Verkeersrecht 2019-4

Editie
Datum uitgave: 

VR 2019/59 Schietpartij Alphen aan den Rijn; aansprakelijkheid
toezichthouder; relativiteit; redelijke toerekening.

Jurisprudentie
Op zaterdag 9 april 2011 heeft X in en rond het winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn met vuurwapens op mensen geschoten, waarbij zes mensen zijn gedood en zestien mensen gewond zijn geraakt. X heeft daarna zelfmoord gepleegd. Appellanten zijn onder meer slachtoffers en nabestaanden van slachtoffers. Deze procedure gaat over de vraag of de Politieregio, de instantie die X een wapenvergunning heeft verstrekt, aansprakelijk is voor de door X veroorzaakte schade. Daarbij komen drie elementen aan de orde: - Onrechtmatigheid (art. 6:162 BW);- Relativiteit (art. 6:163 BW);- Causaal

VR 2019/60 Aansprakelijkheid na aanrijding tussen bierfiets en
treinstel?

Jurisprudentie
Op 20 april 2015 is er door Partybike een bierfiets met een fust bier verhuurd aan het eerste elftal van een voetbalvereniging. Op die dag is de bierfiets op een bewaakte spoorwegovergang aangereden door een trein van NS Reizigers. Een speler van het voetbalelftal is daarbij om het leven gekomen. NS vordert op grond van onrechtmatige daad veroordeling van Partybike tot betaling van de kosten ten gevolge van de ontstane schade aan een treinstel van NS Reizigers.Volgens de rechtbank is de enkele omstandigheid dat Partybike een bierfiets verhuurt waarop alcohol gedronken kan worden niet zonder

VR 2019/61 Verkeersongeval, juridische toerekenbaarheid.

Jurisprudentie
Eiser is op een motor in botsing gekomen met een door X bestuurde en bij Unigarant verzekerde auto. Eiser reed op een kruising rechtdoor; X kwam uit de tegenovergestelde richting, sloeg linksaf en verleende eiser daarbij geen voorrang. Unigarant stelt dat X weliswaar een verkeersfout heeft gemaakt, maar dat haar die niet kan worden toegerekend omdat eiser door zijn verkeersgedrag (rechts inhalen met een te hoge snelheid) pas zichtbaar werd voor X op het moment dat zij een aanrijding niet meer kon voorkomen. De Rechtbank acht het op basis van getuigenverklaringen en een rapport van