Verkeersrecht 2020-10

Editie
Datum uitgave: 

VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking

Artikel
VR 2020/154 Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking Prof. C.R.J.J. Rijken * * Conny Rijken is hoogleraar Mensenhandel en Globalisering aan de Tilburg Law School van Tilburg University. Inleiding Op 5 juli 2017 werd bekendgemaakt dat Nederland de vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014, ter hand zou nemen. Op 19 juni 2019 kondigde de officier van justitie de vervolging aan van vier verdachten betrokken bij deze ramp. Op 9 maart 2020, bijna zes jaar na de ramp, ging het proces tegen deze vier verdachten

VR 2020/155 Parkeren. Onderbord 'alleen elektrische voertuigen'.

Jurisprudentie
De verdachte heeft zijn elektrisch aangedreven voertuig geparkeerd op een plaats waar een parkeerverbod gold (bord E4). Het voertuig werd niet opgeladen. De tekst op het onderbord bij het bord E4 hield in “alleen elektrische voertuigen". Dat de bestuurder van een elektrisch voertuig slechts op die parkeergelegenheid mag parkeren als het voertuig wordt opgeladen, is op het onderbord echter niet aangegeven. Nu een andere wijze van parkeren evenmin is voorgeschreven, kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.

VR 2020/156 Parkeerverbod. Uitgezonderde categorie. Onderbord "alleen voor autodate".

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “Parkeren op parkeergelegenheid, terwijl voertuig niet tot aangegeven categorie of groep voertuigen behoorde”.Artikel 24, eerste lid, aanhef en onder d sub 1 RVV 1990 bepaalt dat de bestuurder zijn voertuig niet mag parkeren op een parkeergelegenheid voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen. Het bord dat hier wordt bedoeld is het bord E8 uit bijlage 1 bij het RVV 1990.Ter plaatse staat een bord E9 als bedoeld in

VR 2020/157 Stilstaan langs gele streep. Wettelijke grondslag. Sanctie.

Jurisprudentie
De betrokkene wordt verweten dat zij geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt (artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)). Volgens vaste jurisprudentie van het hof staat het niet ter beoordeling van de weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de voorschriften - daaronder te begrijpen: overeenkomstig een geldig verkeersbesluit - en terecht is geplaatst. Dat is slechts anders in het geval de situatie klaarblijkelijk zo afwijkend is van die waarop het verkeersteken betrekking heeft, dat bij gevolg geven aan dat teken de

VR 2020/158 Dood door schuld. Mate van schuld. Inhalen. Maximumsnelheid.

Jurisprudentie
De verdachte, die bekend was met de betekenis van bedoelde dubbele doorgetrokken streep, heeft een ernstige verkeersfout gemaakt door in strijd met het ter plaatse geldende verbod de voor hem rijdende Toyota te gaan inhalen en daarbij de dubbele doorgetrokken streep te overschrijden en met de door hem bestuurde personenauto (deels) op de weghelft voor het hem tegemoetkomende verkeer te gaan rijden.Deze gedraging is op zichzelf al laakbaar, maar is extra onvoorzichtig, aangezien de verdachte naar eigen zeggen, voordat hij de voor hem rijdende Toyota ging inhalen, had gezien dat er op de andere