Datum uitgave:
VR 2021/129 Letselschadezaak; buitengerechtelijke kosten.
A is een ongeval overkomen. Verzekeraar B is hiervoor voor 50% aansprakelijk. Tussen partijen is in geschil of B € 15.224,48 aan buitengerechtelijke kosten moet betalen aan A als voorschot op de kosten van de belangenbehartiger van A (X). De rechtbank wijst de buitengerechtelijke kosten grotendeels toe. De belangrijkste overweging in dit verband is dat redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking komen, behalve als de regels over proceskosten van toepassing zijn krachtens art
VR 2021/130 Eenzijdig verkeersongeval; Poolse auto; Poolse inzittende; Haags Verkeersongevallenverdrag; gewone verblijfplaats.
Een Poolse vrouw (A) is op 16 december 2017 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. A reed als passagier mee in een Opel met Pools kenteken. De Opel is door onbekende oorzaak van de weg geraakt en in botsing gekomen met een lantaarnpaal en een boom. A was destijds werkzaam voor een uitzendbureau op basis van een tijdelijk dienstverband van drie maanden. Na het ongeval heeft het uitzendbureau haar arbeidsovereenkomst beëindigd en is A teruggekeerd naar Polen, waar haar echtgenoot en vier kinderen wonen. NBM is (voor de aansprakelijkheidsverzekeraar van de Opel) bereid de schade van A als
VR 2021/131 Fietsongeval; aanspreken WAM-verzekeraar na uitkering Waarborgfonds.
Een racefietser (A) is in 2007 een ongeval overkomen. A reed op de Kanaaldijk in Heerde. Een witte bestelbus en een personenauto (bestuurd door B) reden in tegengestelde richting. De auto reed achter de bus. De bus is, zonder richting aan te geven, linksaf geslagen en heeft daarbij geen voorrang verleend aan A. Om een aanrijding met de bus te voorkomen, is A uitgeweken naar de (voor hem) linker weghelft. A is toen op B gebotst. De identiteit van de bestuurder van de bestelbus is onbekend gebleven. Het Waarborgfonds Motorvoertuigen heeft aansprakelijkheid erkend en een schadevergoeding van €
VR 2021/132 Afwijzing verzoek benoeming deskundige; geen causaal verband.
Op 19 oktober 2018 is A als bestuurster van een auto een ongeval overkomen. Toen zij haar auto tot stilstand bracht voor een zebrapad, is zij van achteren aangereden door een bestelbus. De rechtsopvolger van de WAM-verzekeraar van de bestelbus (B) heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. In opdracht van B heeft C een Delta-V onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een low-impact aanrijding. Gelet hierop kunnen de klachten van A niet het gevolg zijn van het ongeval volgens B. B meent daarom dat zij met het reeds door haar uitgekeerde voorschot van € 4.000,-