Datum uitgave:
VR 2021/158 Mobiele telefoon. Vasthouden?
Hoewel het hof begrijpt dat met het oog op de verkeersveiligheid een sanctie voor het op schoot hebben van een telefoon tijdens het rijden gerechtvaardigd kan zijn, is het hof van oordeel dat artikel 61a van het RVV 1990 daarvoor geen grondslag biedt. Het op schoot of op het been hebben van een mobiele telefoon kan niet worden aangemerkt als vasthouden in de zin van voornoemd artikel. Dat zou een zodanige extensieve interpretatie zijn dat dit de rechtsvormende taak van het hof te buiten gaat. Uit de verklaring van de ambtenaar volgt wel dat de betrokkene in dit geval zodanig verkeersgedrag
VR 2021/159 Mobiel elektronisch apparaat vasthouden tijdens rijden. Gebruik?
De stelling van de betrokkene dat hij niet al bellend aan het rijden was, kan hem niet baten, ook niet als zou blijken dat deze stelling juist is. De regelgever heeft namelijk het vasthouden van een mobiele telefoon strafbaar gesteld, zodat niet relevant is of de betrokkene heeft getelefoneerd. Om die reden waren de ambtenaren niet gehouden om in te gaan op het aanbod om de historische gegevens van de mobiele telefoon te controleren. Tot slot schrijft geen rechtsregel voor dat het bij de vaststelling dat een gedraging als deze is verricht, noodzakelijk is om bij de staandehouding vast te
VR 2021/160 Dood door schuld. Recht op leven. Positieve verplichtingen.
De ouders en de zuster van een slachtoffer van een verkeersongeval bij het EHRM over schending van art. 2 EVRM. Het slachtoffer kwam op 7 juli 2012 in Zagreb om het leven bij een botsing met een sports utility vehicle (SUV). Die botsing ontstond doordat de bestuurder van de SUV, D.M., op een kruising een rood verkeerslicht negeerde op het moment dat het slachtoffer, motorrijder, bij voor hem groen licht de kruising opreed. Ten tijde van het ongeval verkeerde de bestuurder van de SUV onder invloed. De bestuurder werd veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar en inhouding van het