schadevergoeding

VR 2025/110 Veegwagen ongeval. Gordelplicht? Geen eigen schuld. Verzekeraar volledig aansprakelijk.

Jurisprudentie
Tijdens het schoonvegen van de vluchtstrook op de A15 is verzoeker X met zijn veegwagen van achteren aangereden door een vrachtwagen die bij TVM verzekerd is. Als gevolg van het ongeval is hij met ernstig letsel onder de vangrail aangetroffen. TVM erkent de aansprakelijkheid voor het ongeval, maar stelt dat haar schadevergoedingsplicht met 25% verminderd dient te worden, omdat X op het moment van het ongeval geen gebruik maakte van zijn veiligheidsgordel. X vraagt de rechtbank om een oordeel over de vraag of sprake is van eigen schuld, vanwege een discussie daarover met TVM. TVM stelt dat X

VR 2025/108 Letselschade dierenartsassistente. Aansprakelijkheid paardeneigenaar? Bedrijfsmatig gebruik.

Jurisprudentie

Op 8 november 2016 vond bij het Diergeneeskundig Centrum Noord-Nederland een echografisch onderzoek plaats van de benen van het paard van X (gedaagde). Voorafgaand aan de echo werd het paard voorbereid door dierenartsassistente A. Tijdens de voorbereiding worden de benen van het dier gewassen, geschoren en ingesmeerd met gel. Het paard wordt hiervoor tweemaal gesedeerd. Tijdens deze voorbereiding is A gevallen en liep zij ernstig schedelhersenletsel en een hersenschudding op. Als gevolg hiervan is zij arbeidsongeschikt geworden. Achmea, de aansprakelijkheidsverzekeraar van het Diergeneeskundig

VR 2025/107 Aansprakelijkheid medische fout. Vergoeding zorgschade. Schadevergoedingsrecht.  

Jurisprudentie

In augustus 2003 is X (eiser) met een schotwond in de buik opgenomen op de intensive-careafdeling van het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM). Tijdens zijn opname liep hij als gevolg van een medische fout ernstig hersenletsel op. AZM heeft aansprakelijkheid voor deze fout erkend. Bij arrest van 8 september 2015 heeft het hof AZM veroordeeld tot vergoeding van de door X geleden en nog te lijden schade. Daarna is de zaak doorverwezen naar een schadestaatprocedure. In het kader van deze procedure rapporteerde een deskundige in mei 2018 over de zorgschade van X. Daaruit bleek dat X aanvankelijk

VR 2025/106 Aanrijding tussen auto en fietser. Verkeersaansprakelijkheid motorrijtuig.

Jurisprudentie

Op 10 april 2019 vond een aanrijding plaats tussen een fietsster en een bestelauto, bestuurd door B (verweerder 2). De fietsster liep hierbij ernstig letsel op. Haar zorgverzekeraar, Menzis, heeft de medische kosten vergoed en is gesubrogeerd in haar rechten. De bestelauto was verzekerd bij Achmea. Er is vastgesteld dat er geen sprake was van overmacht aan de zijde van B en dat het verkeersgedrag van de fietsster voor 75% aan het ontstaan van het ongeval heeft bijgedragen. Achmea heeft met de fietsster een minnelijke regeling getroffen waarbij 75% van haar schade werd vergoed. Menzis vorderde

VR 2025/97 Deelgeschil. Achterop aanrijding. Diverse deskundigenrapporten. Juridisch causaal verband.

Jurisprudentie

Op 26 april 2019 was X (47 jaar) betrokken bij een kop-staartbotsing in de Velsertunnel (A22). De bestuurder van de personenauto die haar van achteren aanreed, was verzekerd bij Allianz. Allianz heeft ook aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Direct na het ongeval meldde X klachten zoals hoofdpijn, nekpijn, rugpijn en concentratieproblemen. In de jaren daarna onderging ze diverse behandelingen bij specialisten, waaronder psychologen, fysiotherapeuten en pijnspecialisten. In maart 2024 startte ze een revalidatietraject bij de Stichting Revalidatiegeneeskunde Nederland (SRN). Na drie

VR 2025/96 Deelgeschil. Blijvende letselschade door aanrijding. Gebonden aan rapport deskundige.

