X en Y waren goed bevriend. Y is bezitter van een paard. Na een operatie van Y verzorgt en berijdt X enkele dagen per week het paard. Na een tweede operatie van Y komen zij dit wederom overeen. In die periode valt X van het paard en loopt daarbij letsel op aan haar rechterknie en -been. X verzoekt een verklaring voor recht dat Y op grond van art. 6:179 BW aansprakelijk is voor haar schade. Y en haar aansprakelijkheidsverzekeraar, Univé, beroepen zich op een exoneratiebeding. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt.