VR 2019/206 Rijden onder invloed. Drugs. Strafmaat.

Jurisprudentie
Met betrekking tot de straftoemeting ter zake van het rijden onder invloed van cocaïne in een geval als het onderhavige, waarin louter sprake is van de constatering dat de grenswaarde van die stof, genoemd in artikel 3 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer is overschreden, acht het hof als uitgangspunt een geldboete van € 850,-, subsidiair 17 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden passend en geboden.