Een Tijdelijke Regeling die al meer dan 30 jaar bestaat
‘Niets blijkt zo blijvend als het tijdelijke’
Door deze tijdelijke regeling, de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten (TRV), hebben regresnemers een beperkter verhaalsrecht dan slachtoffers.
Het zit zo:
Wanneer iemand letsel oploopt, zijn er verschillende instanties die aan of ten behoeve van het slachtoffer betalingen doen zoals zorgverzekeraars (medische kosten), sociale uitvoeringsinstanties (arbeidsongeschiktheidsuitkeringen), gemeenten (Wmo) en ook werkgevers (loondoorbetaling). Indien een ander aansprakelijk is voor het letsel, kunnen die betalingen verhaald worden op de aansprakelijke partij of zijn verzekeraar. Dit heet regres.
Door de TRV zijn de mogelijkheden om die betalingen te verhalen voor regresnemers beperkter dan voor het slachtoffer zelf. Dat komt omdat regresnemers door de TRV geen beroep kunnen doen op een groot aantal risicoaansprakelijkheden waar het slachtoffer wél een beroep op kan doen. Een regresnemer zal daardoor vaker met de schade blijven zitten terwijl de aansprakelijke partij er van profiteert dat hij die door de regresnemer vergoede schade niet zelf aan het slachtoffer hoeft te vergoeden.
Voorbeeld: De werkgever ontvangt in het geval van een verkeersongeval wél schadevergoeding voor het door hem (verplicht) doorbetaalde loon. Maar in het geval van een ongeval veroorzaakt door een minderjarig kind kan dat niet, omdat de risicoaansprakelijkheid van ouders voor kinderen in het Nieuw BW is ingevoerd en voor een regresnemer (zoals de werkgever) is uitgesloten onder de TRV. In dat geval blijft de werkgever dus met zijn schade zitten.
Waarom die tijdelijke regeling:
Bij de invoering van het NBW in 1992 was het nog niet zeker of regres een toekomst had binnen ons rechtssysteem. In de aanloop naar het NBW waren er voorstanders van regres, maar ook tegenstanders die het verhaalsrecht wilden afschaffen. Er werd een werkgroep in het leven geroepen om tegemoet te komen aan de bezwaren van de diverse beroeps- en belangengroepen.1) Deze werkgroep slaagde er niet in om voor de inwerkingtreding van het NBW tot een definitieve beslissing te komen. Er werd daarom een tijdelijke verhaalsregeling voorgesteld. Hiermee zou het onder het Oud BW bestaande regresrecht gehandhaafd blijven. Dat betrof hoofdzakelijk schuldaansprakelijkheden. Wat er was bleef er. De uitbreidingen op het gebied van het risico-aansprakelijkheidsrecht die in het NBW kwamen te staan, zouden van toepassing zijn op slachtoffers, maar (tijdelijk) niet op regresnemers.
Het was de bedoeling dat de TRV van kracht zou blijven tot de regres-discussie ten einde zou zijn. Zo werd de TRV geïntroduceerd als een tijdelijk politiek compromis.
De TRV staat sinds 1 januari 1992 als artikel 197 opgenomen in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Inmiddels is in het Nederlands recht het regresrecht volledig omarmd en een blijvertje gebleken en wel omdat maatschappelijk is geaccepteerd dat de “vervuiler” moet betalen.
Degene die aansprakelijk en dus schadeplichtig is, moet ook daadwerkelijk opdraaien voor die schade. Het moet niet zo zijn dat een ander dan de aansprakelijke partij met de lasten blijft zitten. De kosten daar leggen waar ze thuis horen is tegenwoordig juist de norm. Door regres mogelijk te maken bij risicoaansprakelijkheden kunnen werkgevers, verzekeraars, gemeenten en andere uitkerende partijen de schade die zij oplopen verhalen op degene die de schade heeft veroorzaakt.2)
Moet deze regeling blijven bestaan?
Naast het argument dat de vervuiler moet betalen zijn er nog meer redenen die pleiten voor snelle afschaffing van de TRV.
1. De discussie is al beslecht: De regeling was bedoeld om te bezien of regres een bestaansrecht zou hebben. De discussie over regres is inmiddels al lang beslecht. Regres heeft een vaste plaats gekregen binnen ons aansprakelijkheidsrecht. Regres heeft zijn waarde bewezen en blijft dat tot op de dag van vandaag doen. De wetgever heeft zelfs meerdere nieuwe regresbepalingen toegevoegd, zoals Wmo-regres en regres voor een zorginstituut om kosten van de Wlz te verhalen. Inmiddels is wel gebleken: regres is ‘here to stay’. Niets staat de wetgever nog in de weg om de TRV-knoop door te hakken.
