Verkeersrecht 2023-4

Editie
VR2023-4-cover
Datum uitgave: 

VR 2023/52 Rechts inhalen. Niet van rijstrook wisselen. Geen staandehouding.

Jurisprudentie

Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 240,- voor: “rechts inhalen waar dat is verboden”. Deze gedraging zou zijn verricht op 13 mei 2019 om 6:19 uur op de Rijksweg A35 in Borne met het voertuig met het kenteken XXX. De gemachtigde voert aan dat de gedraging niet is verricht. De betrokkene heeft wel rechts ingehaald, maar dat is pas gebeurd bij de afslag Almelo. Daar is sprake van een blokmarkering, zodat rechts inhalen is toegestaan. Mocht het wel bij Borne zijn gebeurd, wat de betrokkene ten zeerste betwist, dan was geen sprake van

VR 2023/53 Dood door schuld. Verdenking van rijden onder invloed.

Jurisprudentie

De verbalisanten hebben, gelet op de omstandigheden van de situatie, waaronder het feit dat er aanwijzingen waren dat verdachte een fietser niet of te laat had opgemerkt, de geur van alcoholgebruik bij verdachte en zijn bloeddoorlopen ogen, tot de conclusie kunnen komen dat er jegens verdachte een verdenking was gerezen ter zake van rijden onder invloed. Dat verdachte bij een voorlopig ademonderzoek een indicatie 'P/A' - een indicatie van een ademalcoholgehalte van boven de 95 µg/l, met een bereik tussen de 170-300 µg/l - blies doet daar niets aan af. Van enigerlei vormverzuim, laat staan

VR 2023/54 Dood door schuld. Mate van schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig. Laadklep.

Jurisprudentie

Op 28 maart 2019 heeft de verdachte zijn vrachtwagen (een trekker met oplegger) geparkeerd in een flauwe bocht op de rechterzijde van de Terletstraat in ’s-Gravenhage, met het doel goederen te lossen. De verdachte heeft vervolgens de laadklep van de oplegger geopend en in een horizontale positie, op dezelfde hoogte als de vloer van de oplegger, gebracht. De alarmlichten van de trekker/oplegger stonden aan en de openstaande laadruimte was verlicht. De laadklep was niet voorzien van lampen of vlaggen. Ook werden geen andere middelen aangetroffen die het verkeer waarschuwden voor het gevaar van

VR 2023/55 Automobilist raakt van de weg en botst tegen bewegwijzeringspaal. Heeft andere bestuurder onrechtmatig gehandeld? Bewijslast. Bewijswaardering.

Jurisprudentie

Op 6 februari 2013 rijdt X op de linkerrijstrook wanneer een op de rechterrijstrook rijdende auto, bestuurd door B, naar de linkerrijstrook beweegt. X raakt van de weg en botst tegen een bewegwijzeringspaal, waarbij hij letsel oploopt. De auto van B was verzekerd bij ZLM. X vordert een verklaring voor recht dat ZLM aansprakelijk is voor zijn schade. B zou bij de rijstrookwisseling namelijk verkeersfouten hebben gemaakt. De vordering van X is afgewezen door de rechtbank. X gaat in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis en wijst de vordering van X af. Het overweegt hiertoe als volgt. X

VR 2023/56 Rugklachten gevolg van ongeval. Deskundigenrapport. Begroting schade.

Jurisprudentie

Op 21 april 2016 is automobilist X van achteren aangereden. Aegon, WAM-verzekeraar van de achterste auto, erkent aansprakelijkheid. X heeft rugklachten, ten aanzien waarvan Aegon betwist dat deze het gevolg zijn van het ongeval. X vordert, onder meer, dat Aegon € 504.888 aan schadevergoeding betaalt. De rechtbank veroordeelt Aegon om X € 32.640 aan schadevergoeding, € 9.925,37 aan buitengerechtelijke kosten en € 2.383,02 aan proceskosten te betalen. Zij overweegt hiertoe als volgt. Het ligt op de weg van X om het causaal verband tussen haar klachten en het ongeval te bewijzen. Aan dat bewijs