Verkeersrecht 2023-6

Editie
VR2023-6-cover
Datum uitgave: 

VR 2023/72 Dood door schuld. Mate van schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig.

Jurisprudentie

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overtreden van artikel 6 WVW, door als bestuurder van een personenauto aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te zijn geweest in het verkeer. Hij is met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, daar waar 50 kilometer per uur was toegestaan, over de voor hem rechts gelegen doorgetrokken kantstreep gaan rijden en daardoor deels in de naast gelegen berm gekomen. Als gevolg daarvan heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij hij het slachtoffer heeft aangereden en deze ten gevolge daarvan is overleden.

VR 2023/73 Art. 6 WVW 1994. Vrijspraak.

Jurisprudentie

Verdachte wordt vrijgesproken van art. 6 WVW 1994. Volgens de rechtbank vereist de culpa uit art. 6 een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. In deze zaak meent de rechtbank dat er sprake is van een op zichzelf staande verkeersfout. De verdachte is namelijk een moment onoplettend geweest door in slaap te vallen. Vervolgens is hij tegen de auto voor hem gebotst. Deze fout is niet ernstig genoeg om hem het verwijt uit art. 6 toe te rekenen. Dit zou anders zijn geweest als het in slaap vallen voorzienbaar zou zijn geweest. Wel meent de rechtbank dat de verdachte art. 5 WVW 1994

VR 2023/74 Dood door schuld. Zwaar lichamelijk letsel. Zeer onvoorzichtig rijgedrag.

Jurisprudentie

Verdachte is met twee wielen in de berm terechtgekomen en vervolgens door een stuurcorrectie naar rechts de weg opgeschoten, in een drift en slip geraakt en uiteindelijk over de kop geslagen, en aan de achterzijde van de weg ondersteboven in een greppel tot stilstand gekomen. Eén inzittende kwam om het leven en een andere inzittende liep een hoge dwarslaesie op. Verdachte reed tussen de 120,6 en 152,5 kilometer per uur waar 80 is toegestaan. Het hof acht bewezen dat verdachte zeer onvoorzichtig heeft gehandeld. De in eerste aanleg opgelegde taakstraf doet volgens het hof onvoldoende recht aan

VR 2023/75 Dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend. Enkel kort moment van onoplettendheid?

Jurisprudentie

De verdachte is met de door haar bestuurde auto op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer terechtgekomen met als gevolg een frontale botsing met de door slachtoffer 2 bestuurde auto. Slachtoffer 2 heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen en mevrouw (slachtoffer 1), die als passagier bij hem in de auto zat, is als gevolg van het ongeluk overleden. Provinciale wegen en zeker die waarbij de rijstroken voor het elkaar tegemoetkomende verkeer niet fysiek van elkaar zijn gescheiden, zoals op de N242 op de plaats van het ongeval het geval is, zijn wegen die vanuit verkeerstechnisch oogpunt

VR 2023/76 (met noot) Dekking onder WAM of SVI? Uitleg polisvoorwaarden. Bestuurder ex art. 4 lid 1 WAM.

Jurisprudentie
Op 5 november 2016 is automobilist A een eenzijdig ongeval overkomen. Passagier D trok vanaf de achterbank aan de handrem, waardoor de auto in een dwarsslip terechtkwam en naast de rijbaan tegen een betonnen pilaar botste. A en zijn bijrijder B droegen geen gordel en werden uit de auto geslingerd. Zij raakten zeer ernstig gewond, als gevolg waarvan B is overleden en A hersenletsel oploopt. A wordt volledig arbeidsongeschikt verklaard. Passagiers C en D raakten licht gewond. In het bloed van A wordt alcohol en cocaïne aangetroffen. D wordt strafrechtelijk vervolgd. De auto was overeenkomstig de