Datum uitgave:
VR 2020/104 Autogordel. Draagplicht.
Hoewel het hof begrijpt dat het op een ontzettend warme dag onaangenaam kan zijn om voor een lange tijd de autogordel te dragen, vormt dit naar het oordeel van het hof geen bijzondere omstandigheid die aanleiding geeft om van het vastgestelde tarief af te wijken.
VR 2020/105 Parkeren. Blauwe streep.
Het is vaste rechtspraak van dit hof dat de bepalingen in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens zijn gericht tot de wegbeheerder. Weggebruikers kunnen aan die regels geen rechten ontlenen. Dat de blauwe streep als bedoeld in art. 25 RVV 1990, in afwijking van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens, 9 centimeter breed zou zijn in plaats van 10 centimeter, brengt niet mee dat er geen sprake is van een blauwe streep in de zin van genoemde bepaling.
VR 2020/106 Rijden door rood licht. Bewijs.
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 230,- opgelegd ter zake van “Niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”.In een situatie als de onderhavige, waarin een ambtenaar groen licht waarneemt op het moment dat hij uit een conflicterende rijrichting een voertuig de kruising op ziet rijden terwijl hij geen zicht heeft op het voor die bestuurder geldende licht, zal door de ambtenaar moeten worden vastgesteld dat het conflicterende licht rood moet zijn geweest alvorens een sanctie voor een roodlichtgedraging kan worden opgelegd. De ambtenaar
VR 2020/107 Administratieve sanctie. Bewijs. Camera.
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd ter zake van “als (snor)fietser bij ontbreken (verplicht) (brom)fietspad niet de rijbaan gebruiken (bijv. rijden op trottoir, voetpad)”, welke gedraging zou zijn verricht op de Museumstraat te Amsterdam met een snorfiets.Aan weerszijden van de doorgang onder het Rijksmuseum te Amsterdam is een camera-installatie geplaatst boven de weg ten behoeve van de handhaving van een voetgangersgebied, aangeduid door de borden volgens model G7, Bijlage 1 RVV 1990 voorzien van de tekst: "Zone"
VR 2020/108 Parkeren. Hinder.
De betrokkene parkeerde zijn motorvoertuig op een plaats waar dat in beginsel was toegestaan. Het parkeren leverde hinder voor het overige verkeer op, omdat het voertuig zodanig geparkeerd stond dat voor de hulpdiensten, met name de brandweer, de doorgang niet was vrijgelaten.