en 3. het onderworpen zijn aan het tuchtrecht van alle actoren. In dit artikel gaan de auteurs in op de laatste twee onderwerpen, waarbij zij zich voor wat betreft het
  2. Gids voor een interdisciplinaire aanpak van re-integratie

    VR-kort
    Artikel
    13 april 2021
    Lydia Charlier, Erwin Audenaerde en Monique Ballering-van der Laan Slachtoffers van letselschade staan vaak voor een langere periode van arbeidsongeschiktheid en herstel. Op termijn ontstaan benutbare arbeidsmogelijkheden, maar hoe zijn de re-integratiekansen optimaal te benutten? Het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht stellen hun eigen eisen, en als een derde aansprakelijk is, speelt ook het aansprakelijkheidsrecht en de (verzekeraar van de) aansprakelijke persoon een belangrijke rol. Samenwerking in deze ‘driehoek’ ligt voor de hand, maar die wordt in de praktijk nauwelijks gezocht
  3. Het medisch advies in relatie tot de belastbaarheid in alle domeinen: een nauwere samenwerking tussen de medisch adviseur en de personenschade-expertbelangenbehartiging

    VR-kort
    Artikel
    13 april 2021
    Monique Piegza en Maud Boiten In dit artikel gaan de auteurs in op de beperkingen van de huidige beschrijving van de belastbaarheid, de valkuilen en doen zij een aantal suggesties voor verbetering. De medische advisering ten aanzien van de beoordeling van de belastbaarheid is in de private verzekeringen vooralsnog voornamelijk gericht op de belastbaarheid in arbeid, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) of FML-items. In hun ervaring mist een uitgebreidere beschrijving van de belastbaarheid helaas in veel dossiers, ook omdat daar vaak niet specifiek
  4. Het verbod op zwijgcontracten in de zorg: symboolwetgeving of meer dan dat?

    VR-kort
    Artikel
    13 april 2021
    Mr. J.J. Kempes Ter afwikkeling van geschillen in de zorgsector kunnen allerlei afspraken worden vastgelegd om een oplossing te bewerkstelligen buiten de rechter om. Aan deze afspraken zit soms een schaduwzijde. Zo ontving de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een melding dat een patiënt bijwerkingen van een geneesmiddel had ervaren, waarop de betreffende fabrikant een vaststellingsovereenkomst aanbood, opdat de bijwerkingen niet publiekelijk bekend werden. Een andere patiënt heeft een operatie ondergaan die mislukt is. Het bestuur van het ziekenhuis heeft aangeboden een bedrag te
  5. Medische aansprakelijkheid en COVID-19

    VR-kort
    Artikel
    13 april 2021
    Jonna de Clerck en Stijn Konning Nu het een jaar geleden is dat het coronavirus de Nederlandse gezondheidszorg raakte, volgen nu de eerste aansprakelijkheidsstellingen door patiënten van hun zorgverlener of zorginstelling vanwege medisch onzorgvuldig handelen in de afgelopen periode. In dit artikel bespreken de auteurs of deze coronaclaims kansrijk zijn en hoe hiermee in de praktijk om te gaan. Bij de beoordeling van het handelen van een zorgverlener staat centraal of er is gehandeld als een goed hulpverlener. Dit wordt getoetst aan de norm van de redelijk handelend en redelijk bekwaam
  6. Verbeteringen buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten voorgesteld

    VR-kort
    Bericht
    13 april 2021
    Hoge transacties kunnen alleen nog tot stand komen na toestemming van het gerechtshof. Ook wordt het mogelijk om bij strafbeschikking voorwaardelijke straffen op te leggen. Deze voorstellen en meer staan in het conceptwetsvoorstel dat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid onlangs in internetconsultatie brengt, naar aanleiding van de evaluatie van de Wet OM-afdoening. De officier van justitie kan met een strafbeschikking, zonder tussenkomst van de rechter, een straf of maatregel opleggen. Dit is ingevoerd met de Wet OM-afdoening die op 1 februari 2008 in werking trad. De officier van
  7. VR 2021/41 Secundaire aansprakelijkheid

    Artikel
    VR 2021/41 Secundaire aansprakelijkheid Een samenvattende weergave van het proefschrift van mr. dr. K.L. Maes Kirsten Maes * * Mr. dr. K.L. Maes is advocaat bij Van Benthem & Keulen en als onderzoeker en docent verbonden aan de Universiteit Utrecht. Secundaire aansprakelijkheidsclaims, waarin een zogenoemde ‘secundaire partij’ aansprakelijk wordt gesteld voor schade die feitelijk is veroorzaakt door een ander, vertonen een ‘stijgende populariteit’. Wat ooit als noodlot werd bestempeld, wordt vandaag de dag steeds meer tot de verantwoordelijkheid van een derde partij of autoriteit gerekend
  8. VR 2021/42 Uitrit. Inrit. Kenbaarheid.

