Verkeersrecht 2023-10

Editie
VR2023-10-cover
Datum uitgave: 

VR 2023/117 Rijden onder invloed. Cannabis. Rijvaardigheid.

Jurisprudentie

De verdachte is aangehouden wegens rijden onder invloed van cannabis. Hij stelt dat de wet is gebaseerd op inmiddels achterhaalde en onvolledige wetenschap. Voorts voert hij aan dat het restproduct dat wordt gemeten bij zowel de speeksel- als de bloedtesten een onbetrouwbare indicator zijn voor de mate van onder invloed zijn van THC. Hof: bij de totstandkoming van artikel 8, vijfde lid, WVW was er volgens door de wetgever aangestelde onderzoekers wetenschappelijke consensus over het feit dat er een verband bestond tussen het gebruik van cannabis - te bepalen door meting van de THC-concentratie

VR 2023/118 Kruising. Oversteken. Excessieve snelheidsoverschrijding.

Jurisprudentie

Verdachte reed als bestuurder van een personenauto op een voor hem bekende voorrangsweg buiten de bebouwde kom. Hij heeft daar toen gereden met een snelheid van 139,78 km/u, terwijl de ter plaatse toegestane maximum snelheid 70 km/u bedroeg. Op enig moment steekt een Toyota Aygo (gezien verdachtes rijrichting van rechts naar links) over een kruispunt. Verdachte is met de veel te hoge snelheid op die Toyota Aygo gebotst, waarbij twee inzittenden in de Toyota Aygo om het leven zijn gekomen en hun vierjarige kleinzoon zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De Forensische Opsporing concludeerde

VR 2023/119 Botsing tussen auto en elektrische fiets. Motorrijtuig? Causaliteit; geen billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Op 4 augustus 2020 heeft een ongeval plaatsgevonden waarbij automobilist X en Y, op een elektrische fiets, betrokken waren. X reed op een voorrangsweg en Y stak plotseling over, waarna zij botsten. Ze wisselden gegevens uit en vervolgden hun weg. Ongeveer een uurtje later is de ambulancedienst gebeld en is Y naar het ziekenhuis vervoerd. Op 5 september 2020 is Y overleden. De verzekeraar van Y, Menzis, spreekt de WAM-verzekeraar van de auto van X, Univé, aan. Univé erkent geen aansprakelijkheid. Menzis stapt naar de rechter. De rechtbank wijst de vorderingen van Menzis af en verklaart voor

VR 2023/120 Verzekeraar kan schadevergoeding verhalen op gedaagde, die wegens wanbetaling niet verzekerd was.

Jurisprudentie

Op 4 mei 2019 sluit X een autoverzekering af bij AllSecur. De Algemene voorwaarden bepalen dat als de eerste premie niet binnen 25 dagen betaald is, de verzekering met terugwerkende kracht wordt beëindigd en AllSecur niks zal uitbetalen. Op 6 mei 2019 veroorzaakt X een ongeval. De rechtsbijstandsverlener van de benadeelde stelt AllSecur aansprakelijk voor de schade. AllSecur betaalt in totaal € 3.570,72. AllSecur vordert het door haar uitgekeerde bedrag, vermeerderd met wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke kosten van X, omdat X de eerste premie niet binnen de gestelde termijn heeft

VR 2023/121 Voetganger aangereden door fietser. Vaststellen klachten en omvang schade.

Jurisprudentie

In december 2017 is voetganger X op een zebrapad aangereden door fietser Y. Bij tussenvonnis oordeelt de rechtbank dat Y onrechtmatig jegens X heeft gehandeld. Daarnaast heeft de rechtbank een causale weging van de bijdrage van Y en X aan het ongeval gemaakt van 60:40. Tot slot overwoog de rechtbank dat X in ieder geval een enkelfractuur heeft opgelopen. X stelt nog meer schadeposten te hebben. Het vaststellen van de verdere klachten en de omvang van de schade staat centraal in dit eindvonnis. X stelt veertien schadeposten te hebben, van in totaal € 39.586,14. Y betwist dat de klachten vier