Verkeersrecht 2020-10

Editie
Datum uitgave: 

VR 2020/169 Vuurwerkongeval in bedrijfskantine; 90% eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2010 is A een vuurwerkongeval overkomen tijdens een afscheidsfeest in een bedrijfskantine. A heeft in de kantine een stuk illegaal vuurwerk aangestoken. A slaagde er niet in het vuurwerk tijdig door het raam naar buiten te gooien, waardoor het in zijn hand is geëxplodeerd. Door de explosie is A een groot deel van zijn hand verloren. B, een collega van A, had het stuk vuurwerk mee naar binnen gebracht. C, een vriend van B, had het stuk vuurwerk naar het afscheidsfeest meegenomen en buiten aan B afgegeven. A spreekt C aan tot vergoeding van de schade die hij door het vuurwerkongeval heeft

VR 2020/170 Ongeval tramconducteur: werkgeversaansprakelijkheid?

Jurisprudentie
De stilstaande tram waarin appellant werkzaam was, is aangereden door een andere tram. Appellant viel daardoor op de grond. Appellant was destijds in dienst bij Securitas en werd door Securitas ter beschikking gesteld aan de Rotterdamse RET. Na het ongeval wordt appellant arbeidsongeschikt verklaard door het UWV. Appellant stelt Securitas aansprakelijk voor het ongeval en de gevolgen op grond van art. 7:658 BW) en wegens het betrachten van onvoldoende nazorg door het niet erkennen van aansprakelijkheid door Securitas (art. 7:611 BW). Het beroep op art. 7:658 BW faalt, omdat Securitas aan haar

VR 2020/171 Aanrijding tram en voetganger; belsignaal; rijsnelheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2015 heeft in Amsterdam op de De Clercqstraat een aanrijding plaatsgevonden tussen een voetganger (A) en een tram. De tram naderde een tramhalte met een stoeplengte van ongeveer 50 meter, gelegen te midden van de rechter- en linkerbaan van de straat. Op 50 meter vóór het begin van de tramhalte zag de trambestuurder (B) dat A uit een zaak gelegen aan de rechterkant van de straat kwam en de rechterbaan overstak. A wilde vervolgens ook de tramhalte, de tramrails en de linkerbaan oversteken, waar twee mannen op haar wachtten in een aldaar geparkeerde auto. Toen A aangekomen was op de tramhalte

VR 2020/172 Letselschade; medische noodzaak verhuizing; eisen en wensen benadeelde.

Jurisprudentie
In 2015 is A op zijn scooter aangereden door een auto die tegen wettelijke aansprakelijkheid was verzekerd bij B. Hierbij is de linker heup van A verbrijzeld. Bij een daarop volgende heupoperatie is een zenuwbeschadiging opgetreden, waardoor A een deel van zijn linkerbeen niet meer voelt en hij zijn linkervoet niet goed kan optillen. Als gevolg van deze beperking heeft A in 2017 zijn evenwicht verloren op de trap, waardoor hij is gevallen. A kan hierdoor niet meer zitten en hij brengt zijn dagen liggend door. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval (en de daarop volgende

VR 2020/173 Politieachtervolging; schade aan politieauto; verdachte aansprakelijk.

Jurisprudentie
A heeft, toen hij in zijn bestelauto reed, een stopteken van de politie genegeerd. In een daarop volgende achtervolging heeft een surveillancewagen van de politie tegen de achterzijde van bestelauto geramd met als doel hem te laten stoppen en te kunnen aanhouden. Bij deze actie is autoschade ontstaan aan de surveillancewagen. De gevolmachtigde van de WAM-verzekeraar van de bestelauto (B) heeft deze schade aan de politie vergoed. In deze procedure vordert B dat A het bedrag dat B aan de politie heeft uitgekeerd aan B betaalt.De kantonrechter overweegt dat A jegens de politie onrechtmatig heeft