Verkeersrecht 2024-10

Editie
VR2024-10_cover
Datum uitgave: 

VR 2024/098 Wat is kansschade?

Artikel
VR 2024-10_illu
De Hoge Raad maakt onderscheid tussen de leerstukken kansschade en proportionele aansprakelijkheid. Over dit onderscheid is zeer veel geschreven. Grofweg zijn er twee benaderingen: sommige auteurs stellen dat beide leerstukken twee kanten van dezelfde medaille zijn, terwijl anderen betogen dat het om twee afzonderlijke leerstukken gaat. Onderstaand bespreek ik ter duiding van het al dan niet bestaande verschil tussen proportionele aansprakelijkheid en kansschade achtereenvolgens vier opvattingen van vijf auteurs die herhaaldelijk over dit onderwerp hebben geschreven en een duidelijk gearticuleerde visie hebben: Tjong Tjin Tai, Nuninga, Kortmann en Van & Wijne. De literatuur is zo overvloedig dat niet iedere auteur die over dit onderwerp heeft geschreven kan worden behandeld. Het accent ligt op de vraag wat kansschade precies is, want dat is mijns inziens de kern van de zaak. Pas als duidelijk is wat kansschade is, valt de verhouding tot de proportionele aansprakelijkheid te bepalen. Centraal staat dus de visie van auteurs die kansschade als iets zelfstandigs zien.

VR 2024/099 Aanvraag rijbewijs, 185-dageneis, Rijbewijzenrichtlijn, richtlijnconforme uitleg.

Jurisprudentie

Appellant heeft een nieuw rijbewijs aangevraagd omdat zijn huidige rijbewijs op korte termijn zou verlopen. Omdat appellant niet kon aantonen dat hij minimaal 185 dagen per kalenderjaar voorafgaand aan de afvraag in Nederland verbleef, heeft de RDW de aanvraag afgewezen. Vanwege de coronapandemie mocht de appellant zijn rijbewijs echter 10 maanden langer gebruiken. Tijdens deze periode is appellant ingeschreven in Waddinxveen, waarna hij nogmaals een aanvraag indiende. De RDW heeft daarop zijn rijbewijs verlengd. In eerste aanleg oordeelde de rechtbank dat appellant geen belang had bij de

VR 2024/100 Het niet voor laten gaan van een voorrangsvoertuig. Niet tijdig horen en zien van voorrangsvoertuig komt voor rekening van bestuurder.

Jurisprudentie

De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het niet voor laten gaan van een ambulance. Anders dan de gemachtigde van de betrokkene is het hof van oordeel dat het ontbreken van een specifieke wettelijke bepaling die de exacte tijdsduur aangeeft waarbinnen men een voorrangsvoertuig voorrang moet verlenen, niet automatisch met zich meebrengt dat de bestuurder de daartoe nodige ruimte heeft en de ambtenaar moet aangeven of er mogelijkheden waren om opzij te gaan en hoe lang het heeft geduurd voordat de bestuurder dat daadwerkelijk deed. Het niet tijdig horen en zien van een

VR 2024/101 Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen. Zeer uitzonderlijk geval. Schending hoorplicht.

Jurisprudentie

De betrokkene heeft bij een file rechts over de vluchtstrook ingehaald en tegelijkertijd een telefoon vastgehouden. Voor het vasthouden van een elektronisch apparaat tijdens het rijden heeft de betrokkene een administratieve sanctie opgelegd gekregen, terwijl het onnodig gebruik maken van de vluchtstrook via strafrechtelijke weg wordt afgedaan. Deze afdoening via twee trajecten kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, aldus artikel 2 van de Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen (hierna: de Aanwijzing). Volgens de gemachtigde van de betrokkene is daar geen

VR 2024/102 Dubbel parkeren.

Jurisprudentie

Betrokkene betwist zijn auto in Amsterdam 'dubbel geparkeerd' te hebben. De betrokkene stelt dat hij zijn auto langs een trottoirband heeft geparkeerd in plaats van parallel aan een ander voertuig. Volgens het hof is van dubbel parkeren sprake als een voertuig parallel aan een parkeervak wordt geparkeerd, zodat de toegang tot of het vertrek uit dat parkeervak wordt geblokkeerd. Op basis van het bewijsmateriaal kan niet worden vastgesteld dat de betrokkene andere auto's heeft geblokkeerd.