Verkeersrecht 2018-7-8

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/104 Vanuit uitrit de weg oprijden. Matiging sanctie.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “uit uitrit de weg oprijden zonder overige verkeer voor te laten gaan”. Door de gemachtigde is aangegeven dat zij achteruit de uitrit moest verlaten en voorzichtig de uitrit is uitgereden. Bij het achteruit rijden moest ze een trottoir en fietspad oversteken. Vlakbij de uitrit bevond zich een kruispunt met verkeerslichten. Vanuit de uitrit was niet waar te nemen of de verkeerslichten op groen gaan. Dat wordt eerst duidelijk als het verkeer gaat rijden. De verbalisant heeft verklaard dat hij vanaf het kruispunt linksaf de weg op is gereden toen het

VR 2018/105 Kentekenaansprakelijkheid. Mogelijkheid tot staandehouding.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Bij belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met richtingaanwijzer geven”.Artikel 5 WAHV bepaalt - voor zover hier van belang - dat indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, en niet aanstonds is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, de administratieve sanctie wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. Deze bepaling moet aldus worden verstaan dat ingeval zich een

VR 2018/106 Rijrichting rotonde. Ontbreken verkeersbord. Rechts houden.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)”. De betrokkene heeft een rotonde genaderd waarbij niet middels het bord D1 een verplichte rijrichting was aangegeven. Bij de nadering van een rotonde is sprake van een rijstrook voor verkeer richting de rotonde. Dit betreft de rechterrijstrook. Op het wegdek van deze rijstrook voor de rotonde bevinden zich haaientanden. De linkerrijstrook is bestemd voor het tegemoetkomende verkeer. Gelet op artikel 3, eerste lid, van het RVV 1990 en wat

VR 2018/107 Verkeersongeval tussen twee auto's; toedracht? Schenden
voorrangsverplichting.

Jurisprudentie
In 2011 heeft een botsing plaatsgevonden tussen de auto's van appellante en geïntimeerde op een weg binnen de bebouwde kom (maximumsnelheid 30 km/u). De auto van appellante liep daarbij schade op aan de linkerachterzijde, de auto van geïntimeerde aan de rechterzijde. De verzekeraar van appellante heeft de schade vergoed, als gevolg waarvan zij is teruggegaan in haar no-claimkorting. Dat kan slechts anders worden indien in deze procedure komt vast te staan dat geïntimeerde volledig aansprakelijk is. Appellante stelt dat zij achteruit vanuit haar uitrit de weg is opgereden, enige tijd heeft

VR 2018/108 Verzekeringsrecht; geënsceneerd ongeval? Bewijslast.

Jurisprudentie
In december 2015 heeft appellant bij Allianz (zijn eigen WAM-verzekeraar) en Aegon (de WAM-verzekeraar van X) melding gemaakt van een ongeval tussen hem en X op 16 december 2015. Er zijn ter plaatse geen remsporen aangetroffen. Blijkens een onderzoek door Dekra heeft de brandweer een tweetal kabels doorgesneden bij het bergen van het voertuig van appellant, maar is er ook een derde kabel doorgesneden (als gevolg waarvan het motormanagementsysteem niet meer kon worden uitgelezen) zonder dat de brandweer daar iets van weet. Allianz heeft de vordering van appellant tot vergoeding van de