Datum uitgave:
VR 2021/21 Rijden onder invloed van een stof anders dan alcohol. Bloedafname. Termijn. Strikte waarborgen.
Het voorschrift dat het afnemen van bloed binnen een termijn van 90 minuten moet plaatsvinden, moet worden gerekend tot de (strikte) waarborgen waarmee de wetgever het in (onder andere) artikel 8, vijfde lid, WVW 1994 bedoelde onderzoek heeft omringd.
VR 2021/22 Rijden onder invloed van een stof anders dan alcohol. Bloedafname. Termijn. Strikte waarborgen.
Onder (strikte) waarborgen worden begrepen voorschriften die ertoe strekken dat de betrouwbaarheid van het - in dit geval - bloedonderzoek wordt gewaarborgd, dan wel voorschriften die noodzakelijk zijn voor de verdachte om zichzelf in verband daarmee te kunnen verdedigen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de 90-minuten-termijn hiertoe niet behoort te worden gerekend.
VR 2021/23 Rijden onder invloed. Bloedproef. Strikte waarborgen. Verzending.
Vooropgesteld moet worden dat van ‘een onderzoek’ als bedoeld in art. 8, vijfde lid WVW 1994 slechts sprake is indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Tot die waarborgen behoort onder meer dat het afgenomen bloedmonster zonder uitstel wordt toegezonden aan het laboratorium dat met het onderzoek daarvan is belast (vgl. HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1684).De verdachte is op 29 december 2018 gevorderd mee te werken aan een speekseltest. Als resultaat werd gezien een indicatie voor cannabis en cocaïne. Blijkens het formulier ‘aanvraag ten behoeve van
VR 2021/24 Rijden onder invloed. Geneesmiddel. Tramadol.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij een voertuig heeft bestuurd "terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten tramadol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.” De verdachte had tramadol en propofol gebruikt. Het NFI heeft op grond van de resultaten van het uitgevoerde toxicologisch onderzoek geconcludeerd dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig was
VR 2021/25 Weigering medewerking aan voorlopig ademonderzoek. Ne bis in idem.
Verdachte is op 10 mei 2018 op straat gevorderd om mee te werken aan een voorlopige ademtest als bedoeld in artikel 160, vijfde lid onder b, WVW 1994. Verdachte wilde hieraan niet meewerken. Verdachte is vervolgens aangehouden en overgebracht naar het politiebureau te gemeente G. Vervolgens is aan verdachte op het bureau een bevel gegeven tot medewerken aan een ademonderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a WVW 1994 jo. artikel 163, eerste lid, WVW 1994. Verdachte heeft eveneens geweigerd aan dit onderzoek mee te werken. Door de raadsvrouw is ter terechtzitting van het