    Jurisprudentie
    Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een in- of uitrit, is van belang of van iedere verkeersdeelnemer ter plaatse mag worden verwacht dat hij een uitmonding op duidelijk herkenbare wijze als in- of uitrit kan herkennen. Daarbij speelt de bestemming van de uitmonding (bijvoorbeeld de toegang tot een erf van een woning of bedrijfsunit) en de constructie van de uitmondingsituatie een belangrijke rol. Wanneer een constructie zich als in- of uitrit voordoet, kan deze als zodanig worden aangemerkt.
  9. VR 2021/43 APK-Verplichting. Buitenland.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene was een administratieve sanctie opgelegd omdat het keuringsbewijs van zijn motorrijtuig zijn geldigheid had verloren. Hij beriep zich erop dat zijn motorrijtuig zich meer dan een jaar in het buitenland had bevonden en hij het daar niet kon laten keuren.Het was voor de betrokkene enkel mogelijk om zijn voertuig in Nederland te laten keuren. Getuige de inhoud van zijn beroepschrift was de betrokkene hiervan op de hoogte, maar heeft hij dit nagelaten. De gevolgen hiervan komen dan ook voor zijn rekening.Artikel 67 van de WVW 1994 geeft de eigenaar of houder van het voertuig de
  10. VR 2021/44 Bijzondere manoeuvre. Invoegen.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “invoegen zonder overige verkeer voor te laten gaan”. Deze gedraging behelst een overtreding van artikel 54 RVV 1990. Niet in het geschil is dat de gemachtigde een bijzondere manoeuvre heeft uitgevoerd, namelijk dat hij van rijstrook is gewisseld c.q. op een andere rijstrook is ingevoegd. Voor de vaststelling of de gedraging is verricht is van belang of de gemachtigde het overige verkeer daarbij niet heeft laten voorgaan.Uit de verklaringen van de ambtenaar blijkt dat hij moest remmen om een
  11. VR 2021/45 Parkeren. Vergunning. Bezoekerspas.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “voertuig parkeren op parkeerplaats voor vergunninghouders in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden”.In de procedure bij de officier van justitie heeft de betrokkene een afschrift van een bezoekersvergunning overgelegd. Op die vergunning is de datum van de gedraging vermeld en het kenteken van het voertuig van de betrokkene ingevuld. Gelet hierop neemt het hof aan dat de betrokkene rond het tijdstip van de gedraging in het bezit was van een bezoekersvergunning, maar dat die vergunning
  12. VR 2021/46 Autogordel. Reikwijdte draagplicht.

    Jurisprudentie
    Artikel 59 van het RVV 1990 betreft een absoluut gebod. Slechts ingeval van ontheffing van de gordelplicht conform artikel 149, tweede lid, Wegenverkeerswet 1994 is een uitzondering op dit gebod mogelijk gemaakt. Voor het overige is de bestuurder te allen tijde verplicht de autogordel te dragen.Uitgaande van hetgeen de betrokkene zelf heeft aangevoerd, namelijk dat hij zijn gordel losmaakte terwijl hij bezig was met parkeren, kan dit niet leiden tot het oordeel dat de gedraging niet is verricht. Immers brengt het feit dat de betrokkene bezig is met parkeren mee dat de betrokkene op dat moment
  13. VR 2021/47 Eenzijdig ongeval werknemer vof; vof aansprakelijk; aansprakelijkheidsverzekeraar en assurantietussenpersoon vof nietaansprakelijk.

    Jurisprudentie
    Op 9 februari 2013 heeft A (toen 20 jaar oud) een eenzijdig verkeersongeval gehad. A was in de auto van zijn zus onderweg naar Tiel. Daar moest hij een onderdeel ophalen voor de bestelbus van een klant van B. B is het bedrijf van de vader en de broer van A. A verrichtte in die periode werk voor B. A heeft bij het ongeval ernstig hersenletsel opgelopen. B had via C als tussenpersoon bij D een garageverzekering afgesloten. B heeft op grond van die verzekering de schade van A als gevolg van het ongeval bij D geclaimd. D heeft geen uitkering verleend. A zoekt verhaal voor zijn schade bij B, C en D
  14. VR 2021/48 Aansprakelijkheid wegbeheerder; oneffenheden in fietspad door boomwortel opgroei.

    Jurisprudentie
    In 2014 is A (geboren in 1997) met zijn bromfiets vanaf een fietspad tegen een aan de linkerzijde van het fietspad staande boom gereden. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen, bestaande uit fracturen van bovenbeen en bekken, scheuren in de milt en een nier en kneuzingen van hart en longen. In het met asfaltbeton verharde fietspad waren op 81, 75 en 21,5 meter vóór de plaats van het ongeval, overdwars oneffenheden als gevolg van boomwortel opgroei. Het fietspad lag in de bebouwde kom en de maximale snelheid bedroeg 30 km per uur. A vordert een verklaring voor recht dat de
  15. VR 2021/49 Langlopende letselschadezaak; slachtoffer werkt niet meer mee aan onderzoek; schadeposten onvoldoende onderbouwd.

