Amsterdamse milieuzone

Column 20 juni 2008

In navolging van diverse steden in het buitenland moet ook in Amsterdam in de loop van 2009 een zogenaamde ‘milieuzone’ ingevoerd gaan worden. Het komt erop neer dat met auto’s met een bouwjaar van 1992 en ouder en dieselauto’s zonder roetfilter niet meer binnen de ‘milieuzone’ mag worden gereden. De zone beslaat het gebied binnen de Ring A10, met uitzondering van Amsterdam Noord, zo blijkt uit de website van de gemeente Amsterdam (www.amsterdam.nl en zoek op ‘milieuzone’). Het bouwjaar 1992 hangt samen met de invoering van de eerste ‘Euronorm’ met betrekking tot uitlaatgassen van auto’s. Met de invoering van een milieuzone hoopt de gemeente de door het gemotoriseerde verkeer veroorzaakte luchtverontreiniging in het stadscentrum terug te dringen. Bij het lezen van de plannen op de Amsterdamse website blijkt dat deze afname de toename van de luchtverontreiniging die samenhangt met de uitvoering van andere gemeentelijke voornemens moet compenseren. Netto levert de milieuzone de bewoners en bezoekers van de Amsterdamse binnenstad dus niet meer frisse (beter: minder vuile) lucht op.

Nadat het Amsterdamse plan om te komen tot een milieuzone in de media was gepresenteerd, vroegen hoofdstedelijke inwoners zich publiekelijk af wat er met oldtimers moest gebeuren. Moet een bewoner van de binnenstad zijn 35 jaar oude ‘eend’ – waaraan hij in zijn vrije tijd liefdevol zoveel uur heeft gesleuteld – dan wegdoen? Of moet hij, als hij zoveel waarde hecht aan zijn oude karretje, maar verhuizen? En worden de meer armlastige binnenstedelingen die nog wel het gebruik van een oud autootje kunnen betalen, maar geen geld hebben om een nieuwere auto te kopen, niet gediscrimineerd?

De sociale dimensie van de invoering van een milieuzone is op deze plaats niet interessant. De juridische vormgeving van het geheel vraagt echter wel om aandacht. Hoewel art. 2 lid 2 WVW 1994 het mogelijk maakt om verkeersmaatregelen te treffen ter bescherming van het milieu, is de in Amsterdam beoogde milieuzone een voor Nederland nieuw fenomeen. Hoe wordt die juridisch in het vat gegoten? Ook hierover geeft de Amsterdamse website uitsluitsel. Om te voldoen aan ‘eisen van effectiviteit en rechtmatigheid’ zal de milieuzone worden geregeld door middel van een verkeersbesluit op basis van de WVW 1994. Het bestaan van de milieuzone zal bekend worden gemaakt met behulp van borden bij de afritten van de A10. Flankerend zal de milieuzone bekend worden gemaakt met folders, op internet en via het Amsterdamse toerisme- en congresbureau. De controle op de naleving van de zone geschiedt automatisch met behulp van scanners die kentekens kunnen lezen. Deze scanners worden opgesteld langs de toevoerwegen naar de stad vanaf de A10. Aanvullend zullen enkele teams van stadstoezicht worden uitgerust met mobiele scanners waarmee kentekens kunnen worden geregistreerd. De onverlaat die het waagt om met een vervuilende auto de binnenstad in te gaan, riskeert een boete van om en nabij € 60,-.

Het vertrekpunt is dus eenvoudig: de milieuzone krijgt vorm door middel van een verkeersbesluit en de plaatsing van verkeersborden. Hierbij moet worden bedacht dat een verkeersbesluit geen zelfstandige werking heeft. In de kern is een verkeersbesluit niets anders dan een beslissing om een verkeersbord te plaatsen of te verwijderen, dan wel maatregelen met zekere verkeerseffecten op of aan de weg te treffen (zie art. 15 WVW 1994). Borden en maatregelen brengen het verkeersbesluit als het ware tot leven. Zonder borden of verkeersmaatregelen heeft een verkeersbesluit geen effect (vgl. HR 22 december 1981, VR 1982, 36).

Voor de uitvoering van verkeersbesluiten biedt de WVW 1994 c.a. een uitgebreid instrumentarium. Voorzover het gaat om ge- en verboden die met borden aan de verkeersdeelnemers bekend moeten worden gemaakt, biedt Bijlage 1 van het RVV 1990 uiteenlopende modellen. De lijst met borden is een gesloten stelsel, in die zin dat een verkeersdeelnemer alleen maar verplicht is een bord op te volgen als dat een in die Bijlage opgenomen ge- of verbodsbord is (zie art. 62 RVV 1990). Aan een aan de fantasie van een gemeenteambtenaar ontsproten verkeersbord hoeft de verkeersdeelnemer zich weinig gelegen te laten liggen.

Met een blik op de borden van Bijlage 1 en de strekking van de milieuzone – alleen de meer vervuilende auto’s worden uit de binnenstad verbannen - rijst de vraag met welk bord de verkeersdeelnemer in de loop van 2009 wordt geconfronteerd als hij vanaf de A10 richting binnenstad wil rijden. Op dit moment kent Bijlage 1 van het RVV 1990 (nog?) geen specifiek bord voor de bekendmaking van milieuzones. Tenzij de regelgever voordien besluit een specifiek verkeersbord in Bijlage 1 op te nemen, kan op basis van het huidige recht de Amsterdamse milieuzone niet anders dan met een moeizame combinatie van bord en onderbord tot uitdrukking worden gebracht. Het weren van motorvoertuigen uit de binnenstad kan alleen maar met een bord ‘geslotenverklaring’, in dit geval een zonaal werkend bord C6 (‘geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen’). Nu, zoals gezegd, het niet de bedoeling is om al het gemotoriseerde verkeer uit de Amsterdamse binnenstad te weren, maar alleen de meer vervuilende personen- en bestelauto’s, moet met een onderbord de werkingssfeer van bord C6 worden beperkt (zie art. 12 BABW). Op het onderbord moet met het woordje ‘uitgezonderd’ worden gespecificeerd voor welke motorrijtuigen het verbod niet geldt. En dat zijn er nogal wat. Op het onderbord moet worden aangegeven dat het bord ‘geslotenverklaring’ niet van toepassing is op:
- personenauto’s met een benzinemotor en een bouwjaar vanaf 1992,
- personenauto’s met een dieselmotor en roetfilter,
- bestelauto’s met een benzinemotor en een bouwjaar vanaf 1992,
- bestelauto’s met een dieselmotor en roetfilter,
- vrachtwagens,
- tractoren,
- autobussen,
- drie- en vierwielige motoren,
- etc. etc.

De stand van zaken is dus zo, dat alleen met een wanstaltige combinatie van bord en onderbord vervuilende personen- en bedrijfsauto’s uit de Amsterdamse binnenstad kunnen worden geweerd. In dit licht heb ik het gevoel dat de gemeentelijke bestuurders en ambtenaren zich in hun enthousiasme over de invoering van een milieuzone niet over de vraag naar het te gebruiken verkeersbord hebben bekreund. Misschien is het beter om met de invoering van de Amsterdamse milieuzone even te wachten op Haagse initiatieven om Bijlage 1 bij het RVV 1990 aan te vullen met een nieuw verbodsbord.