Verkeersrecht 2018-7-8

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/109 Aanrijding vrachtwagen met nagenoeg stilstaande personenauto;
eigen schuld.

Jurisprudentie
Eisers zijn een Poolse vrachtwagenchauffeur en diens echtgenote. Op 30 september 2015 is eiser met zijn vrachtwagen op een autoweg achterop een (nagenoeg stilstaande) personenauto gereden, waarbij de inzittenden van de personenauto om het leven zijn gekomen en zware schade aan de vrachtwagencombinatie is ontstaan. Eisers hebben de WAM-verzekeraar van de personenauto aansprakelijk gesteld. De rechtbank stelt voorop dat de Nederlandse rechter bevoegd is (art. 2 lid 1 EEX-Verordening) en dat Nederlands recht van toepassing is (art. 3 Haags Verkeersongevallenverdrag). Op grond van

VR 2018/110 Aansprakelijkheid zwembad voor ongeval bij afdaling waterglijbaan.

Jurisprudentie
Eiser ging als 16-jarige op zijn knieën van de familieglijbaan in een zwembad. Hij is daarbij met zijn hoofd op de bodem van het zwembad terechtgekomen en heeft een hoge dwarslaesie opgelopen. Een deskundige aan de zijde van eiser heeft onder meer opgemerkt dat (1) het risico op een gevaarlijke 'landing' bij een familieglijbaan groter is dan bij gewone glijbanen, dat (2) dit risico nog groter is bij onreglementaire wijzen van afdalen (zoals hier aan de orde) en dat (3) het aantal ongevallen bij familieglijbanen in het algemeen ca. 5 keer zo groot is als bij andere glijbanen. Gelet op deze

VR 2018/111 Verkeersongeval, verzekeringsfraude.

Jurisprudentie
Met ingang van 8 november 2012 heeft eiser bij Bovemij een zgn. oldtimerverzekering afgesloten voor een hem toebehorende Mercedes-Benz. Op 1 september 2013 vond een ongeval plaats waarbij eiser in de Mercedes werd aangereden door een vrachtwagen. Volgens eiser vond het ongeval plaats toen hij met ca. 50 km/u over de doorgaande weg reed en de vrachtwagen plotseling vanuit een (voor eiser aan de linkerzijde gelegen) zijstraat kwam. Bovemij heeft uitkering geweigerd met een beroep op fraude, onder verwijzing naar een rapport van Dekra waarin wordt geconcludeerd dat sprake is van een zgn

VR 2018/112 Letselschade; fraude? Verval van vergoedingsplicht?

Jurisprudentie
Eisers (samen rijdend op een scooter) zijn aangereden door een verzekerde van Allianz en hebben daarbij letsel opgelopen. Allianz heeft geweigerd de schade te vergoeden, omdat eisers zouden hebben geprobeerd ook schade te claimen die niet het gevolg kan zijn van het ongeval. Daarmee zou volgens Allianz sprake zijn van bedrog en daarmee van een onrechtmatige daad, althans zou de vergoedingsplicht van Allianz op grond van de redelijkheid en billijkheid moeten vervallen. Eisers betwisten dat sprake is (geweest) van opzettelijke misleiding. De rechtbank verwerpt het verweer van Allianz. Art. 7:941

VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te