    Jurisprudentie
    In 2002 vond een ongeval plaats waarbij A als slachtoffer en B als WAM-verzekeraar zijn betrokken. De rechtbank heeft reeds op basis van deskundigenrapporten geoordeeld dat A aan het ongeval letsel aan zijn rechterschouder heeft overgehouden. Nadien heeft de rechtbank een verzekeringsarts als deskundige benoemd om de beperkingen van A door dit letsel in kaart te brengen. A heeft hieraan niet meegewerkt. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het bestaan en de omvang van de beperkingen van A door het ongeval niet kunnen worden vastgesteld. Dat de schade van A groter is dan het reeds door B
  16. VR 2021/50 Paard trapt tegen röntgenapparaat dierenarts; bezitter aansprakelijk; geen bedrijfsmatig gebruik; geen eigen schuld.

    Jurisprudentie
    A drijft een paardenpension. B heeft in opdracht van A een paard gekeurd in de dierenartspraktijk die B exploiteert. Voor het maken van röntgenfoto's is het paard gesedeerd en in een zogeheten opvoelbox in de praktijk gestald. Tijdens de fotosessie heeft het paard tegen het röntgenapparaat getrapt, waardoor dat apparaat beschadigd is geraakt. De verzekeraar van B (C) heeft aan B een vergoeding uitgekeerd voor de schade aan het apparaat. In deze procedure tracht C deze vergoeding op A te verhalen. Volgens C is A aansprakelijk voor de schade aan het apparaat op grond van art. 6:179 BW. In
  17. VR 2021/51 Passagier valt in bus; vervoerder aansprakelijk; 20% eigen schuld.

    Jurisprudentie
    A is een ongeval gekomen in een openbare personenbus. Toen de buschauffeur remde voor de naderende bushalte, is A in het gangpad ten val gekomen, waarbij hij zijn linker dijbeen heeft gebroken. A vordert een verklaring voor recht dat de werkgever van de chauffeur (B) aansprakelijk en schadeplichtig is voor de schade die A als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. De rechtbank overweegt dat op grond van art. 8:105 lid 1 BW de vervoerder aansprakelijk is voor dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is
  18. VR 2021/52 Verkeersongeval; inzittende trekt aan handrem; WAM-verzekeraar aansprakelijk voor schade bestuurder; eigen schuld.

    Jurisprudentie
    In 2016 heeft op de ringweg in Groningen een noodlottig ongeval plaatsgevonden. Drie teamgenoten (A, B en C) reden na een voetbalwedstrijd in een bestelbus van hun vereniging samen met hun voormalige trainer (D) naar voetbalclub X om een feest te bezoeken. A zat achter het stuur en B zat naast hem. C zat achter A en D zat achter B. Geen van hen droeg een veiligheidsgordel. Op enig moment heeft D plotseling aan de handrem van de auto getrokken. De auto reed toen ongeveer 70 km/uur. De auto is in een dwarsslip terechtgekomen, tegen een betonnen pilaar gebotst, rechts om zijn as getold en op de
  19. VR 2021/53 Fietser botst tegen laaghangend verkeersbord; gemeente aansprakelijk.

    Jurisprudentie
    In maart 2019 is tennisleraar A een ongeval overkomen toen hij van het tennispark naar huis fietste. A is met zijn mountainbike op het gedeelte van het fietspad terecht gekomen dat bestemd is voor tegemoetkomende fietsers. Vervolgens is hij op het iets hoger liggende trottoir terechtgekomen, waarbij hij met zijn hoofd tegen een verkeersbord is gebotst. De afstand tussen de onderkant van het verkeersbord en het wegdek bedroeg 1,30 meter. Als gevolg van het ongeval heeft A een hersenschudding, gekneusde ribben en een diepe hoofdwond opgelopen. A stelt de gemeente (B) als wegbeheerder op grond
  20. VR 2021/54 Letselschadezaak; beschikbaar stellen huisartsenjournaal; geen verdere bevoorschotting; secundaire victimisatie.

    Jurisprudentie
    A is in 2014 aangereden door een verzekerde van B. B heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en € 101.500 aan voorschotten betaald. Als gevolg van het ongeval heeft A, zo stelt hij, stijfheid in de rug en nek, hoofdpijn, nek- en rugklachten, concentratieproblemen, geheugenproblemen etc. B betwist het causaal verband tussen de gestelde klachten en het ongeval. A en B zijn het erover eens dat een medische expertise moet plaatsvinden door neuroloog X. In geschil is onder meer (i) of A voorafgaand aan het onderzoek inzicht moet verschaffen in zijn volledige huisartsenjournaal; (ii) of B

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!