Verkeersrecht 2022-11

Editie
VR2022-11-cover
Datum uitgave: 

VR 2022/172 Ongeluk bij het karten. Gebrekkige kart. Bewijswaarde getuigenverklaringen. Exoneratiebeding?

Jurisprudentie

Op 12 maart 2017 is X een kartongeval overkomen op een kartbaan die gedreven wordt door Y. X loopt daarbij zeer ernstig letsel op. X stelt Y aansprakelijk. In eerste aanleg slaagt X erin te bewijzen dat de kart een gebrekkige zaak is, maar niet dat de inrichting van de kartbaan gebrekkig is. Y gaat in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en overweegt hiertoe als volgt. In eerste aanleg hebben getuigenverklaringen plaatsgevonden. Y stelt dat aan de verklaringen geen bewijswaarde toekomt, omdat X daarbij aanwezig is geweest en met de getuigen voorafgaand aan hun

VR 2022/173 Gemeente plaatst verkeersplateau aan laag gelegen perceel van X. Geen gebrekkige opstal of onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

X woont op een perceel dat lager is gelegen dan de aangrenzende weg. In 2015 heeft de gemeente Bloemendaal enkele aanpassingen in het inrichtingsplan vastgesteld, die in 2016 en 2017 zijn uitgevoerd. Ter hoogte van de uitrit van het perceel van X is hierbij over de volle breedte van de weg een verkeersplateau van 12 cm hoog aangelegd. X stelt dat dit plateau een onveilige situatie oplevert, omdat hij vanwege zijn lager gelegen perceel en de hoogte van het verkeersplateau veel gas moet geven om de openbare weg op te rijden. X stelt dat het verkeersplateau een gebrekkige opstal is en dat de

VR 2022/174 X overlijdt na val uit rolstoel in taxibus. Vervoerder aansprakelijk? Causaal verband. Begroting schade.

Jurisprudentie

Op 10 juli 2016 is X overleden. De dag ervoor, op 9 juli 2016, is hij uit zijn rolstoel gevallen toen A hem achterwaarts uit een rolstoelbus van Stam naar buiten verplaatste. Door deze val is X gewond geraakt. Y, de echtgenoot van X, stelt dat door deze val de hersenbloeding is veroorzaakt waardoor X een dag later is overleden. Y vordert schadevergoeding ex art. 6:108 lid 1 en 2 BW van Stam. Stam betwist dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt. Bij tussenvonnis is beslist dat aannemelijker is dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt, waarmee het causaal verband tussen het

VR 2022/175 Vallen van paard. Bezitter niet risico-aansprakelijk: exoneratiebeding.

Jurisprudentie

X en Y waren goed bevriend. Y is bezitter van een paard. Na een operatie van Y verzorgt en berijdt X enkele dagen per week het paard. Na een tweede operatie van Y komen zij dit wederom overeen. In die periode valt X van het paard en loopt daarbij letsel op aan haar rechterknie en -been. X verzoekt een verklaring voor recht dat Y op grond van art. 6:179 BW aansprakelijk is voor haar schade. Y en haar aansprakelijkheidsverzekeraar, Univé, beroepen zich op een exoneratiebeding. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt. Kern van het geschil is of aansprakelijkheid is

VR 2022/176 Glas valt op hoofd X. Gevaarzetting? Kelderluikcriteria.

Jurisprudentie

X is in de nacht van 7 op 8 april op stap in café De Vooruitgang. Op een gegeven moment valt een glas van de bovenverdieping van het café op het hoofd van X. Kort hierop verliest zij het bewustzijn en wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. X verzoekt een verklaring voor recht dat café De Vooruitgang aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. Het café zou namelijk een gevaarzettende situatie in het leven hebben geroepen. De Vooruitgang betwist dat sprake was van gevaarzetting. De rechtbank oordeelt dat geen sprake was van onrechtmatige gevaarzetting en wijst het verzoek af