2. Tijdelijk is voorbij: Zoals de naam al aangeeft gaat het om een tijdelijke regeling. Ruim dertig jaar later is alleen dat al een reden om de regeling af te schaffen. Uit de naam kan worden afgeleid dat het nooit de bedoeling van de wetgever is geweest de regeling meer dan 30 jaar te laten voortduren. Tijdelijk is intussen wel voorbij.
3. Verschillende rechtsstelsels: Door het bestaan van de TRV hebben we te maken met twee separate rechtsstelsels. Het ene voor afwikkeling van de schade van het slachtoffer. Het andere voor de afwikkeling van de schade van de regresnemers. Terwijl sprake is van één en hetzelfde ongeval waarvan de schadelast volledig bij de aansprakelijke partij hoort te liggen en niet ook bij regresnemers. Dat is onwenselijk en maakt de schadeafwikkeling onnodig kostbaarder.
4. Financiële gevolgen: De gevolgen van niet kunnen verhalen vanwege de TRV kunnen groot zijn en bijzonder onrechtvaardig uitpakken. Een (middel)grote werkgever die geen verhaal heeft voor het loon dat hij twee jaar door moet betalen bij ziekte, is niet alleen dat loon kwijt, maar krijgt, bij toekenning van een WIA-uitkering aan de werknemer, bovendien te maken met een verhoging van zijn premies Werkhervattingskas gedurende maximaal 10 jaar. Deze extra strop kan oplopen tot nog eens enkele tienduizenden euro’s. Voor een werkgever die eigenrisicodrager is voor de WGA kan dit oplopen tot honderdduizenden euro’s.
Indien een ziektekostenverzekeraar geen regres mag plegen als gevolg van de TRV heeft dat gevolgen voor de zorgpremies. En indien het UWV geen regres mag plegen voor een verstrekte uitkering, dan heeft dat gevolgen voor de hoogte van de sociale premies, die door werknemers en vooral werkgevers opgebracht moeten worden.
En indien een overheidswerkgever of een onderwijsinstelling geen regres mag plegen, dan komt de schade in feite ten laste van de samenleving, die immers de overheidswerkgever en de onderwijsinstelling via de belastingen bekostigen.
Indien de TRV wordt afgeschaft, kan dat tot gevolg hebben dat de premies van schadeverzekeringen enigszins zullen stijgen. Maar de last komt dan te liggen aan de zijde van de partij die aansprakelijk is voor de schade.
5. Strijd met Europees recht: Verder is de TRV (in ieder geval deels) in strijd met het Europees recht3), omdat de TRV haaks staat op de Europese doelstelling om onderlinge verschillen in de wetgeving van de lidstaten te voorkomen. De TRV leidt tot een concurrentievoordeel voor Nederlandse producenten boven buitenlandse producenten, nu de risicoaansprakelijkheid voor ondeugdelijke producten (via de TRV) alleen in Nederland is uitgesloten voor regresnemers.4)
6. Geen toename van rechtszaken: De TRV is mede ingevoerd omdat gevreesd werd dat de druk op de rechtspraak te hoog zou worden door een grote toename van het aantal regreszaken. Die vrees is er nu niet meer en daarmee is dit argument achterhaald. Gesteld kan zelfs worden dat juist door afschaffing van de TRV het aantal procedures over regreszaken zal afnemen.
Conclusie
Het is tijd om een einde te maken aan de tweedeling in ons aansprakelijkheidsrecht. Deze tweedeling zorgt er al meer dan 30 jaar voor dat een regresnemer niet dezelfde mogelijkheden heeft als het slachtoffer met als maatschappelijk niet te verantwoorden effect dat een regresnemer opdraait voor schade die enkel en alleen voor rekening van de aansprakelijke partij hoort te komen.
BSA
(dhr. mr P.C.M. Leermakers)
Berntsen Mulder Advocaten
(mw. mr. K.J. Nijman-Weninger)
Werkgroep Verhaalszaken van de gezamenlijke zorgverzekeraars
(mw. L. Driessen en mw. W. Turnhout)
UWV
(dhr. mr. J. Filarski)
Advocatenkantoor Thomas van Dijk
(dhr. mr. T.J.J. van Dijk)
VCSW
(dhr. W. de Jager)
2. Mr. J. Spier, Parket bij de Hoge Raad, 5-9-2014, nr. 14/00821, ECLI:NL:PHR:2014:1769.
3. Productaansprakelijkheidsrichtlijn 85/374/EEG.
4. J. den Hartog, 6-5-2020, 'De gebrekkigheid van de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten: Hoe de zelfrijdende auto een discussie uit de oude doos nieuw leven inblaast', AV&S 2020, afl. 3.