Jurisprudentie

Op 28 juni 2010 werd X op haar fiets aangereden door een motorfietser. Deze reed door na de aanrijding. X werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en meldde pijn aan haar linkerknie en verlammingsverschijnselen. Medische onderzoeken wezen aanvankelijk op mogelijke zenuwbeschadiging, maar later werd ook de erfelijke spierziekte Charcot-Marie-Tooth (CMT) vastgesteld. Daarnaast suggereerden specialisten dat de klachten mogelijk veroorzaakt werden door een conversiestoornis. De bestuurder van de motorfiets was verzekerd bij Allianz en die erkende aansprakelijkheid voor het ongeval

VR 2025/95 Ongeval tussen scooterrijder en fietser. Reflexwerking artikel 185 WVW. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 2 maart 2023 vond er op een kruising een verkeersongeval plaats tussen scooterrijder A en fietser X. A kwam ten val en raakte gewond. Hij is met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en is daar een aantal dagen opgenomen geweest. Tijdens de opname is hij geopereerd aan een botbreuk met breuken aan beide botten van het onderbeen. Daarna volgde een revalidatietraject van enkele maanden. In onderhavig deelgeschil verzoekt A de rechtbank om X volledig aansprakelijk te stellen voor het ongeval, en vordert daarbij een voorschot van € 15.000,- op zijn schade en vergoeding van de proceskosten

VR 2025/94 Deelgeschil. Verkeersongeval tussen fietser en auto. Letselschade. Recht op smartengeld.

Jurisprudentie

Op 19 september 2022 werd verzoekster X op haar racefiets aangereden door een auto die verzekerd was bij ZLM. Ze raakte ernstig gewond: zes ribben waren gebroken, vier van haar ruggenwervels waren beschadigd, en haar linkernier was zo ernstig beschadigd dat deze verwijderd moest worden. Vier maanden later kreeg ze ook klachten aan haar linkerschouder. Inmiddels is haar medische toestand stabiel, maar de gevolgen van het ongeluk blijven zwaar. ZLM heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend en partijen hebben de schaderegeling ter hand genomen. Ze kwamen overeen over bijna

VR 2025/93 Aansprakelijkheid fietser voor schade aan auto bij verkeersongeval. Geen overmacht.

Jurisprudentie

Op 9 september 2022 vond op een fietsoversteekplaats een aanrijding plaats tussen gedaagde en A, de partner van eiser. De fiets van gedaagde raakte beschadigd en hij liep letsel op. De verzekeraar van eiser erkende 50% aansprakelijkheid voor de letselschade. Het geschil draait om de materiële schade aan de auto van eiser. Eiser vordert betaling van schade aan zijn auto, expertisekosten, buitengerechtelijke kosten en proces- en nakosten met rente. Hij stelt dat A geen enkel verwijt treft en dat de fout van gedaagde onaannemelijk was. Als er geen overmacht was, stelt eiser dat het verkeersgedrag

VR 2025/92 Aanrijding met kei. Aansprakelijkheid wegbeheerder. Zorgplicht. Schadevergoeding.

Jurisprudentie

Op 26 april 2023 parkeerde eiseres haar auto op een parkeerterrein die beheerd wordt door X (gedaagde). Bij het verlaten van het terrein raakte zij met haar auto een kei. Zij stelt X aansprakelijk voor de schade vanwege de plaatsing van de kei. X betwist deze aansprakelijkheid. De kantonrechter beoordeelt de zaak aan de hand van de zorgplicht van X als wegbeheerder om de veiligheid van de weg te waarborgen, zoals bepaald in artikel 6:174 BW en artikel 6:162 BW. Een wegbeheerder is aansprakelijk voor gebreken die samenhangen met de verkeersfunctie van de weg. De kei had geen verkeersfunctie en