Verkeersrecht 2025-1

Editie
VR 2025-1_cover
Datum uitgave: 

VR 2025/10 Una via-beginsel. Geen melding van afdoening via twee trajecten. Strijd met Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen.

Jurisprudentie

De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat sprake is van schending van het una via-beginsel. Volgens de Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen (hierna: de Aanwijzing) is afdoening via zowel de strafrechtelijke als administratiefrechtelijke weg slechts toegestaan in uitzonderlijke gevallen, waar hier geen sprake van zou zijn. Bovendien zou de vereiste melding niet zijn gedaan van afdoening via twee trajecten. Het hof ziet geen aanleiding om de inleidende beschikking te vernietigen enkel om het feit dat in het zaakoverzicht geen melding is gemaakt van de

VR 2025/11 Overschrijden doorgetrokken streep. Gebruiken van een verdrijvingsvlak. Voortgezette handeling.

Jurisprudentie

De betrokkene heeft twee administratieve sancties opgelegd gekregen voor het overschrijden van de doorgetrokken streep en voor het gebruiken van een verdrijvingsvlak. Het hof is van oordeel dat aan de betrokkene ten onrechte twee sancties zijn opgelegd. Het hof komt hiertoe aangezien beide sancties zijn opgelegd naar aanleiding van dezelfde inhaalmanoeuvre, waarbij een doorgetrokken streep is overschreden en een verdrijvingsvlak is gebruikt. Beide gedragingen komen voort uit één ongeoorloofd wilsbesluit, wat maakt dat sprake is van één voortgezette handeling. Het hof stelt het bedrag van de

VR 2025/12 Cassatie in het belang der wet. Proceskostenvergoeding administratiefberoepsfase. Wijziging van sanctiebedrag door regelgever tijdens beroepsprocedure.

Jurisprudentie

Advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft beroep in cassatie in het belang der wet ingesteld over de vraag in hoeverre op grond van de Wahv een proceskostenvergoeding moet worden toegekend ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand indien na het opleggen van de sanctie het boetebedrag is verlaagd door de wetgever. Volgens de Hoge Raad heeft het hof terecht als uitgangspunt genomen dat wanneer er na het begaan van een overtreding, waarvoor een administratieve sanctie is of wordt opgelegd, een wijziging in de regelgeving plaatsvindt die leidt tot een gunstigere sanctie, deze

VR 2025/13 Artikel 6 WVW 1994. Aanrijding personenauto met bromfietser en fietser. Roekeloos rijgedrag. Verlaten plaats ongeval.

Jurisprudentie

De verdachte wordt verweten op een drukke zaterdagavond als bestuurder van een personenauto twee keer de toegestane snelheid te hebben gereden. Op enig moment is de verdachte in een slip geraakt en in de tegengestelde rijrichting terechtgekomen. Hij heeft daarbij een brommer aangereden en een fietser is ten val gekomen. De bestuurder van de brommer is om het leven gekomen en de fietser is gewond geraakt. De verdachte is na het ongeval doorgereden. Naar het oordeel van het hof is geen sprake van doodslag, nu de gedragingen van de verdachte niet aangemerkt kunnen worden als naar hun uiterlijke

VR 2025/14 Wie is overtreder in de zin van de Awb: verhuurder of huurder van deelscooter?

Jurisprudentie
Een boete van € 90,- is opgelegd aan een verhuurder van deelscooters wegens het parkeren van een scooter op een wijze die overlast veroorzaakt of kan veroorzaken. De vraag die voorligt is wie als overtreder kan worden aangemerkt: de huurder of verhuurder van de deelscooter. De kantonrechter zoekt aansluiting bij jurisprudentie van de Hoge Raad. In deze zaak is niet meteen te achterhalen wie de scooter op een zodanige wijze heeft achtergelaten dat daarmee overlast wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt. De vraag is of de gedraging heeft plaatsgevonden, dan wel is verricht in de sfeer van