Verkeersrecht 2024-3

Editie
VR 2024-3 cover
Datum uitgave: 

VR 2024/33 Gewijzigde wetgeving. Proceskostenvergoeding. Aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.

Jurisprudentie

De betrokkene wordt verweten dat hij met zijn voertuig de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom met 6 km/u heeft overschreden. De gemachtigde van de betrokkene heeft in het beroepschrift onder meer verzocht om het boetebedrag te wijzigen omdat het sanctiebedrag per 1 maart 2022 is verlaagd naar € 33,-. De kantonrechter stelt de betrokkene gedeeltelijk in het gelijk, in die zin dat de boete moet worden gematigd tot € 42,- vanwege gewijzigde wetgeving. Volgens rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet in een geval als dit een (proces)kostenvergoeding worden toegekend voor zowel de

VR 2024/34 Rijden met ongeldig verklaard rijbewijs. Stelselmatige observatie. Peilbaken. Persoonlijke levenssfeer.

Jurisprudentie

De verdachte wordt verweten dat hij een auto heeft bestuurd terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Dat verdachte meermalen onherroepelijk is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten, heeft hem er niet van weerhouden om opnieuw in de fout te gaan. De raadsman heeft aangevoerd dat het plaatsen van een peilbaken onder de auto van de verdachte een onrechtmatige inbreuk op art. 8 EVRM heeft opgeleverd. Volgens het hof ontstond de aanleiding voor het plaatsen van het peilbaken toen de verdachte een auto op zijn naam liet stellen en verbalisanten met enige regelmaat

VR 2024/35 Deelgeschil. Causaal verband tussen ongeval en klachten. Looptijdbeperking.

Jurisprudentie

Op 11 december 2017 vond er een verkeersongeval plaats waarbij verzoeker en de zoon van verweerder betrokken waren. Verweerder was destijds verzekerd bij Allianz. Allianz heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en heeft verzoeker een bedrag van € 87.000,- aan voorschotten betaald. Direct na het ongeval heeft verzoeker zich ziekgemeld, maar na drie dagen is hij weer aan het werk gegaan. Verzoeker heeft op grond van artikel 1019w Rv om een gerechtelijke uitspraak verzocht waarin verklaard wordt dat de beschreven klachten en beperkingen volledig het gevolg zijn van voorgenoemd ongeval

VR 2024/36 Geen causaal verband wegens meerdere ongevallen.

Jurisprudentie

Op 24 oktober 2018 kwam verzoeker ten val met zijn scooter toen hij uitweek voor een auto die hem geen voorrang verleende. Bij de spoedeisende hulp werd geconstateerd dat hij een wond aan zijn rechtervoet had. De wond werd gehecht en er waren geen aanwijzingen voor ander letsel. ASR, de WAM-verzekeraar van de auto, erkende de aansprakelijkheid en heeft voorschotten en schadevergoeding aan zijn scooter aan verzoeker uitgekeerd. Op 25 april 2019 werd verzoeker als passagier in de auto aangereden. Als gevolg van dit ongeval kreeg hij nek- en schouderklachten aan zijn rechterzijde. Op 6 november

VR 2024/37 Ongeluk voetganger en tram. Aansprakelijkheid. Geen overmacht. Causale verdeling.

Jurisprudentie

Op 8 april 2022 vond er een aanrijding plaats bij een tramhalte in Den Haag tussen een minderjarige voetganger en een tram van HTM Personenvervoer. De minderjarige voetganger was net uit de tram gestapt en was op weg naar de voetgangersoversteekplaats in de buurt. Tijdens de oversteek is hij aangereden door een andere tram die vanuit de tegenovergestelde richting de halte naderde. Als gevolg van de aanrijding werd hij enkele meters met de tram meegesleurd en raakte hij ernstig gewond. Er wordt in dit deelgeschil verzocht om HTM aansprakelijk te stellen voor de geleden en nog te lijden schade