VR 2024/01 Het Verstekeling-arrest revisited
VR 2024/02 Dr. L.H. Pals, pionier en visionair
VR 2024/03 Procesafspraken. Keskin. Prejudiciële vragen.
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor het niet stoppen voor een rood uitstralend verkeerslicht. De betrokkene stelt echter dat hij door een geel uitstralend verkeerslicht is gereden en dat zijn getuige - die achterop de scooter zat - dit kan bevestigen. Deze getuige zou bij de zittingen van de kantonrechter ten onrechte niet zijn gehoord. De betrokkene is bij kantonrechter echter meermaals de gelegenheid geboden om zijn getuige mee te nemen. Ook tijdens de procedure bij het hof heeft de betrokkene meerdere kansen gehad om de getuige mee te nemen, maar heeft
VR 2024/04 Verkeersongeval met dood door schuld. Tractorbestuurder. Vorenpakker op onjuiste wijze bevestigd. Aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld.
De verdachte heeft als bestuurder van een tractor, met aan de voorzijde een vorenpakker en aan de achterzijde een ploeg, een ongeval veroorzaakt. De verdachte heeft zijn vaart geminderd en naar rechts gestuurd om een groep tegemoetkomende wielrenners ruimte te geven. Doordat de verdachte bij het naar rechts sturen over het beschadigde bermbeton is gereden, is de vorenpakker losgekomen van de tractor en de weg over gerold. Het slachtoffer heeft deze 1.327 kilo wegende vorenpakker niet kunnen ontwijken en heeft als gevolg van de botsing zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waarna hij in het
VR 2024/05 Dood door schuld. Mate van schuld. Voetgangersoversteekplaats.
De verdachte heeft een voetganger die doende was met oversteken op een voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) aangereden. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, tweede lid, van het RVV moeten bestuurders voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staat zulks te doen, voor laten gaan. De verdachte heeft de heer (het slachtoffer) niet voor laten gaan, omdat hij hem niet heeft gezien. Er is echter niet gebleken van omstandigheden die het zicht van de verdachte belemmerden. Het betrof voorts